28 600 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2003

nr. 150
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 augustus 2003

Hierbij informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de kortingsmaatregel op de inkoopvergoeding van apotheekhoudenden, die op 1 mei 2003 in werking zou treden.

Het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) heeft in zijn vergadering van 16 juni jl. besloten de kortingsmaatregel op een aantal punten aan te passen en de maatregel per 1 september 2003 in te laten gaan. Een en ander is een uitvloeisel van de beslissing op de door belanghebbenden ingediende bezwaren. Met de wijziging van de tariefbeschikkingen is tevens rekening gehouden met de uitspraak van de President van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 29 april 2003 waarmee de oorspronkelijke tariefbeschikkingen werden geschorst tot zes weken na de beslissing op de ingediende bezwaarschriften door het CTG .

De belangrijkste aanpassing betreft de introductie van een zogenaamde vangnetconstructie. Apotheekhoudenden die meer betalen voor de inkoop van hun WTG-geneesmiddelen dan zij op basis van de tariefbeschikkingen hiervoor vergoed krijgen, kunnen via een toeslag-module in het tarief worden gecompenseerd. Met andere woorden, er zal worden nagecalculeerd op de inkoopkosten voor WTG-geneesmiddelen waardoor geen «verlies op de inkoop» van aan de patiënt afgeleverde WTG-geneesmiddelen wordt geleden. Apotheekhoudenden dienen alvorens zij in aanmerking komen voor de desbetreffende toeslag een en ander aan te tonen bij hun regionale zorgverzekeraar via tussenkomst van een externe accountant waardoor de geheimhouding van essentiële, concurrentiegevoelige gegevens is gewaarborgd.

Naar verwachting zal slechts een zeer beperkt aantal apotheekhoudenden een beroep hoeven te doen op deze vangnetconstructie. Wat apotheekhoudende huisartsen betreft wijs ik nogmaals op het handhaven van de tariefmodule «scheiden van zorg en handel» waardoor de apotheekhoudende huisarts die afziet van de inkomsten uit kortingen en bonussen in aanmerking komt voor een tarieftoeslag die kan oplopen tot€ 95 000,– per jaar.

De overige door het CTG doorgevoerde wijzigingen betreffen de verlaging van de zogenaamde «aftopping» (maximum korting op de inkoopvergoeding) voor multi-source geneesmiddelen overeenkomstig het oorspronkelijke advies van het CTG van € 40,– tot € 20,– en de vaststelling van een bij de tariefbeschikking behorende vergoedingslijst van multi-source geneesmiddelen met ijkprijzen.

Ten aanzien van de toezegging aan uw Kamer in het algemeen overleg van 27 maart 2003 om mogelijke verschuivingen in afzetpatroon van geneesmiddelen in reactie op de kortingsmaatregel te monitoren, merk ik op dat inmiddels een werkgroep op dat gebied actief is. Aan de werkgroep nemen vertegenwoordigers van onder meer LHV, NP/CF, KNMP, Nefarma en BioFarmind deel.

Wat de benodigde aanpassingen in de declaratiesoftware betreft deel ik mee dat de software-huizen hierover op 19 juni 2003 schriftelijk zijn geïnformeerd door Z-index B.V. Deze wijzigingen zijn relatief beperkt en betreffen voornamelijk de calculatieregels. Gezien de ingangsdatum van 1 september 2003 zal de apotheeksoftware naar verwachting dan ook tijdig gereed zijn om de declaraties conform de nieuwe tariefbeschikking mogelijk te maken.

Afsluitend merk ik op dat de toegezegde studie van VWS, ZN en de KNMP naar een stabieler langetermijnbeleid op het gebied van prijzen en vergoedingen, meer tijd in beslag neemt dan was voorzien. Naar verwachting zal het kabinet in de maand oktober een besluit nemen over de vormgeving van dit langetermijnbeleid.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Naar boven