nr. 105
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2003
Naar aanleiding van uw brief van 11 oktober jl. (zie bijlage) inzake het
uitstel van de beleidsbrief Projecten, Experimenten en Onderzoek (PEO) kan
ik u het volgende mededelen.
Om te beginnen bied ik mijn excuses aan voor de late beantwoording van
uw brief. Dit hangt mede samen met het feit dat tijdens de behandeling van
de begroting 2003 van mijn departement uitgebreid stil is gestaan bij de situatie
rond de programmering van ZonMw. Ik heb daarop willen wachten, alvorens te
reageren op uw brief.
Ik heb u tijdens de behandeling van de begroting 2003 uitvoerig geïnformeerd
over de achtergronden van het eerdere besluit om het uitgavenplafond voor
ZON-programmering aan te passen. In de reactie van het kabinet (kamerstuk
28 600 XVI, nr. 96) op de motie van de heer Buijs (CDA) (kamerstuk 28 600
XVI, nr. 57) inzake verhoging van het uitgavenplafond tot het «oude»
niveau, is aangegeven dat hierover alleen een nieuw kabinet kan beslissen.
Het effect van deze motie treedt namelijk pas later op, omdat in de begroting
2003 reeds rekening is gehouden met een uitgavenplafond dat hoger ligt dan
de in motie genoemde € 40 mln.
In de genoemde beleidsbrief, die ik u vóór 1 juni 2003 zal
toesturen, zal ik met name ingaan op de inhoud van de programmering en de
afspraken die ik met ZonMw maak over een betere sturingsrelatie tussen mijn
departement en ZonMw. Indien op dat moment een nieuw kabinet is aangetreden,
en het uitgavenplafond voor de ZON-programmering op basis van het nieuwe regeerakkoord
verandert, zal in de beleidsbrief op de effecten daarvan ingegaan worden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. I. J. M. Ross-van Dorp
BIJLAGE
Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Den Haag, 11 oktober 2002
Bij brief van 23 september 2002 (VWS02-1050) informeerde u de Kamer over
het moment waarop de beleidsbrief Projecten, Expermenten en Onderzoek (PEO)
tegemoet kan worden gezien.
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport hecht eraan
u mee te delen dat zij er vanuit gaat dat door u ten aanzien van de toekomstige
financiering van ZONMW geen onomkeerbare beslissingen worden genomen, dat
nadat de commissie in de gelegenheid is geweest daarover met u van gedachten
te wisselen.
De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Teunissen