nr. 123
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2003
Met deze brief informeer ik u over de recente stand van zaken met betrekking
tot de uitvoering van het convenant gesubsidieerde arbeid. In mijn brief van
24 april jl. (28 600 XV, nr. 108) heb ik uw Kamer geïnformeerd over
de stand van zaken tot dan toe. Ik zegde in deze brief toe uw Kamer in juli
opnieuw te informeren over de benutting van de stimuleringsregeling regulier
maken ID-banen door de sectoren.
Aanvragen
In mijn brief van 24 april jl. gaf ik aan dat het aantal aanvragen voor
het omzetten van ID-banen in reguliere banen in het kader van de stimuleringsregeling
292 bedroeg. Sindsdien is, tot en met 4 juli jl., het aantal aanvragen toegenomen
tot 1 564.
Een overzicht van de aanvragen per sector ziet er als
volgt uit:
Tabel 1. Aantal aanvragen stimuleringsregeling per 5 juli
2003
| Sector | aanvragen |
|---|
| | |
| Beheer openbare ruimten | 108 |
| Cultuur | 68 |
| Jeugdhulpverlening | 10 |
| Kinderopvang | 171 |
| Onderwijs | 183 |
| Openbare veiligheid | 144 |
| Sport | 8 |
| Welzijn | 173 |
| Zorg | 638 |
| Overig | 61 |
| Totaal | 1 564 |
Verruiming van de stimuleringsregeling
Tijdens het Algemeen Overleg gesubsidieerde arbeid van 22 mei jl. gaf
ik aan met de partijen in het convenant gesubsidieerde arbeid in overleg te
zijn over de vraag in hoeverre de eerste praktijkervaringen met de regeling
aanleiding gaven om een aantal aanpassingen in de regeling aan te brengen
om het gebruik verder te bevorderen. Op basis hiervan is in overleg met de
convenantpartijen besloten de regeling op een aantal onderdelen te verruimen.
Een aantal beperkende voorwaarden uit de regeling is met ingang van 1 juli
jl. losgelaten. In mijn antwoord van 25 juni jl. op de schriftelijke
vragen van de leden De Ruiter (Aanhangsel Handelingen II 2002–2003,
nr. 1504) en Bussemaker (Aanhangsel Handelingen II 2002–2003, nr. 1632)
ben ik op deze verruiming al nader ingegaan. Het gaat om de volgende verruimingen:
1. Plaatsing op functies met andere functie-inhoud of
bestaande vacatures
De bepaling dat bij het regulier maken geen verdringing van andere functies
bij de werkgever mag optreden is vervallen. Werkgevers die een bij hen werkzame
ID-werknemer plaatsen op een functie met een andere functie-inhoud dan de
oorspronkelijke ID-baan en/of op een bestaande vacature binnen de eigen organisatie
komen hierdoor ook in aanmerking voor de stimuleringssubsidie. De regeling
wordt daardoor voor werkgevers aantrekkelijker.
2. Formele werkgevers
Met ingang van 1 juli komen ook formele werkgevers, die de werknemer voornamelijk
arbeid laten verrichten bij één of meerdere andere werkgevers,
in aanmerking voor de stimuleringssubsidie. Daardoor komen onder meer de gemeenten
die ID-werknemers in dienst hebben en deze laten werken bij een stichting
in aanmerking voor subsidie wanneer ze de ID-werknemers een reguliere dienstbetrekking
aanbieden en de werknemers overigens nog steeds voor de stichting laten werken.
3. Uren-omvang van de reguliere baan
Gebleken is dat de eis dat de reguliere dienstbetrekking hetzelfde aantal
uren dient te omvatten als de ID-dienstbetrekking op bezwaren kan stuiten
bij de werkgevers. In een aantal gevallen heeft deze regel tot gevolg dat
de werkgever een behoorlijke loonsverhoging van de werknemer zou moeten accepteren,
omdat de werknemer in de reguliere functie in een andere loonschaal terechtkomt.
Voor de werkgever brengt dit extra kosten met zich mee. Dit vormt soms een
belemmering om de stimuleringssubsidie aan te vragen en de ID-dienstbetrekking
om te zetten in een reguliere dienstbetrekking. De eis dat de reguliere dienstbetrekking
dezelfde arbeidsduur moet omvatten als de ID-dienstbetrekking is dan ook met
deze regeling versoepeld. Het aantal arbeidsuren mag verminderen, maar dit
mag niet tot gevolg hebben dat de werknemer er in zijn loon op achteruit gaat.
4. Eenmalige aanvulling door gemeenten
De gemeenten mogen nu bij het regulier maken van een ID-baan eenmalig
een aanvullende subsidie verstrekken aan de werkgever zonder dat daarmee de
aanspraak van de werkgever op stimuleringssubsidie in gevaar komt. Deze verruiming
komt voort uit de behoefte van een aantal gemeenten om in de onderhandelingen
met werkgevers omtrent gesubsidieerde arbeidsplaatsen wat meer ruimte te hebben
in de vorm van de mogelijkheid tot het eenmalig verlenen van een
subsidie in aanvulling op de op grond van de Stimuleringsregeling verstrekte
subsidie.
Met deze verruimingen hebben werkgevers en gemeenten meer mogelijkheden
gekregen om de stimuleringsregeling te gebruiken bij het omzetten van ID-banen
in reguliere banen. Ik verwacht daarom dat de genoemde verruimingen een extra
stimulans kunnen vormen voor het aantal ID-banen dat met behulp van de stimuleringsregeling
zal worden omgezet in een reguliere baan. Samen met de convenantpartijen zal
ik de voortgang in de komende maanden kritisch blijven volgen. Vanzelfsprekend
zullen ook de voorlichtingsactiviteiten gericht op werkgevers en gemeenten
waarop ik in mijn brief van 24 april jl. ben ingegaan door de convenantpartijen
onverminderd worden voortgezet.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M. Rutte