28 600 XV
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2003

nr. 101
MOTIE VAN HET LID BUSSEMAKER C.S.

Voorgesteld 8 april 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat vrouwen die op basis van gezinsformatie of -hereniging naar Nederland komen en die slachtoffer zijn van (seksueel) geweld binnen de relatie bescherming behoeven;

overwegende, dat deze vrouwen op basis van het ondervinden van (seksueel) geweld binnen de relatie alleen, geen voortgezet verblijf wordt toegestaan na verbreking van hun relatie;

van mening, dat het aantoonbaar ondervinden van seksueel geweld binnen de relatie zo ernstig is dat de mogelijkheid moet bestaan voor het slachtoffer om op zelfstandige verblijfstitel verder te kunnen leven in Nederland;

overwegende, dat de regering kenbaar heeft gemaakt dat vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld alleen in alle vrijheid daarvan aangifte kunnen doen als er geen dreiging van verblijfsbeëindiging boven hun hoofd hangt vanwege de afhankelijke verblijfstitel;

vraagt de regering om het beleid met spoed zodanig aan te passen dat het aantoonbaar slachtoffer zijn van (seksueel) geweld binnen de relatie een zelfstandige verblijfsgrond wordt voor personen die hun relatie beëindigen;

verzoekt de regering daartoe de eerder beloofde notitie met daarin de nodige criteria voor verlening van een zelfstandige verblijfsvergunning voor 15 juni aan de Kamer te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bussemaker

Adelmund

Hirsi Ali

Tonkens

Naar boven