Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28600-XIII nr. 61 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28600-XIII nr. 61 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 2 september 2003
Hierbij wil ik u informeren over mijn voornemen om Philips toe te staan R&D-ondersteuning te ontvangen uit ICES/KIS-3. Hierdoor kan Philips in aanvulling op de jaarlijkse R&D-ondersteuning die is vastgelegd in de z.g. kaderafspraak, éénmalig R&D-ondersteuning krijgen voor onderzoeksinspanningen die zij gaat verrichten in het kader van ICES/KIS-3 projecten.
Het is noodzakelijk om Philips te betrekken bij de realisatie van de ambities t.a.v. innovatie en kenniseconomie. Als veruit de grootste private R&D-investeerder in ons land (goed voor 25% van de private R&D) is de kennis van Philips van groot belang voor diverse ICES/KIS-3 thema's en/of zwaartepunten zoals nanotechnologie, embedded en distributed systems en multimedia.
Additionele R&D-ondersteuning vanuit ICES/KIS-3, naast de R&D-ondersteuning vanuit de kaderafspraak aan Philips, wordt m.i. gerechtvaardigd door het relatief lage ondersteuningsniveau van de Philips R&D in Nederland. Waar het gemiddelde niveau van private R&D-ondersteuning in Nederland ca. 11% is, ontvangt Philips via de kaderafspraak 4%.
De Philips kaderafspraak (voor nadere achtergrondinformatie zie bijlage 1) stamt uit 1987 en begrenst de hoeveelheid R&D ondersteuning die Philips krijgt op gemiddeld € 29,5 mln. per jaar. Hierbij wordt de WBSO, een fiscale maatregel die additioneel is aan de kaderafspraak, buiten beschouwing gelaten. Ook ICES/KIS-3 heeft een duidelijk additioneel karakter.
De Philips kaderafspraak is met name gemaakt om een onevenwichtig beslag op de EZ-middelen door Philips te voorkomen terwijl Philips tegelijkertijd een level playing field wordt geboden t.o.v. het buitenland. In 1998 is de omvang van NLG 90 mln. teruggebracht naar NLG 65 mln. (€ 29,5 mln.).
Eind oktober verwacht ik u over de ICES/KIS-3 toekenningen te informeren. Medio november zult u zoals gebruikelijk informatie ontvangen over de toezegging voor R&D-ondersteuning die ik dit jaar aan Philips voornemens ben te doen in het kader van de kaderafspraak.
1. Belang van Philips voor Nederlandse economie
Nederland heeft met Philips het grootste Europese Consumer Electronics bedrijf binnen zijn grenzen. In 2002 bedroegen de uitgaven van Philips ca. € 1,1 miljard aan R&D in Nederland (wereldwijd: ca. € 3,0 miljard in 2002). Zo'n 27 000 mensen (cijfer 2002) werken thans bij Philips in Nederland waarvan 8 150 (cijfer 2002) in de R&D. Philips neemt circa een kwart van de totale Nederlandse bedrijfs-R&D voor zijn rekening. De R&D activiteiten van Philips hebben een grote uitstraling op andere bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen.
Het accent van de activiteiten in Nederland verschuift meer en meer naar hoogwaardig werk met een grote toegevoegde waarde. Dat betekent niet dat de fabricage (van zowel grondstoffen en componenten als eindproducten) is verdwenen. Philips heeft anno 2003 een 26-tal fabrieken in ons land, waaronder zeer belangrijke: halfgeleiders in Nijmegen (één van de grootste chipfabrieken in Europa), scheerapparaten in Drachten, fluorescentielampen in Roosendaal, medische systemen in Best.
2. Ontstaansreden kaderafspraak
De kaderafspraak stamt uit 1987. De belangrijkste beleidsoverwegingen die ten grondslag liggen aan de Philips kaderafspraak zijn de volgende:
– Het reguliere EZ technologie-instrumentarium leende zich niet goed voor het ondersteunen van (zeer) grote technologische projecten. Indien Philips tot het reguliere technologie-instrumentarium zou worden toegelaten (een generieke oplossing voor een specifiek probleem) zou dit negatief uitwerken op het streven naar een evenwichtige verdeling van technologiesubsidies over de Nederlandse bedrijven.
– De Philips kaderafspraak maakte het mogelijk een «level playing field» te bieden waar het gaat om de toenemende beleidsconcurrentie t.a.v. R&D-ondersteuning van buitenlandse concurrenten waar onder Japan en de V.S., maar ook landen als Duitsland en Frankrijk. N.B. dit is inmiddels door het gehanteerde plafond niet meer het geval.
– De uitstralingseffecten zijn groot. Hoogwaardige productie vindt in het algemeen dicht bij de R&D afdelingen plaats. Door ondersteuning van strategische R&D wordt getracht al deze activiteiten te verankeren.
De kaderafspraak met Philips heeft zijn vorm gekregen in een mondelinge afspraak waarbij Philips jaarlijks op basis van onderbouwde projectplannen een gemaximeerde R&D vergoeding tegemoet kon zien. Omstreeks 1998 is de aanwending toegespitst en werd het Philips mogelijk gemaakt te participeren in grote strategische (Eureka) projecten. De steun aan Philips is in de kaderafspraak vastgelegd en betreft een stelsel van drie mondelinge afspraken:
– de R&D ondersteuning wordt gericht op enkele grotere strategische projecten: risicovolle sleutelprojecten voor zowel Philips als Nederland;
– het totale voor Philips beschikbare R&D subsidiebedrag wordt tegelijkertijd begrensd op een bepaald maximumniveau om een te groot beslag op overheidsmiddelen te voorkomen;
– Philips ziet daarbij af van aanspraak op de generieke technologie subsidie-instrumenten met uitzondering van de WBSO (dit is immers een fiscaal instrument).
De Kamer is uitgebreid geïnformeerd over de kaderafspraak. Twee brieven over de kaderafspraak zijn in 1998 aan de TK gezonden (TK, vergaderjaar 1997–1998, 25 518, nr. 6 en ID/EDI/EST 98021103). Tweemaal is toen overlegd met de TK (mondeling vragenuurtje 17-3-1998, overleg met VCEZ op 16-4-1998). Conclusie was de kaderafspraak in de huidige vorm te handhaven. Jaarlijks worden, voorafgaand aan commitering, de Kamers geïnformeerd en daarop heeft ook veelal een AO plaatsgehad.
De kaderafspraak begrenst de hoeveelheid R&D ondersteuning die Philips krijgt op (gemiddeld) € 29,5 mln. per jaar. In 1998 is de omvang van NLG 90 mln. teruggebracht naar NLG 65 mln. (€ 29,5 mln.). Dit is ca. 4% van de R&D uitgaven van Philips terwijl private R&D ondersteuning gemiddeld 11% is. Ondersteuning vindt plaats via (inter)nationale samenwerkingsprojecten, i.h.b. de Eureka programma's ITEA en MEDEA+ (elk € 11,3 mln. in 2002). Daarnaast worden in de kaderafspraak nog nationale samenwerkingsprojecten ondersteund waarin Philips veelal samenwerkt met universiteiten (in 2002 voor € 3,2 mln.).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28600-XIII-61.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.