28 600 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2003

nr. 55
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 12 mei 2003

Hierbij bericht ik u dat de Ministerraad onlangs heeft besloten een voorstel van wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de verkrijging van de eigendom van het landelijk hoogspanningsnet (conform artikel 10, eerste lid, van de elektriciteitswet 1998) of een deel daarvan (reparatie eigendom hoogspanningsnet) naar de Raad van State te sturen met het verzoek om een spoedbehandeling van dit wetsvoorstel.

Het wetsvoorstel beoogt een urgent herstel van een gebrek in de regelgeving te bewerkstelligen.

Bedoeling van het wetsvoorstel is te voorkomen dat (delen van) het landelijk hoogspanningsnet door anderen dan TenneT verkregen worden en dat er ten behoeve van anderen dan TenneT rechten op het hoogspanningsnet gevestigd kunnen worden.

Deze bepaling was in artikel 11a, vijfde lid, van de Elektriciteitswet 1998 geïntroduceerd bij de Overgangswet elektriciteitsproductiesector. Deze bepaling is vervallen met ingang van 1 januari 2003. Via het amendement Kortenhorst, (Kamerstukken II 2002/03, 28 665, nr. 13, later vervangen door nr. 35) is voorgesteld de vervallenverklaring weer ongedaan te maken. Dit is door wetstechnische redenen niet gerealiseerd, omdat het amendement betrekking had op een bepaling die per 1 januari 2003 zou vervallen.

Met het wetsvoorstel wordt beoogd, gelet op de uitdrukkelijke wens van de Tweede Kamer (zie o.a. de discussie tijdens het Algemene Overleg inzake de bieding van TenneT op Remu d.d. 20 november 2002 (Kamerstukken II 2002/03, 28 600 XIII, nr. 50) en de strekking van het amendement van de heer Crone, (Kamerstukken II 2002/2003, 28 174, nr. 16) en het eerder genoemde amendement Kortenhorst, (Kamerstukken II 2002/03, 28 665, nr. 13, later vervangen door nr. 35) erin weer te voorzien.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

J. G. Wijn

Naar boven