28 600 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2003

nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK

Ontvangen 19 november 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 2 Bevorderen van innovatiekracht wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 16 400 (x € 1 000) en het uitgavenbedrag verhoogd met € 4600 (x € 1000).

II

In artikel 22 Nominaal en onvoorzien wordt het verplichtingenbedrag verlaagd met € 16 400 (x € 1000) en het uitgavenbedrag verlaagd met € 4600 (x € 1000).

Toelichting

Dit amendement dient om de voorgestelde ombuiging op het Programma Economie, Ecologie, Technologie terug te draaien. De indiener acht dit wenselijk omdat tegenover deze korting geen nieuwe gestroomlijnde regeling staat en daardoor de facto een verdere ontgroening van het instrumentarium van EZ wordt gerealiseerd. Uit de Milieubalans van het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat tal van milieudoelen niet gehaald worden (klimaat, luchtverontreiniging, geluid). Daarom vindt de indiener deze ontgroening van beleid niet gerechtvaardigd.

De dekking voor dit amendement wordt gevonden door die als taakstelling toe te voegen aan artikel 22. De minister moet nader bezien hoe deze gerealiseerd kan worden. De indiener ziet de volgende drie opties: onderuitputting op de begroting 2003, met name artikel 3 (de meest waarschijnlijke optie volgens de indiener), de eindejaarsmarge 2002 of door verschillende andere posten op de begroting EZ hiermee te belasten. Bij aanname van dit amendement zal de minister van EZ na ommekomst van de Najaarsnota 2002 de Kamer snel dienen te informeren over de definitieve keuze van dekking.

Vendrik

Naar boven