28 600 XI
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2003

nr. 120
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 augustus 2003

Tijdens het wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 17 juni 2003 over het Jaarverslag 2002 van VROM heeft de geachte afgevaardigde de heer Van Bochove de vraag gesteld of de Staat door het uitstel van het behalen van de doelstellingen niet het risico loopt dat bepaalde verhaalsacties in het kader van bodemsanering verjaren.

In reactie daarop heb ik geantwoord dat verjaring niet aan de orde is omdat kostenverhaal onderdeel uitmaakt van de subsidievoorwaarden die niet kunnen verjaren (TK 2002–2003, 28 880, nr. 89, blz. 9).

In aanvulling daarop informeer ik u dat de mogelijkheid van kostenverhaal is neergelegd in de Wet bodembescherming (artikel 75). Deze wet of andere bodemsaneringsregelgeving bevat geen bepalingen over (het voorkomen van) verjaring, daarvoor zijn de verjaringsbepalingen in het Burgerlijk Wetboek (art. 310 van boek 3) van toepassing. VROM is zeer alert op verjaring, en stuurt in de gevallen waarin dat nodig is zogenaamde stuitingsbrieven.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Naar boven