28 600 XI
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2003

nr. 107
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 7 mei 2003

Tijdens het Algemeen Overleg over het Besluit beheer autobanden van 26 maart 2003, (kamerstuk 28 600-XI, nr. 99), heb ik aangegeven u schriftelijk te informeren over een aantal onderwerpen. Met de voorliggende brief doe ik deze toezegging gestand.

Het beperken van de registratieverplichting

De administratieve verplichting die voortvloeit uit artikel 3, tweede lid van het ontwerpbesluit beheer autobanden zal worden beperkt tot een registratie van ingenomen afgedankte autobanden. De verplichting voor een separate administratie komt te vervallen. Dit zal een forse reductie van de berekende administratieve lasten opleveren. Over de exacte formulering van het betreffende artikel zal dezerzijds nog met de sector worden gesproken.

Het tijdstip voor realisatie van de doelstelling voor materiaalhergebruik

Om de sector meer tijd te geven voor het realiseren van voldoende mogelijkheden voor materiaalhergebruik wordt de datum waarop de doelstelling gehaald moet worden, vastgesteld op 1-1-2005. Het ontwerpbesluit wordt op dit punt aangepast.

De sturing van producthergebruik

Verschillende factoren, zoals de kwaliteit van de banden en de behoeften van de tweedehands markt (vaak buitenlandse markten) bepalen de mogelijkheden voor het als product hergebruiken van afgedankte banden. Deze factoren zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden door de producenten en importeurs. Voor zover hergebruik als product mogelijk is, zal dit gebeuren op basis van het marktmechanisme. Het heeft daarom weinig zin de producenten en importeurs een doelstelling voor producthergebruik op te leggen. Bovendien zou het tot aanzienlijke extra administratieve lasten leiden. Het opleggen van een doelstelling op het gebied van producthergebruik aan de producenten en importeurs acht ik, gezien bovenstaande, dan ook niet wenselijk en noodzakelijk.

Het uitvoeren van een evaluatie van het Besluit

Tijdens het overleg is aangegeven dat het Besluit zal worden geëvalueerd 3 jaar na inwerkingtreding. De nota van toelichting zal op dit punt worden aangevuld.

Het ontwerpbesluit zal op genoemde punten worden aangepast en nadat het overleg met de sector over het registratie artikel heeft plaatsgevonden, begin mei aan de Raad van State worden toegezonden.

Verbod op lood in wielbalansgewichten

Bij het Algemeen Overleg is mij ook gevraagd te reageren op het verbod op lood voor wielbalansgewichten voor voertuigen met een typegoedkeuring van na 1 juli 2003 en een algeheel verbod voor toepassing vanaf 1 juli 2005. Het betreffende verbod is opgenomen in de Beschikking 2002/252/EG van de Europese Commissie. Deze beschikking is tot stand gekomen na een proces van consultatie van betrokkenen, waarbij Nederland destijds heeft aangegeven te twijfelen aan de beschikbaarheid van adequate alternatieven voor lood in wielbalansgewichten. Dit heeft niet geresulteerd in een aanpassing van de Beschikking op dit punt. De betreffende beschikking is één op één overgenomen in de Nederlandse Regeling uitzonderingen zware metalen in voertuigen 2003. Het staat Nederland niet vrij van dit verbod af te wijken. De Europese Commissie heeft aangegeven uiterlijk op 1 januari 2005 deze vrijstelling te evalueren aan de hand van verkeersveiligheidaspecten.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Naar boven