28 600 XI
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2003

nr. 101
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2003

Ter uitvoering van de motie van de leden Koopmans, Van den Brink en Klein Molekamp over de baksteenproblematiek van ARN te Weurt (2002–2003, 28 600 XI, nr. 15) zond ik u op 26 november jl. een afschrift van mijn brief1 aan de aandeelhouders van ARN (VROM021079). In mijn brief aan de aandeelhouders zegde ik mijn steun toe aan een pakket van randvoorwaarden, dat vertegenwoordigers van de aandeelhouders, de provincie Gelderland en de ministeries van VROM en Financiën in oktober vorig jaar overeenkwamen, ter uitvoering van het Advies-Welschen.

Inmiddels is gebleken dat de aandeelhouders de randvoorwaarden niet ondersteunen. Ik betreur deze stellingname. Naar mijn mening en ook die van de provincie Gelderland is de gekozen aanpak de enige route naar een structurele oplossing van de baksteenproblematiek. Bovendien is het gezamenlijke aanbod van de rijksoverheid en de provincie Gelderland voor gedeeltelijke compensatie van de betrokken gemeenten uit financieel oogpunt het maximaal haalbare.

Hierbij bied ik u een afschrift aan van mijn reactie op de afwijzing door de aandeelhouders van de randvoorwaarden (brief van 2 april 2003, SAS/2003022982).1 In deze brief vraag ik de aandeelhouders uiterlijk 1 juli 2003 alsnog akkoord te gaan. Na deze datum zie ik geen rol meer weggelegd voor de rijksoverheid bij het oplossen van de baksteenproblematiek.

De Staatssecretaris voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven