28 600 VI
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2003

28 600 VII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2003

nr. 110
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2002

Tijdens het wetgevingsoverleg van 2 december jl. heeft de heer Cornielje een motie voorgesteld (Kamerstuk II 2002/2003, 28 600 VI/VII, nr. 91) waarin de wenselijkheid wordt uitgesproken om te komen tot een handhavingsbegroting die de essentie van de status van Groot Project en de VBTB-systematiek combineert. In de motie wordt de regering verzocht om bij de vormgeving van de voortgangsrapportages over het Veiligheidsprogramma te werken door middel van deze handhavingsbegroting.

In het wetgevingsoverleg hebben wij uw Kamer verzocht de motie aan te houden. Dit in afwachting van de nadere uitwerking die het kabinet thans in voorbereiding heeft over de wijze waarop het kabinet de voortgang van de uitwerking van het Veiligheidsprogramma wil monitoren en de wijze waarop daarover aan het parlement verantwoording wordt afgelegd. Wij zullen u daarover voor 22 januari 2003 informeren. Daarbij zullen wij rekening houden met de wens te komen tot een regelmatige bespreking van de voortgang van de uitvoering, zij het op een wijze die extra lasten vermijdt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven