28 600 V
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2003

nr. 66
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2003

Graag informeren wij u hierbij – mede namens de Minister-president – over de EU-Rusland Top te Sint-Petersburg op 30 en 31 mei jl.

De Top stond in het teken van het aanhalen van de banden tussen de Europese Unie en Russische Federatie in het bijzonder in het vooruitzicht van de uitbreiding van de EU met tien nieuwe leden per 1 mei 2004.

Mede met het oog daarop is besloten de samenwerking tussen de EU en de Russische Federatie te intensiveren, met als langere termijn doelstelling de schepping van een gemeenschappelijke economische ruimte, van een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, van een ruimte voor samenwerking op het gebied van externe veiligheid alsmede een ruimte voor onderzoek en onderwijs, waaronder ook culturele aspecten. De geleidelijke ontwikkeling van deze gemeenschappelijke ruimten zal plaatsvinden in het kader van de Overeenkomst voor Partnerschap en Samenwerking (PCA), waarvan de tenuitvoerlegging zal worden versterkt door de bestaande Samenwerkings Raad om te zetten in een Permanente Partnerschaps Raad. Ook is overeengekomen de structuren voor de buitenlands politieke dialoog te stroomlijnen.

In de discussie, waaraan ook werd deelgenomen door de regeringsleiders van de tien toetredende landen, is algemeen de wens naar voren gekomen de betrekkingen EU-Rusland verder te verbeteren waarbij de nadruk werd gelegd op het boeken van concrete resultaten. Op economisch vlak ging vooral de aandacht uit naar de gewenste toetreding van Rusland tot de Wereld Handels Organisatie, terwijl de recente Russische aankondiging het Kyoto Protocol te zullen ondertekenen algemeen werd begroet.

Met betrekking tot de samenwerking op JBZ-gebied, inclusief grensbewaking en migratie, werd de wil uitgesproken nieuwe scheidslijnen op het Europees continent te voorkomen; beide partijen kondigden in dat verband aan de voorwaarden voor visa-vrij reizen tussen de EU en Rusland als lange termijn perspectief te gaan onderzoeken. Ook werd verdere samenwerking aangekondigd op het gebied van de productie van drugs in Afghanistan en zijn buurlanden alsmede op het gebied van de bestrijding van terrorisme en zijn sponsors.

Wat de buitenlandse en veiligheidspolitiek werd de groeiende praktische samenwerking in Bosnië-Herzegovina besproken alsmede de mogelijkheden om in multilateraal verband de verspreiding van massavernietigingswapens tegen te gaan.

Nederland, bij monde van Minister-president Balkenende, heeft in de discussie aandacht gevraagd voor het gevaar van de verspreiding van massavernietigingswapens, in het bijzonder in relatie tot de terroristische dreiging. Tevens is steun uitgesproken voor de politiek van verzoening en dialoog die thans, vooral na het jongste referendum, in Tsjetsjenië een kans lijkt te gaan krijgen. In dit verband heeft de Minister-president ook gewezen op de hulp die internationale organisaties, zoals de OVSE, bij dit proces kunnen bieden. Tenslotte heeft de Minister-president, evenals EU-voorzitter Simitis, aandacht gevraagd voor het lot van de verdwenen humanitair werker Arjan Erkel en aangedrongen op blijvende Russische inzet voor zijn redding. Op alle drie de onderwerpen ontving de Minister-president ter vergadering een positief antwoord van de Russische President Poetin.

De EU-Rusland Top had plaats mede in het kader van de viering van het driehonderdjarig bestaan van Sint-Petersburg. Voor de hiermee verbandhoudende festiviteiten waren, naast de leiders van de EU-landen, ook vele andere staatshoofden en regeringsleiders uitgenodigd, waaronder die van de Verenigde Staten, Canada, India, China en Japan. Mede daardoor bood deze Top de gelegenheid tot velerlei contacten met andere staten, zowel met het oog op vraagstukken van internationale en Europese politiek als voor de versteviging van bilaterale betrekkingen.

Bijgevoegd1 vindt u de gezamenlijk overeengekomen Verklaring van de EU-Rusland Top van 31 mei 2003.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. G. de Hoop Scheffer

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

A. Nicolaï


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven