nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2002
Ter informatie stuur ik u bijgaand een notitie over de herijking van het
financieringsbeleid en de uitgifte van staatsleningen. De notitie bespreekt
het beleidskader zoals dat sinds 1998 geldt en de verbeteringen die daarin
per 1 januari a.s. zullen worden aangebracht. Deze brief geeft een samenvatting
van de voornaamste punten.
In de tweede helft van 2002 heeft een intern herijkingsonderzoek plaatsgevonden
van het in de afgelopen jaren gehanteerde kader voor het financieringsbeleid.
De uitkomst is dat het bestaande kader kan worden gecontinueerd, maar ook
dat enkele verbeteringen mogelijk en wenselijk zijn. De aanpassingen betreffen
toevoeging van een nieuwe sturingsvariabele en verbetering van de mogelijkheid
om te reageren op jaarlijkse veranderingen in de financieringsbehoefte.
In overeenstemming met het VBTB-beleid worden sinds 2000 in begroting
IXA (nationale schuld) voor het financieringsbeleid een hoofddoel, operationele
doelen alsook sturings- en prestatie-indicatoren onderscheiden. Voor de goede
orde zij opgemerkt dat het ongewijzigde hoofddoel een efficiënt en effectief
beheer van de staatsschuld is en het op adequate wijze voorzien in de financieringsbehoeften
van de Staat. Ook de drie operationele doelen die zijn afgeleid van dit hoofddoel
blijven ongewijzigd. Het betreft respectievelijk de noodzakelijke afweging
van rentekosten en budgettaire risico's, de bevordering van de verhandelbaarheid
van staatsleningen en een efficiënt schatkistsaldobeheer.
De afgelopen jaren is een geplande schuldverkorting gerealiseerd. Daartoe
is de zogenoemde modified duration gehanteerd als stuurvariabele en prestatie
indicator. In het kader van VBTB is deze maatstaf toegelicht en opgenomen
in de begroting en de verantwoording van begrotingshoofdstuk IXA (nationale
schuld). Deze maatstaf zal ook in de toekomst worden berekend en gepubliceerd.
Voor de komende jaren bestaat behoefte aan een additionele sturingsvariabele.
De modified duration is een nationaal en internationaal veel gebruikte variabele
en blijft daarmee een belangrijke vergelijkingsmaatstaf. Echter, het is ook
een tamelijk technische variabele die bovendien geen inzicht geeft in de meerjarige
ontwikkeling van dat deel van de schuld dat jaarlijks opnieuw moet worden
gefinancierd. Daarnaast kan met recht worden gevraagd of met het gebruik van
uitsluitend de modified duration voldoende rekening wordt gehouden met veranderingen
in de omvang van de nationale schuld als percentage van het BBP. Immers, bij
een relatieve toename van de schuld daalt de capaciteit om begrotingstegenvallers
ten gevolge van rentestijging op te vangen. Als de schuld wordt afgebouwd,
neemt deze capaciteit toe.
Als nieuwe stuurvariabele wordt gekozen voor het aflossingspatroon en
meer in het bijzonder het jaarlijkse risicobedrag. Dit is het bedrag waarover
jaarlijks de rente wordt vastgesteld. Rekening houdend met de uitkomsten van
het financieringsbeleid in de landen van de euro-zone met een vergelijkbare
kredietwaardigheid – Duitsland en Frankrijk – zal worden gestuurd
op een risicobedrag van 9% van het BBP. Dit betekent dat ernaar wordt gestreefd
om het bedrag waarover jaarlijks de rente wordt vastgesteld ex-ante niet groter
of kleiner te doen zijn dan 9% BBP.
Het kader dat de afgelopen jaren is gehanteerd bleek onvoldoende toegesneden
op de soms aanzienlijke jaarlijkse veranderingen van de financieringsbehoefte.
Als gevolg van het doorgaans onvoorziene karakter van deze veranderingen dient
een aanpassing te worden doorgevoerd in het geldmarktbeleid. Het deel van
de schuld dat met geldmarktleningen (DTC's) wordt gefinancierd is vanaf 2002
met circa 15 miljard euro structureel hoger dan de 5–7 miljard in voorgaande
jaren. Hierdoor kan dit deel als buffer dienen om plotselinge fluctuaties
in de schuldomvang op te vangen. De gevolgen van deze component voor de looptijd
(duration) van de portefeuille worden geheel binnen het bestaande risicomanagement
opgevangen.
Voor de kapitaalmarktfinanciering betekent het aangepaste kader dat de
Staat ieder jaar nieuwe leningen blijft uitgeven van 3 jaar en 10 jaar, maar
ook dat met het oog op de noodzakelijke flexibiliteit van het financieringsbeleid
heropening van leningen met een resterende looptijd van 2, 4 of 5 jaar
mogelijk is. De afgelopen drie jaar zijn geen leningen uitgegeven met een
langere looptijd dan 10 jaar. Dit beleid zal worden gecontinueerd.
De genoemde aanpassingen van het financieringskader amenderen de beschrijving
van het financieringsbeleid zoals vervat in Begroting IXA en zullen in de
komende begrotings- en verantwoordingsdocumenten over dit begrotingshoofdstuk
worden geïntegreerd. Er zal voorts naar worden gestreefd om een volgend
herijkingsonderzoek te doen plaatsvinden in 2006.
De Minister van Financiën,
J. F. Hoogervorst