28 512
Voorstel van wet van het lid Dijksma tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het stellen van regels omtrent sponsoring van scholen in het primair en voortgezet onderwijs

nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID LAMBRECHTS

Ontvangen 10 september 2003

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, wordt aan artikel 13a een lid toegevoegd, luidende:

3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

In artikel II, onderdeel C, wordt aan artikel 22a een lid toegevoegd, luidende:

3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

III

In artikel III, onderdeel C, wordt aan artikel 24a1 een lid toegevoegd, luidende:

3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement waarborgt dat de beide Kamers hun oordeel kunnen geven over de algemene maatregel van bestuur voordat deze van kracht wordt. Zo'n oordeel van de kamers is wenselijk omdat het convenant bepalingen kent in termen van fatsoensnormen, die juridisch niet één-op-één kunnen worden vertaald.

Het amendement geldt voor het wetsvoorstel, zoals het luidt na de overneming door de initiatiefnemer van het amendement van het lid Slob op stuk nr. 13.

Lambrechts

Naar boven