nr. 16
MOTIE VAN HET LID DITTRICH C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat belangrijke internationale rechtsprekende instellingen
in Den Haag gevestigd zijn, zoals het Joegoslavië Tribunaal en het Internationaal
Strafhof;
overwegende, dat het van groot belang is dat journalisten uit de hele
wereld de openbare terechtzittingen van deze instituties kunnen verslaan;
overwegende, dat zittingen van deze instellingen regelmatig worden uitgesteld
in verband met ziekte van de verdachte, afwezigheid van de getuigen et cetera
en dat de planning van de werkzaamheden van de journalisten dientengevolge
flexibel dient te zijn;
constaterende, dat journalisten van buiten de Europese Unie enorme problemen
ondervinden bij het tijdig verkrijgen van een MVV (Machtiging Voorlopig Verblijf)
om hun werkzaamheden hier uit te oefenen en dat aanpassingen van hun verblijfsduur
in de praktijk op bureaucratische problemen stuit;
overwegende, dat de Associatie van journalisten bij het Internationaal
Strafhof zich over de houding van de Nederlandse overheid ten aanzien van
het verstrekken van MVV's heeft beklaagd;
spreekt als haar mening uit dat de regering ervoor zorgt dat buitenlandse
journalisten gemakkelijk aan de benodigde toestemming komen om hun werk in
Nederland te kunnen verrichten en dat de overheid zich flexibel opstelt, indien
het werk van de betreffende journalisten daarom vraagt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dittrich
Albayrak
Vos