28 503
Wijziging van de Wet op de dierproeven

nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2003

14 mei 2003 vergaderde de Centrale Commissie Dierproeven. In deze vergadering besloot de Centrale Commissie Dierproeven het initiatief te nemen om de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op de hoogte te brengen van de mening van de Commissie over het nader herziene amendement (Kamerstuk 28 503 nr. 10). Bij deze zend ik u de betreffende brief van de Centrale Commissie Dierproeven.

De CCD acht het niet nodig en niet wenselijk om de wet conform het voorgestelde amendement te wijzigen. Wel geeft de CCD aan dat, hoewel het formeel niet noodzakelijk is, «het wellicht wenselijk is» dat ik duidelijke afspraken maak met de Dierexperimentencommissies over een advisering binnen 48 uur in spoedeisende gevallen. Zoals ik al had toegezegd aan de Kamer volg ik dit deel van het CCD advies op.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorpkst-28503-12-1.gif

Naar boven