nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 29 april 2003
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij verzocht
in te gaan op enkele vragen die leden van uw Kamer hebben gesteld bij de behandeling
van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de Dierproeven (TK 28 503).
Deze leden hadden vragen gesteld over de stand van zaken betreffende de uitplaatsing
van de chimpansees die thans nog bij het Biomedical Primate Research Center
(BPRC) te Rijswijk verblijven, naar Stichting AAP, die daartoe faciliteiten
zou bouwen te Almere en Relleu (Spanje).
Op 4 oktober 2002 hebben vertegenwoordigers van Stichting AAP en het BPRC
en ik (mede namens mijn ambtgenoot van VWS) een hoofdlijnenakkoord getekend
over de uitplaatsing en pensionering van de BPRC-chimpansees bij Stichting
AAP.
Dit hoofdlijnenakkoord wordt uitgewerkt in een gedetailleerd convenant.
In bijlagen bij het convenant worden de eisen m.b.t. veiligheid, gezondheid,
huisvesting en dierenwelzijn opgenomen; deze eisen zijn inmiddels opgesteld
in uitvoerig overleg tussen Stichting AAP en vertegenwoordigers van VWS en
de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA), welke belast is met het toezicht krachtens
de Wet op de Dierproeven. Medio december is tussen medewerkers van mijn ministerie
en van VWS en vertegenwoordigers van de VWA, het BPRC en Stichting AAP overeenstemming
bereikt over de tekst van het convenant. Deze tekst is aan mij en aan de staatssecretaris
van VWS ter goedkeuring voorgelegd.
Het heeft in het najaar van 2002 veel tijd gekost om de bouwplannen van
Stichting AAP te doen voldoen aan de huisvestingseisen die gedurende de zomer
van 2001 zijn geformuleerd door de begeleidingscommissie voor de nieuwbouw.
In januari en februari van dit jaar is gebleken bij bestudering van de bouwplannen
(waarvan een eerste exemplaar nog juist vóór Kerstmis door Stichting
AAP ter beschikking was gesteld), dat deze plannen tekortkomingen vertoonden
ten aanzien van enkele bouwtechnische aspecten en met betrekking tot de invulling
van een aantal belangrijke eisen die de VWA stelt aan de huisvesting
uit oogpunt van veiligheid en gezondheid van mens en dier. Desgevraagd heeft
de Rijksgebouwendienst (RGD) een technische second opinion uitgebracht; de
RGD achtte het Programma van Eisen onvoldoende uitgewerkt. Om deze redenen
is, in goed overleg met Stichting AAP, nog niet overgegaan tot ondertekening
van het convenant.
Op 4 maart jl. is overleg gevoerd met de RGD, de VWA én Stichting
AAP. Daarin is afgesproken, dat Stichting AAP z.s.m. een goed verdedigbaar
bouwplan en programma van eisen, resp. een daarop gebaseerd deugdelijk financieel
plaatje opstelt. Hierover is medio april opnieuw overleg gevoerd. Dat overleg
heeft ertoe geleid, dat het convenant in de loop van de maand mei door de
betrokken partijen kan worden getekend.
Het lid van uw Kamer Samson heeft enkele opmerkingen gemaakt ten aanzien
van de financiering van de onderbrenging van de chimpansees bij Stichting
AAP. Zo merkte hij op, dat de vereiste middelen niet ter beschikking zouden
zijn gesteld. Ik stel het op prijs om hierover enkele misverstanden uit de
weg te ruimen.
Vanaf het eerste moment was duidelijk, hetgeen ook kan blijken uit de
brief van mijn ambtsvoorganger aan uw Kamer d.d. 18 maart 2002, dat de
overheid aan Stichting AAP de volledige kosten van de huisvesting en verzorging
van de chimpansees tot hun dood zou vergoeden. In het overleg tussen de overheid
en Stichting AAP is dat nooit een punt van discussie of twijfel geweest. Vanaf
het begin is het ook voor Stichting AAP duidelijk geweest dat de bouwinvesteringen
zouden moeten worden gefinancierd door een lening, door Stichting AAP aan
te gaan bij een financiële instelling; de volledige kosten van rente
en aflossing van deze lening zouden, zo stond vanaf het begin vast, door de
overheid worden vergoed. Om dat vast te leggen zijn in het conceptconvenant
bepalingen opgenomen waarin mijn ministerie zich garant stelt. Op verzoek
van Stichting AAP hebben enkele van mijn medewerkers een gesprek gevoerd met
een commerciële bank, ten einde duidelijkheid te bieden m.b.t. de garantie
die in het convenant aan de Stichting AAP wordt geboden, zodat de aflossing
van de lening die AAP heeft gevraagd, is gewaarborgd. Ik verwacht dan ook
dat de Stichting AAP een lening zal verkrijgen waarmee de huisvesting kan
worden gefinancierd en waarvan de kosten van rente en aflossing geheel door
de overheid worden vergoed.
Tot het moment dat de chimpansees daadwerkelijk kunnen worden overgebracht
naar de faciliteiten van Stichting AAP, zullen ze verblijven bij het BPRC
en daar zo goed mogelijk worden verzorgd. Ik vermeld daarbij dat het BPRC
thans zijn bouwplannen uitvoert. Een eerste apenverblijf zal nog vóór
de zomer gereed zijn.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
M. J. A. van der Hoeven