28 496
Technische verbeteringen van de Wet op het BTW-compensatiefonds

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende technische verbeteringen van de Wet op het BTW-compensatiefonds.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

1 augustus 2002

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut ! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen dat het wenselijk is om enkele technische verbeteringen aan te brengen in de Wet op het BTW-compensatiefonds;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het BTW-compensatiefonds wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 3, onderdeel a, wordt na «de omzetbelasting die» toegevoegd: door een ondernemer.

B. Artikel 4 komt als volgt te luiden:

Artikel 4

1. Het recht op een bijdrage wordt uitgesloten voor de omzetbelasting op de in artikel 3 bedoelde goederen en diensten welke gebezigd worden:

a. om verstrekt, verleend of ter beschikking gesteld te worden aan een of meer individuele derden;

b. voor het aan het personeel van het publiekrechtelijk lichaam of het regionaal openbaar lichaam verlenen van huisvesting, uitkering van loon in natura, geven van gelegenheid tot sport, ontspanning of privé-vervoer, dan wel voor andere persoonlijke doeleinden van het personeel of

c. voor het verrichten van prestaties, al dan niet tegen vergoeding, die, indien zij door een ondernemer worden verricht, zijn vrijgesteld ingevolge artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968.

2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen.

C. In artikel 9, achtste lid, wordt «artikel 34» vervangen door: de artikelen 34 en 34a.

ARTIKEL II

Deze wet treedt, zonodig onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet, in werking met ingang van 1 januari 2003.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad wordt geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

De Staatssecretaris van Financiën,

Naar boven