28 482
Aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (Uitvoering richtlijn auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij)

nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DAM

Ontvangen 10 februari 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel H, onder 2, wordt in artikel 16b, vierde lid, de zinsnede «aan derden worden afgegeven, tenzij de afgifte geschiedt ten behoeve van een rechterlijke of burgerlijke procedure» vervangen door: worden openbaar gemaakt, tenzij de openbaarmaking geschiedt ten behoeve van een rechterlijke of burgerlijke procedure.

Toelichting

Artikel 16b lid 4 van het wetsvoorstel bepaalt – kortweg – dat de op grond van het artikel vervaardigde privé-kopie niet aan «derden» mag worden afgegeven. Het begrip «derden» is echter te beperkt geformuleerd, aangezien daar ook de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring kan worden begrepen. Daarvoor geldt sinds jaar en dag een exceptie, die gehandhaafd zou moeten worden (vgl. art. 12 lid 4 Aw). Vandaar dat beter gesproken kan worden over een verbod op openbaarmaking van een reproductie, dan over een verbod op afgifte aan derden. Openbaarmaking is immers afgifte of ter beschikkingstelling aan derden buiten de kring van familie en vrienden of daaraan gelijk te stellen kring.

Van Dam

Naar boven