28 479
Rechtspositie van politieke ambtsdragers

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2004

Hierbij bied ik u het adviesrapport en het advies op hoofdlijnen «Over dienen en verdienen» van de Adviescommissie beloning en rechtspositie ambtelijke en politieke topstructuur aan1. Bij brief van 14 november 2002 (Kamerstukken, 28 479, nr. 3) heb ik u op de hoogte gesteld van de taakopdracht van deze adviescommissie. De commissie is gevraagd om:

– een integraal advies uit te brengen over de voorstellen gedaan in de notitie Rechtspositie politieke ambtsdragers (Kamerstukken 28 479, nr. 1);

– een advies over normen voor inkomenstoeslagen van de ambtelijke top sector Rijk;

– het ijken van de beloningspositie (primaire beloning en overige arbeidsvoorwaarden) van de ambtelijke en politieke top in de sector Rijk aan relevante deelarbeidsmarkten in de markt- en (semi-)publieke sector;

– een advies over een passende beloning(-sontwikkeling) voor topfunctionarissen van onder de ministeries ressorterende diensten en publiekrechtelijke zelfstandige bestuursorganen.

Het advies is dinsdag 13 april jl. door de voorzitter van de commissie, de heer H.F. Dijkstal, aan mij gepresenteerd. Ik ben voornemens ter voorbereiding van het kabinetsstandpunt met een aantal betrokken personen en organisaties nader over de inhoud van het rapport te spreken. Het kabinetsstandpunt wil ik u nog voor het zomerreces doen toekomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven