28 474
Agentschap Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV)

27 622
Mond- en Klauwzeer

30 300 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2006

28 807
Vogelpestcrisis (Aviaire influenza)

nr. 13
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 19 januari 2006

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft op 8 december 2005 overleg gevoerd met minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over:

de brief van de minister van LNV van 7 oktober 2005 over de afhandeling diverse toezeggingen op het gebied van voedselkwaliteit en diergezondheid (28 474, nr. 12);

de brief van de minister van LNV van 30 september 2004 over scenario-onderzoek vaccinatie bij MKZ-uitbraak en impact op afzet producten (27 622, nr. 128);

de brief van de minister van LNV van 13 oktober 2005 met het beleidsdraaiboek Mond- en Klauwzeer (27 622, nr. 130);

de brief van de minister van LNV van 14 oktober 2005 over LNV en hobbymatige houders van landbouwhuisdieren (29 683, nr. 6);

de brief van de minister van LNV van 18 november 2005 met stand van zaken bestrijding ziekte van Aujeszky bij varkens (30 300-XIV, nr. 63);

de brief van de minister van LNV van 18 november 2005 Vervolgbrief maatregelen risico-insleep vogelgriep (28 807, nr. 90);

de brief van de minister van LNV van 28 november 2005 met actuele vervolginformatie in verband met maatregelen risico-insleep vogelgriep (28 807, nr. 91);

de brief van de minister van LNV van 2 december 2005 over aanpassing regelgeving verzamelen schapen (29 683, nr. 7);

de brief van de minister van LNV van 6 december 2005 over zijn brief aan NOP over de uitspraak van het CBB inzake AI-uitbraak 2003 (LNV0500841);

de brief van de minister van LNV van 6 december 2005 over de uitvoering van motie 28 286, nr. 14, keuringspunt Schiphol. (28 286, nr. 26).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Ormel (CDA) wijst erop dat vaccinatie absoluut geen tovermiddel is en dat het niet even goed en op dezelfde wijze werkt tegen iedere ziekte. Als een ziekte besmettelijk is voor meer diersoorten, is de werking van vaccinatie niet bij iedere diersoort gelijk. Een kip is namelijk geen goudfazant.

Het wordt weliswaar gevierd dat noodvaccinatie bij een uitbraak kan worden toegepast, maar vaccinatie is een preventieve maatregel om te voorkomen dat een dier ziek wordt. De Europese regels voor noodvaccinatie zijn ook heel rigide en zelfs veterinair contraproductief. Dit heeft zijn weerslag in het beleidsdraaiboek voor mond- en klauwzeer. Zo’n draaiboek biedt de mogelijkheid om in een rustige periode de voorgenomen maatregelen te bespreken. Dat moet nu ook gebeuren. Een aantal scenario’s komt echter niet voor in het draaiboek. In de 72 uur standstillperiode wordt eventueel besloten tot vaccinatie van een 2-km-zone rond de geruimde zone van 1 km. Dit beschermingsgebied is niet goed omschreven op pagina 47 van het beleidsdraaiboek. Waarom wordt er niet gedacht aan het vaccineren in het toezichtsgebied? Wanneer wordt er besloten tot het vaccineren van een groter gebied? Het scenario van het vaccineren van een compartiment zou nu aan de orde moeten komen. Eigenlijk zou in dat draaiboek ook moeten zijn aangegeven wanneer er tot preventief vaccineren besloten wordt. Wat is de reactie in Nederland bij een uitbraak net over de grens, in Turnhout of Aken? Waarom wordt Noord-Brabant of Zuid-Limburg dan niet gevaccineerd?

Waarom staat er in de tabel op bladzijde 121 van het draaiboek dat het een optie is dat gevaccineerde dieren toch geruimd worden? Op bladzijde 66 staat echter dat dieren na vaccinatie niet geruimd worden. In het draaiboek staat dat er geen gedifferentieerd beleid is voor hobbydieren. Bij dreiging van mond- en klauwzeer moeten hobby- en tuindieren naar analogie van Aviaire Influenza (AI) preventief gevaccineerd kunnen worden. De minister zou nu daarvoor ruimte moeten scheppen in Europa. Wat bij vogelgriep mogelijk is, moet zeker kunnen bij mond- en klauwzeer. De sleutel ligt in feite bij de OIE (Office International des Epizoöties). Daar wordt er nog te veel van uitgegaan dat een gevaccineerd dier een potentieel risico is als drager en derhalve ziekteverspreider. Bij vaccinatie van dieren in een besmet milieu wordt evenwel het risico van dragers gecreëerd. Dit gebeurt niet bij preventief vaccineren.

Er is onvoldoende nagedacht over de gevolgen van een artikel-10-status bij de ziekte van Aujeszky. Wat gebeurt er met biggen bij een uitbraak van deze ziekte in de Peel? Daar zijn veel meer vermeerderingsbedrijven dan vleesvarkensbedrijven. Het is nogal tegenstrijdig dat er tegelijkertijd wordt gepleit voor het afschaffen van het Europees non-vaccinatiebeleid en voor het afschaffen van vaccinatie voor de ziekte van Aujeszky. De OIE moet opgeroepen worden om de bestrijdingsstrategie aan te passen aan de beschikbaarheid van DIVA-vaccins. De aanpassing van de status dient dan ook te wachten op het standpunt van de OIE inzake een wijziging van de bestrijdingsstrategie. Het is denkbaar dat het vaccineren van vleesvarkens opgeheven wordt, daar er geen sprake is van de ziekte van Aujeszky in Nederland en evenmin in de buurlanden. Wel moet het vaccineren van zeugen gecontinueerd worden.

Het is zorgelijk dat de uitbraak in Roemenië nog niet onder controle is. Er is een enorme uitbraak in de Krim. Er zijn ook verontrustende berichten uit Afrika, het overwinteringsgebied van de Europese trekvogels. Ethiopië, Zimbabwe en Kenia melden namelijk verdachte vogelsterfte. Het is een feit dat het vogelgriepvirus langer overleeft bij koude periodes. De periode van medio februari tot eind april is dan ook sowieso riskant, omdat de vogeltrek ook weer naar Nederland gaat. Dan moet de afschermplicht weer gelden. De oproep is dat in de komende Landbouwraad met kracht gepleit wordt voor het overnemen van de amendementen van Maat en Berman over preventieve vaccinatie. Hoe staat het met de aanvraag om hobbydieren en biologisch gehouden legpluimvee preventief te vaccineren? Het is onbegrijpelijk dat de EU de maximale duur voor het binnenhouden van pluimvee in combinatie met het vermarkten van biologische producten wil beperken tot 12 weken. Is dat wel in het belang van de volksgezondheid en de diergezondheid? Wat moet de biologische legpluimveesector doen, wanneer er na 12 weken een serieus besmettingsrisico is? Wil de minister zich met kracht tegen dit voorstel verzetten? Biologische pluimveehouders noch hobbyhouders mogen het kind van de rekening worden.

De heer Waalkens (PvdA) vindt dat er in de draaiboeken rekening moet worden gehouden met de maatschappelijke kritiek op het ruimen van gezonde dieren. Dat roept ontzettend veel weerstand op. Communicatie is dan van wezenlijk belang, ook preventief, in verband met de maatschappelijke weerstand en het dierwelzijn. Er moet een balans zijn in wat er verordonneerd wordt op het moment dat een draaiboek in werking treedt.

Het beleidsdraaiboek mond- en klauwzeer is een groeidocument. In februari komt er nog een gedetailleerde uitwerking van de vaccinatiestrategie. Wat zijn de criteria voor vaccinatie? In welke verhouding wordt dit instrument toegepast met het oog op de risico’s? Vaccinatie mag niet dienen als verhulling voor het feit dat er geen maatregelen genomen worden. Daarbij is de preventie van insleep van belang, alsook de bestrijdingsstrategie. Er moet dus een proportioneel stelsel van te nemen maatregelen zijn. Als er gestructureerd en gericht gevaccineerd wordt, terwijl er echter geen afzet is van de producten, is destructie van onverkoopbare dieren het gevolg. Vandaar dat een ruime preventieve vaccinatie is te overwegen, maar wel met oog voor de eventueel negatieve gevolgen. Dit moet ook aan de orde komen in de bedrijfsdraaiboeken. Er moet bij een dergelijk afzetprobleem een moreel appèl worden gedaan op de partners. Dit dient onderdeel te zijn van de afspraken met het Diergezondheidsfonds. Er kan gedacht worden aan een vorm van korting op de uitkering.

Bij dreiging moeten hobbydieren en biologisch legpluimvee met uitloop preventief gevaccineerd worden. Daarmee moet maar begonnen worden; de consequenties worden dan wel duidelijk.

Kan de minister de afschermplicht toch doorzetten na 1 januari? Wil hij daartoe vroegtijdig met de partijen om de tafel gaan zitten? In augustus ging dat niet goed en dat mag niet weer gebeuren.

De PvdA is voorstander van het continueren van de entplicht met ontheffingen bij Aujeszky. Blijft de minister in het Permanent Veterinair Comité aandringen op het vaccineren tegen varkenspest op de Balkan?

Mevrouw Van Velzen (SP) begrijpt dat de sector werkt aan een logistiek plan en dat er daarna een voorlichtingsplan komt over het vermarkten van geënt vlees. In 2002 is er evenwel bijna unaniem een motie aangenomen waarin wordt gevraagd om direct met een voorlichtingscampagne voor de consument te beginnen. Bij een uitbraak is het daarvoor namelijk te laat. Het CBO wilde zich daar graag voor inzetten. Zet de minister zich er tegen deze achtergrond voor in dat er in samenwerking met de sector snel een voorlichtingsplan komt? Wil hij daarvoor een deadline aangeven? Een voorlichtingsplan is van essentieel belang voor het draagvlak voor het vaccinatiebeleid.

Wat zijn de resultaten van de recente oefening van grensoverschrijdende uitbraken dan wel uitbraken dicht bij de Nederlandse grens? Kan de Kamer op de hoogte gebracht worden van de evaluatie van die rampoefening?

De minister moet de sector niet helpen bij het verkrijgen van de artikel-10-status bij Aujeszky. Dat is strijdig met het streven om toestemming te krijgen voor vaccinatie voor allerlei andere dierziekten. Er is ook een dierwelzijnsprobleem. Dit wordt als een groot knelpunt gezien. Ziet de minister het als zijn verantwoordelijkheid om in dit verband de dierwelzijnsproblemen te verhelpen?

Wat zijn de geraamde kosten bij een uitbraak van Aujeszky in Nederland? Naar schatting levert het de sector 16 mln. per jaar op om van vaccinatie af te zien. Uit de beschikbare informatie kan worden afgeleid dat Aujeszky kan overslaan op schapen, rundvee en huisdieren, zoals honden en katten. Is de consequentie dat huisdieren worden geruimd? Wat is daarvoor het maatschappelijk draagvlak?

Uit onderzoek in de praktijk is gebleken dat er op Schiphol geen informatie aan toeristen wordt gegeven naar landen met (dreigende) uitbraken van vogelgriep. De reisbureaus geven om hun moverende redenen ook geen goede informatie. Met name de websites van de ministeries van Buitenlandse Zaken en van LNV geven wel goede voorlichting. Wil de minister de reisbureaus benaderen met het verzoek dat zij uit zichzelf goede informatie aan de toeristen geven?

Wat is de stand van zaken in de financiële bijdrage aan de FAO? De vorige keer bleek daar een groot acuut probleem te zijn. Er zou een donorconferentie komen. Is er genoeg geld ingezameld en zijn de problemen voorbij? Zo niet, kan de minister andere landen ertoe aansporen om meer geld te schenken?

Er is gebleken dat zowel in Amsterdam als in Barneveld op de markten pluimvee (duiven) verhandeld wordt. Dat mag toch niet vanwege de maatregelen in verband met vogelgriep? Welke acties neemt de AID? Hoe alert is de AID in dezen?

Geldt de preventieve vaccinatie ook voor de traditionele bio-industriekippen? Bij uitbraken slaat de ziekte daar stevig toe.

Namens GroenLinks deelt zij mee dat GroenLinks geen voorstander is van de ophokplicht. Er wordt dan ook een betere onderbouwing gewenst van een eventuele ophokplicht bij de komende voorjaarstrek. De insleep via transport heeft namelijk een hoger risico dan dieren die buiten rondlopen.

Wat zijn de resultaten van het onderzoek naar de dubbele ontsmettingsplicht?

Worden de kosten van een uitbraak van vogelpest in Nederland doorberekend aan de sector? Wat zijn de plannen dienaangaande?

De heer Oplaat (VVD) brengt verslag uit van zijn recente bezoek aan Kazachstan. Daar zijn de toestanden bij het ruimen van dieren erbarmelijk. Daaruit trekt hij de conclusie dat de intensieve veehouderij in Nederland het goed voor elkaar heeft. Bij terugkomst op Schiphol zou hem naar Amerikaans en Canadees voorbeeld een foldertje moeten zijn uitgereikt met informatie over vogelgriep.

De minister zal het in Europa moeilijk hebben. Zelfs de Kamer kan het onderling niet echt eens worden. Veel hangt af van de afzet van gevaccineerde producten door de sector en de bestaande handelsbeperkingen terzake. Hoe is het dus gesteld met de afspraken over afzet van producten van gevaccineerde dieren? De onderhandelingen hierover duren weliswaar al een tijd, maar dat heeft hij liever dan dat de onderhandelingen snel worden afgerond en dat dit tot niets leidt. Nederland is speler in dit internationale veld. Het doel is immers om te voorkomen dat gezonde dieren geruimd worden.

Wordt er bij een uitbraak van dierziekte gevaccineerd? Bij een uitbraak moet een groep deskundigen binnen 72 uur een strategie bepalen; die eerste 72 uur zijn wel bepalend voor verdere uitbraken.

De Europees parlementariër Jan Mulder heeft een aantal amendementen ingediend, onder andere over de afzet van vlees en de vaccinatie. Er is ook gevraagd om geld vrij te maken voor het ontwikkelen van vaccins en testmethoden. Een van de amendementen strekt tot een verbod op het etiketteren en promoten van vlees op grond van het al dan niet afkomstig zijn van gevaccineerde dieren. Wanneer etiketten daarover informatie moeten bevatten, zal dat voor alle vaccinaties moeten gelden. Dat is ondoenlijk. Zoiets zou onnodig paniek veroorzaken, want vlees van gevaccineerde dieren is niet schadelijk voor de volksgezondheid, zo is gebleken.

Er moet ook geen paniek zijn bij bedrijven die besmet zijn met een laagpathogeen virus. Er moet daar zo mogelijk niet geruimd worden, maar wanneer de dieren na enkele weken slachtrijp zijn, moeten die gewoon geslacht worden. Hierover is ook een amendement ingediend bij de Europese Unie. Wat is de mening van de minister hierover?

Wat is de stand van zaken bij het conceptplan voor de vaccinatie van hobbydieren? De ophok- en afschermplicht wordt per 1 januari 2006 beëindigd. Eind december zal worden nagegaan of deze plicht daadwerkelijk afgeschaft kan worden. Wordt de ophokplicht weer opgetuigd bij de omgekeerde vogeltrek in het komende voorjaar?

De definitie van de IBR-bedrijven is noodzakelijk in verband met de export naar Duitsland. Bedrijven met de aanduiding IBR-vrij kunnen gemakkelijker naar Duitsland exporteren. Wil de minister nader op de definitie ingaan?

Wil de minister in principe meewerken aan het verkrijgen van de artikel-10-status voor Aujeszky? De voorwaarden hiervoor zijn onder andere het niet-ruimen van gezonde dieren en een bestrijdingsplan dat volledig wordt gedragen. Bovendien komen de kosten hiervan voor rekening door het bedrijfsleven. Uit het gehouden rondetafelgesprek bleek dat er een verschil van mening is tussen de belangenorganisaties en het bedrijfsleven. Bovendien is er geen overeenstemming over het bedrijfsplan en evenmin over het moment van staken van de vaccinatie. De VVD wil goedkeuring geven aan het aanvragen van de artikel-10-status, wanneer het bedrijfsleven het onderling eens is.

De heer Van den Brink (LPF) concludeert, gezien de historie, dat er in het voorjaar de grootste kans op een uitbraak van een besmettelijke dierziekte bestaat. Daarvan moet men zich rekenschap geven. De ophokplicht moet dus gehandhaafd worden tot minimaal het voorjaar. Er moeten geen risico’s genomen worden. De burger verlangt van de overheid dat het probleem voorkomen wordt. De sector kan een volgende imagodeuk ook niet aan.

De draaiboeken voor mogelijke uitbraken zijn nooit compleet; die zullen ook nooit voor alle gevallen kunnen gelden. De meest relevante vraag is echter hoe er in de eerste 24 uur en vervolgens 72 uur wordt gehandeld. In de draaiboeken is niets te lezen over het meest belangrijke: de virusisolatie. Bij de MKZ-uitbraak in 2001 moest het CDI in Londen informeren op welke wijze de aanwezigheid van het virus vastgesteld moest worden! Dat was een aanfluiting en zoiets mag nooit meer gebeuren.

De bepaling van een vervoersverbod van zes weken is niet haalbaar. Daarmee worden welzijnsproblemen gecreëerd. Een fokverbod zal alleen voor de varkenshouderijen moeten gelden en niet voor de rundvee- en de schapenhouderijen. Geldt vaccinatie bij mond- en klauwzeer ook voor de varkenshouderijen? Zijn er met grootwinkelbedrijven afspraken gemaakt over de afzet van vlees van gevaccineerde dieren? De grootwinkelbedrijven moeten dat vlees afnemen tegen de dan geldende marktprijs. Als er geen afzet voor dat vlees is, wordt vaccinatie een flop. Een voorlichtingscampagne over het eten van vlees van geënte dieren zal namelijk totaal geen effect hebben. Er wordt nu ook al vlees gegeten van geënte dieren. Noodvaccinaties zijn in dit licht effectief. Het geld voor een voorlichtingscampagne kan dus beter ergens anders voor gebruikt worden. De motie over een voorlichtingscampagne was overigens een sympathiek gebaar.

Het streven naar de artikel-10-status voor Aujeszky is in tegenspraak met het streven naar toestemming voor vaccinatie. Natuurlijk moet de sector het eerst onderling eens zijn. De verwachting is dat de afzet van biggen niet geregeld kan worden zonder dat er een welzijnsprobleem ontstaat. Er moet ook zekerheid over komen dat er niet geruimd c.q. vernietigd hoeft te worden. Misschien is het als tegemoetkoming mogelijk dat de vleesvarkens niet meer geënt worden. Welke consequenties heeft dat? In de fokkerij moeten de varkens wel geënt blijven worden. Bedrijven die per se willen exporteren, kunnen misschien de artikel-10-status redelijk ongestraft houden. Immers, de rest van de bedrijven vaccineert hun varkens.

Waarom is er een bedrijfsdraaiboek in de paardenhouderij nodig? De ziektes die de minister noemt, komen hier niet voor.

In verband met het islamitische offerfeest in januari is het van belang dat de verruiming in de verzamelregelgeving voor schapenhouders voor die tijd gereed is.

Antwoord van de minister

De minister ondersteunt de benadering van het CDA om doelvoorschriften op te stellen in samenspraak met de OIE. De inzet voor de vaccinatie voor bijvoorbeeld vogelgriep is gebaseerd op een risicoanalyse. De geschiedenis is gegaan van non-vaccinatie, via dierziekten, zoals MKZ en klassieke varkenspest, naar noodvaccinatie nu op basis van risicoanalyses. Het preventief vaccineren is echter nog ver weg, ondanks dat Nederland zich daarvoor inzet, ook bij de OIE. Nederland heeft daarvoor recht van spreken, gezien de drie uitbraken van besmettelijke dierziekten in de afgelopen jaren. Nederland heeft daardoor kennis van de maatschappelijke consequenties, alsook van de bestrijding en zelfs voorkoming van dergelijke dierziekten. Toch zijn er, zij het langzaam, vorderingen gemaakt.

De cirkel van 2 km staat los van de beschermings- en de toezichtgebieden. Studies hebben namelijk uitgewezen dat het vaccineren in een dergelijke straal in bijna alle gevallen voldoende is voor een snelle bestrijding van een uitbraak. Dit gaat dus om bestrijdingsvaccinatie. Een ruimere cirkel geeft veel meer problemen, in het bijzonder bij de afzet van producten van gevaccineerde dieren. Daarom is er voor een optimum gekozen die adequaat is als bestrijdingsstrategie. Dit staat los van het wettelijk vereiste beschermingsgebied van 3 km.

Een groep van deskundigen is stand by om bij een uitbraak advies te geven. Deze groep heeft de vaccinatiestrategie op voorhand besproken. Daarbij zijn de vragen aan de orde geweest wanneer er gevaccineerd moet worden en of dat in een groter gebied dan de cirkel van 2 km moet gebeuren. In februari is er een MKZ-oefening gepland. Het advies van de groep deskundigen wordt dan getoetst.

Het afschaffen van het non-vaccinatiebeleid is internationaal volop in ontwikkeling. In 2005 heeft de nieuwe AI-richtlijn op dit gebied nog meer mogelijkheden geboden: preventief vaccineren op basis van risicoanalyses door deskundigen. Dit houdt ook verband met een uitbraak vlak over de grens, bijvoorbeeld in Turnhout. Op basis van een advies van deskundigen kan er dus preventief gevaccineerd worden om de bestrijding op te pakken.

In de tabel op bladzijde 121 worden dieren bedoeld waarvan gebleken is dat zij besmet zijn met het virus, alsook dat zij gevaccineerd zijn. Besmette dieren, gevaccineerd of niet, worden altijd geruimd. Dat is staand beleid.

Daar de afschaffing van het non-vaccinatiebeleid in ontwikkeling is, verschuiven de mogelijkheden voor het enten van AI, ook voor hobbydieren. De dieren in dierentuinen mogen al preventief geënt worden. Nederland heeft een conceptplan voor aanpak vaccinatie AI ingediend. Voor pluimvee met vrije uitloop is het conceptplan voor preventieve veccinatie AI in ontwikkeling. Dat plan moet de Europese Commissie accorderen. De eerste indicaties over de uitslag zijn niet ongunstig. Als een land zelfstandig maatregelen neemt zonder toestemming van de Europese Commissie, komen de consequenties voor de handelsstromen voor rekening van dat land. Dat kan Nederland niet voor zijn rekening nemen.

Daar het bedrijfsleven het onderling nog niet eens is, is Nederland heel terughoudend met het aanvragen van de artikel-10-status voor Aujeszky. Dat gebeurt pas als het hele bedrijfsleven achter die aanvraag staat. Een plan van aanpak voor de bestrijding dat ook een oplossing biedt voor een uitbraak in een veedicht gebied moet sluitend zijn. De minister behoudt zich wel het recht voor om over het bestrijdingsplan van het bedrijfsleven, zich zelfstandig een oordeel te vormen. Hij is geen groot voorstander van de artikel-10-status, maar heeft wel oog voor de voordelen voor het bedrijfsleven.

Een tussenoplossing kan zijn om alleen op de vermeerderingsbedrijven nog te laten enten. Een andere tussenoplossing is om bij een dreiging te gaan vaccineren. Bij een uitbraak moet gevaccineerd worden. Onderzocht zal worden welke mogeljkheden ontstaan als alleen bij de vleesvarkens het vaccineren wordt gestopt zolang er geen sprake is van besmetting.

Als er tot een andere status wordt overgegaan, heeft dat wel maatschappelijke consequenties, vooral als de bestrijding niet op een maatschappelijk verantwoorde wijze plaatsvindt. Te denken is aan de beelden op de televisie van het ruimen van dieren. Zoals gezegd, Nederland is daarenboven pleitbezorger van vaccinatie. Ook dit punt komt later weer aan de orde.

De kosten komen overigens altijd voor rekening van het bedrijfsleven. Aujeszky is geen dierziekte in de categorie van AI en MKZ. Dat is een groot onderscheid. De overheid is in dezen dus niet verplicht tot handhaven. Er zijn echter ook consequenties voor hobbydieren of andere diersoorten. Deze dieren mogen namelijk geënt worden.

De Europese Commissie heeft besloten om in verband met AI de einddatum voor de afschermplicht te verlengen tot eind mei 2006. Daarbij is rekening gehouden met de voorjaarstrek. Tegelijkertijd is gelukkig besloten om aan de lidstaten de mogelijkheid te bieden om op basis van risicoanalyses terzake eigenstandig besluiten te nemen. Het blijft voorwerp van onderzoek of en zo ja, wanneer de risico’s van de voorjaarstrek aanleiding zijn tot het opnieuw instellen van de afschermplicht. Men hoeft er niet aan te twijfelen dat, wanneer die risico’s reëel worden geacht op basis van onderzoek door deskundigen, de afschermplicht weer wordt ingevoerd. De minister blijft zich inzetten voor het mogelijk maken van preventieve vaccinatie van hobbydieren en commercieel pluimvee met vrije uitloop, waaronder ook biologisch gehouden pluimvee. Daar moeten de andere landen dan echter wel in meegaan. Dit is overigens wel het streven. Dit punt wordt dan ook aan de orde gesteld in Brussel en in het Veterinair Comité.

De verwachting is dat over deze nieuwe richtlijn in de komende Landbouw- en visserijraad overeenstemming wordt bereikt. De minister wil zonder twijfel niets liever dan dat die diersoorten gevaccineerd worden die met AI bedreigd worden. Er wordt alles in het werk gesteld om dat te bewerkstelligen, maar de armen van de minister zijn af en toe te kort.

Het is een langdurig proces naar de afzet van producten van gevaccineerde dieren. In een aangenomen motie is gevraagd om hiervoor een communicatieplan te maken, maar de vraag is of dat een goede strategie is. Het bedrijfsleven werkt nu namelijk mee aan de afzet van die producten en dat is wel eens anders geweest. Daar is het besef gekomen dat het bedrijfsleven een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft om daaraan bij te dragen. Er zijn evenwel logistieke knelpunten. Per keten wordt er naar oplossingen gezocht. De resterende knelpunten worden geïnventariseerd en daarbij wordt nagegaan op welke wijze het ministerie een bijdrage kan leveren aan een oplossing in de vorm van ondersteuning. Misschien is er nog onderzoek nodig. Het bestaande draaiboek heeft al veel onduidelijkheden weggenomen, bijvoorbeeld over de omvang van de gebieden. Een bedoeling is dat de producten gewoon op de schappen in de winkels komen te liggen. De gedachte is dat hoe minder dit in de openbaarheid wordt gebracht, bijvoorbeeld in een communicatieplan, des te gemakkelijker deze producten, waar helemaal niets mis mee is, hun weg in de voedselketen vinden.

De landbouwbureaus in het buitenland werken er bovendien hard aan om de exportlanden ervan te overtuigen dat er geen gezondheids- of welzijnsaspecten aan die producten zitten. Op het ogenblik gaat het hard in Europa met de overtuiging dat de producten van geënte dieren afgezet moeten kunnen worden, maar buiten de EU gaat dit langzaam.

Natuurlijk wordt er wel op basis van de draaiboeken goed gecommuniceerd over de bestrijdingsmethoden. Het is ook duidelijk dat de boeren niet de dupe moeten worden. Dit product van geënte dieren onderscheidt zich niet in negatieve of positieve zin. Er kan dan ook geen aparte prijsstelling voor gelden. Dit punt wordt met de betrokken partijen besproken.

Er wordt gesproken over vaccinatie tegen de klassieke varkenspest op de Balkan. Dit is weliswaar tegen het formele EU-beleid voor toetreders, maar dan telt toch de dreiging. Vaccinatie zou een verstandig besluit van de EU zijn.

Er hangen posters op Schiphol met informatie over de vogelgriep. De reisbureaus kunnen over de nodige informatie beschikken en zij hebben de morele plicht om die aan de reizigers door te geven, want die ziekte kan ook mensen treffen. De reisbureaus kunnen hiertoe echter niet verplicht worden, maar het ministerie zal in overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken de desbetreffende instanties in een brief hierop attenderen. Het ministerie zelf verstrekt hierover overigens wel alle mogelijke informatie. Aan de EU is in dit verband de vraag voorgelegd om naar analogie van Amerika alle reizigers een vragenformulier te laten invullen. Deze vraag is nog in behandeling.

LNV en VWS bereiden een donorconferentie voor in verband met de FAO. Geld is nodig, maar het allerbelangrijkste is expertise. Nederland heeft een zogeheten trustfund bij de FAO en het helpt met de planvorming. Daarnaast is er bilaterale hulp in Indonesië, Vietnam en China. De minister van Vietnam vertelde onlangs dat het hem aan snelle tests ontbrak; die heeft Nederland daarop aan Vietnam verstrekt. Nederland is ook actief in Roemenië en Kazachstan. Nederland doet zowel bilateraal als internationaal dus heel veel. In de Landbouwraad dringt Nederland erop aan om dat te intensiveren. De overtuiging hierbij is dat het probleem aan de bron aangepakt moet worden.

Pluimveemarkten zijn verboden, dus ook voor duiven. Alleen tentoonstellingen zijn toegestaan met een ontheffing van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). De AID houdt daar toezicht op. De gegeven voorbeelden worden hierop nader bezien. De AID houdt toezicht op de pluimveetransporten naar Rusland en de Oekraïne. Het ministerie zal nagaan of hierbij volgens de regels gehandeld is. De Kamer wordt op de hoogte gesteld van de bevindingen.

Inderdaad mogen de dieren met een laagpathogeen virus volgens de nieuwe richtlijnen op basis van een risicoanalyse gewoon geslacht worden.

In november is er een MKZ-paraatheidsoefening geweest. Zoals is aangekondigd, is er in februari 2006 een simulatieoefening gepland in combinatie met het vaccinatie-instrument. De Kamer wordt op de hoogte gebracht van de resultaten van beide oefeningen.

Wat de IBR-definitie betreft, is er een verzoek tot de ESFA (European Food and Safety Authority) gericht. Verleden week is er bij de Commissie nogmaals aangedrongen op een antwoord. Zodra dat bekend is, wordt de Kamer daarvan op de hoogte gesteld.

Terecht is er opgemerkt dat er aan het begin bij een uitbraak snelheid van handelen geboden is. Intussen is de kennis verbeterd. Er moet bij MKZ voor een second opinion ook altijd een ander referentielab ingeschakeld worden om de diagnose te bevestigen.

Er is behoefte aan een beleidsdraaiboek voor paarden, omdat vesiculaire stomatitis onder andere bij paarden een zeer besmettelijke ziekte is. Voor deze ziekte bestaat er geen richtlijn. Deze ziekte vergt een fundamenteel andere aanpak. Het heeft maatschappelijk een grote impact als er in dit verband wat met paarden gebeurt. Vandaar het beleidsdraaiboek voor paarden. De minister zal in een gesprek met het paardenbedrijfsleven dit belang onder de aandacht brengen. In dit licht zal hierover wel overeenstemming bereikt worden.

Het ministerie is nog in afwachting van een advies van Actal over schapen. De minister zal Actal verzoeken om het advies zo snel mogelijk af te ronden.

Nadere gedachtewisseling

De heer Ormel (CDA) brengt in herinnering dat de producten van gevaccineerde dieren niet geëxporteerd mogen worden vanwege het vermeende risico van verspreiding van een virus of een bacterie. Deze producten blijven dus binnen de grenzen van het land en daardoor ontstaat er een te grote hoeveelheid van dat bepaalde product in het land. Vervolgens is er het probleem van de handel c.q. afzet. Het verzoek gaat niet alleen over het toelaten van producten van gevaccineerde dieren, maar ook over het aantonen door middel van onderzoek dat deze producten niet gevaarlijk zijn in die zin dat die virussen en bacteriën kunnen verspreiden. Daarin heeft de overheid een rol te vervullen.

De heer Waalkens (PvdA) wil graag dat de minister de Kamer op de hoogte stelt van een meer uitgewerkte vaccinatiestrategie. Dit is namelijk een onderdeel van het draaiboek dat vastgesteld wordt.

Wat is het plan voor vaccineren van hobbydieren en biologisch pluimvee met uitloop? Dat plan ligt in Brussel. Is dat beschikbaar voor de Kamer?

De heer Van den Brink (LPF) is niet gerustgesteld, omdat bij de uitbraak van de varkenspest in Boekel veertien dagen nodig waren voor het isoleren. De methode had men niet in de vingers. Dat mocht nooit meer gebeuren, werd er gezegd, maar bij de uitbraak van mond- en klauwzeer gebeurde het toch weer. Wat is er veranderd?

De minister is het niet eens met de heer Van den Brink, omdat Nederland niet meer met bestrijden wacht, totdat absoluut vaststaat waar het om gaat. Tegenwoordig wordt er gehandeld op basis van een klinische blik van competente veterinairen, alsook op basis van ervaringsgegevens. Als er dus een vermoeden van een uitbraak is, wordt er direct gehandeld. De kans bestaat dan wel dat er voorbarig wordt gehandeld. Er is bovendien enorm geïnvesteerd in de kennis op dit gebied; die kennis is ook opgedaan. De houding en de te nemen actie zijn dus totaal anders dan in het verleden.

Voor alle duidelijkheid zij nogmaals opgemerkt dat er in het voorjaar van 2006 samen met Duitsland een oefening wordt gehouden waar vaccinatie onderdeel van uitmaakt. De uitwerking wordt dan bekeken. De resultaten daarvan worden samen met die van de eerdere oefening in Duitsland in maart 2006 naar de Kamer gestuurd.

Als het plan van vaccinatie met de Commissie is «uitonderhandeld» en dus is vastgesteld, kan de Kamer dat natuurlijk inzien. De Kamer zal er begrip voor hebben, dat de inzet van de minister hierbij nu nog niet wordt prijs gegeven.

Juist door vaccinatie wil Nederland de kring van dieren die gevaccineerd zijn en dus «gevaccineerde» producten oplevert, zo klein mogelijk houden. De vrees dat het afzetprobleem groot wordt, is dus niet zo klemmend als wordt verondersteld. Als een straal van 2 km voldoende is, kan het probleem beperkt blijven. Er is al aangegeven dat de meningen over de afzet van deze producten zich in positieve zin wijzigen.

Toezeggingen

– Na maart 2006 een brief aan de Kamer over de resultaten van de Nederlandse en Europese oefeningen met een MKZ-uitbraak;

– brief aan de Kamer over uitkomsten van nog te starten onderzoek naar gevolgen van het stoppen met enten van vleesvarkens tegen Aujeszky;

– na het akkoord met de Europese Commissie over de vaccinatiestrategie voor hobbydieren en uitloopdieren ontvangt de Kamer een brief;

– brief aan de Kamer over invulling versoepeling van (I&R-)regelgeving voor het verzamelen van en de handel in schapen, indien mogelijk voor het offerfeest;

– minister van LNV stuurt samen met de minister van BZ een nadere brief aan de reisbureaus en vergelijkbare organisaties met het verzoek de reizigers voldoende te informeren over de risico’s van (de insleep van) vogelgriep;

– brief aan de Kamer naar aanleiding van de berichten over (illegale) verkoop van pluimvee op markten in Nederland en over pluimveetransporten vanuit de Oekraïne;

– brief aan de Kamer na gesprek met de EFSA over IBR, waaronder de definitie van IBR-bedrijven.

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Schreijer-Pierik

De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Van Leiden


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Vos (GroenLinks), Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Mosterd (CDA), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Eerdmans (LPF), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Koomen (CDA), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Kruijsen (PvdA) en Lenards (VVD).

Plv. leden: Slob (ChristenUnie), Vendrik (GroenLinks), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Hofstra (VVD), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Duivesteijn (PvdA), Herben (LPF), Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Van Gent (GroenLinks), Van Bochove (CDA), Van As (LPF), Van der Laan (D66), Gerkens (SP), Jager (CDA), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA), Verdaas (PvdA), Örgü (VVD) en Veenendaal (VVD).

Naar boven