28 456
Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met wijziging van aan buitenslands gediplomeerden te stellen eisen (buitenslands gediplomeerden)

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

1. Inleiding

Hoofdstuk VI van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, (de Wet BIG) inzake buitenslands gediplomeerden, behoeft op enige punten aanpassing aan de uitvoeringspraktijk. Het verdient aanbeveling deze aanpassing te realiseren voor de evaluatie van de Wet BIG, die ingevolge artikel 95 van de Wet BIG binnen vijf jaar na inwerkingtreding zal plaatsvinden en momenteel plaatsvindt. De resultaten van de evaluatie zullen voor 1 december 2002 aan de Tweede Kamer bekend moeten worden gemaakt. Gelet op de omvang van de wet wordt de evaluatie beperkt tot de belangrijkste aspecten, waaronder registratie en titelbescherming, de regeling voorbehouden handelingen, tuchtrecht en strafrecht.

In hoofdstuk VI van de Wet BIG zijn enkele wijzigingen aangebracht die tot doel hebben hoofdstuk VI in overeenstemming te brengen met de reeds bestaande uitvoeringspraktijk inzake het afgeven van een verklaring van vakbekwaamheid welke inhoudt, dat tegen de inschrijving van de buitenslands gediplomeerde in het register geen bezwaren bestaan. Verder hebben deze wijzigingen tot doel de Wet BIG in overeenstemming te brengen met de voor de Wet BIG relevante artikelen van richtlijn 2001/19/EG van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van de richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts. Deze richtlijn wordt op andere onderdelen geïmplementeerd door wijziging van de regelgeving op het gebied van onderwijs, architecten en diergeneeskunde.

2. Uitbreiding beoordeling naar aanleiding van verzoeken om een verklaring van vakbekwaamheid

De Wet BIG beperkt de beoordeling die plaatsvindt na een verzoek om een verklaring van vakbekwaamheid, tot nu toe uitsluitend tot een beoordeling van het getuigschrift dat de buitenslands gediplomeerde in het buitenland heeft gehaald. Dit geldt zowel voor artikel 41 als voor artikel 45. Het Hof van Justitie van de Europese gemeenschappen heeft in twee arresten die zien op tandartsen (zaak C-154/93, Jurispr. 1994 blz. I-451 en zaak C-319/92 Jurispr. 1994 blz. I-425) bepaald dat deze beoordeling te beperkt is en heeft bepaald dat bij de behandeling van verzoeken om erkenning rekening dient te worden gehouden met de beroepservaring die na het verwerven van het diploma is opgedaan.

Mede naar aanleiding van deze jurisprudentie is de Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de sectorale richtlijnen betreffende de (voor de Wet BIG relevante) beroepen van verpleegkundige, tandarts, verloskundige, apotheker en arts tot stand gekomen. Met de wijziging van artikel 41 van de Wet BIG wordt deze richtlijn op dit punt geïmplementeerd. Het gevolg van deze wijziging is dat bij de beoordeling van het verzoek om een verklaring van vakbekwaamheid, naast het getuigschrift de opgedane beroepservaring en aanvullend genoten opleiding in aanmerking dienen te worden genomen. Opgemerkt zij dat in de uitvoeringspraktijk reeds de opgedane beroepservaring en later gevolgde opleidingen werden meegenomen in de beoordeling. Deze situatie wordt door de onderhavige wijziging geformaliseerd. Ter implementatie van richtlijn 2001/19/EG zal verder op het terrein van de gezondheidszorg onder andere nog de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg worden gewijzigd. De in de bijlage opgenomen implementatietabel geeft een totaal beeld van de wijze waarop de voor de Wet BIG relevante artikelen van de richtlijn worden geïmplementeerd.

Op grond van deze wijziging dient ook bij de afgifte van de verklaring bedoeld in artikel 45, eerste lid, onder b, rekening te worden gehouden met naast het getuigschrift opgedane beroepservaring en gevolgde opleiding. Met deze wijziging wordt bereikt dat bij de afgifte van de verklaring van vakbekwaamheid op grond van artikel 45 dezelfde zaken in de beoordeling worden meegenomen als bij de afgifte van de verklaring van vakbekwaamheid op grond van artikel 41. Deze formulering doet bovendien recht aan punt 1. van de algemene overwegingen van Richtlijn 2001/19 waarin voor het algemeen stelsel van erkenning van hoger onderwijsdiploma's wordt aangegeven dat bij de behandeling van verzoeken om erkenning rekening dient te worden gehouden met de beroepservaring die na het verwerven van het diploma is opgedaan.

3. De kennis- en vaardighedentoets

De Minister kan bij de erkenning van diploma's, behaald buiten een lidstaat van de Europese Gemeenschappen dan wel een andere overeenkomstsluitende staat, alvorens te beslissen op een aanvraag om een verklaring van vakbekwaamheid, advies vragen aan de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid. Dit geldt zowel voor de artikel 3-beroepen als voor de artikel 34-beroepen.

Het komt voor dat deze commissie twijfelt of de vakbekwaamheid van een buitenslands gediplomeerde al dan niet gelijkwaardig dan wel nagenoeg gelijkwaardig is aan die van een beoefenaar van een vergelijkbaar beroep in Nederland. Zij kan in een dergelijk geval de buitenslands gediplomeerde verzoeken een kennis- en vaardighedentoets af te leggen. Het huidige hoofdstuk VI van de Wet BIG noemt de mogelijkheid van de kennis- en vaardighedentoets nog niet. Deze toets wordt echter in de praktijk reeds geruime tijd gehanteerd en is een nuttig instrument gebleken om in geval van twijfel te kunnen beoordelen of een in het buitenland verkregen getuigschrift gelijkwaardig is aan een voor inschrijving in het register vereist getuigschrift.

Indien betrokkene niet wenst deel te nemen aan de kennis- en vaardighedentoets waartoe hij door de commissie wordt uitgenodigd, zal de commissie adviseren geen verklaring af te geven dat er voor wat betreft de vakbekwaamheid geen bedenkingen bestaan tegen inschrijving in het register. Dit betekent dat de buitenslands gediplomeerde niet in het BIG-register kan worden ingeschreven.

Het al of niet meewerken aan deze toets heeft voor de buitenslands gediplomeerde belangrijke gevolgen. Met dit wetsvoorstel krijgt de kennis- en vaardighedentoets een wettelijke basis. De aan de toets verbonden kosten komen voor rekening van de betrokken buitenslands gediplomeerde.

Opgemerkt zij nog dat in de algemene maatregel van bestuur zal worden gewaarborgd dat de kennis- en vaardighedentoets niet zal leiden tot ongerechtvaardigde belemmeringen van het vrije verkeer binnen de Europese Gemeenschap. Immers, de kennis- en vaardighedentoets wordt uitsluitend gehanteerd voor aanvragers van een verklaring van vakbekwaamheid met een diploma behaald buiten de EER, en niet voor diegenen die rechten kunnen ontlenen aan het EG-recht.

4. Beoordeling van de vakbekwaamheid als «nagenoeg gelijkwaardig»

Na de beoordeling van de aanvraag om een verklaring van vakbekwaamheid neemt de Minister één van de volgende drie besluiten: de vakbekwaamheid van de betrokkene is gelijkwaardig, nagenoeg gelijkwaardig, of niet gelijkwaardig aan dat van een beoefenaar van het desbetreffende beroep in Nederland.

In de WUG en de Wet voorwaarden afzonderlijke bevoegdheid uitoefening der tandheelkunst en de uitoefening dier kunst (WUT), werd de mogelijkheid om de vakbekwaamheid «nagenoeg gelijkwaardig» te beoordelen nog nadrukkelijk genoemd. Dit is echter niet het geval in de Wet BIG. Uit artikel 41, eerste lid, onder b, dat betrekking heeft op de artikel 3-beroepen, vloeit impliciet voort dat ook ingeval er sprake is van een getuigschrift dat nagenoeg gelijkwaardig is aan één van de getuigschriften in hoofdstuk III, een verklaring kan worden afgegeven dat tegen inschrijving in het register geen bedenkingen bestaan voor wat betreft de vakbekwaamheid. De Minister kan een verklaring van vakbekwaamheid afgeven waarin een of meer beperkingen zijn opgenomen. In dat geval kan de buitenslands gediplomeerde zich geclausuleerd (onder voorwaarden) laten inschrijven in het BIG-register en mag dan uitsluitend onder supervisie gaan werken. De periode van geclausuleerde inschrijving duurt maximaal twee jaar. Het doel van het werken onder supervisie is om de buitenslands gediplomeerde in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van het systeem van de Nederlandse gezondheidszorg. Wanneer de supervisieperiode succesvol is verlopen krijgt de betrokkene een verklaring van vakbekwaamheid.

Voor de artikel 34-beroepen biedt de Wet BIG niet de mogelijkheid om de vakbekwaamheid als «nagenoeg gelijkwaardig» te beoordelen, ook niet impliciet. Het huidige verschil tussen de mogelijke beoordelingen van de artikel 3-beroepen en de artikel 34-beroepen is historisch gegroeid zonder dat hier inhoudelijke argumenten voor bestonden.

Het onderhavige wetsvoorstel maakt het mogelijk dat de minister ook met betrekking tot artikel 34-beroepen, tot het oordeel komt dat de vakbekwaamheid van betrokkenen nagenoeg gelijkwaardig is. Dit heeft tot gevolg dat ook in geval het getuigschrift van de buitenslands gediplomeerde nagenoeg gelijkwaardig is, de bedoelde verklaring van vakbekwaamheid kan worden afgegeven om de betrokkene in de gelegenheid te stellen een periode onder supervisie te werken voordat men tot zelfstandige beroepsuitoefening overgaat.

Voor onderdanen van een lidstaat van de Europese Gemeenschappen bestaat voor de artikel 34-beroepen krachtens de EG-richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties, geïmplementeerd in de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma's en de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen reeds de mogelijkheid naar keuze van de betrokkene een proeve van bekwaamheid af te leggen dan wel een zogenaamde «aanpassingsstage» te volgen wanneer er sprake is van wezenlijke opleidingsverschillen en verschillen in de beroepsuitoefening.

5. Administratieve lasten

Op grond van dit wetsvoorstel ontstaan geringe informatieverplichtingen voor personen die met een buitenlands getuigschrift een artikel 3-beroep of een artikel 34-beroep in Nederland willen uitoefenen. De bedoelde informatieverplichtingen zijn daarom niet relevant voor de vermindering van administratieve lasten van het bedrijfsleven.

6. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, A

De wijziging van artikel 41 heeft tot gevolg dat er bij de afgifte van een verklaring van vakbekwaamheid niet alleen het in het buitenland verkregen getuigschrift wordt beoordeeld, maar dat ook de reeds opgedane beroepservaring en gevolgde na- en bijscholing bij de beoordeling wordt meegewogen. Met deze wijziging worden de artikelen 3, 5, 9, 13 en 14 van de Richtlijn 2001/19/EG geïmplementeerd en wel op het punt dat bij de beoordeling of aan personen die een diploma van buiten de Europese Unie hebben behaald een verklaring van vakbekwaamheid kan worden afgegeven, de genoten opleiding en de opgedane beroepservaring dienen te worden meegewogen.

Op grond van toevoeging aan het vijfde lid van artikel 41 wordt het mogelijk dat de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid de betrokkene in bij algemene maatregel van bestuur genoemde gevallen uitnodigt een kennis- en vaardigheidstoets af te leggen. In het algemene deel van de toelichting is reeds aangegeven waarom hieraan behoefte bestaat.

Artikel I, B

Aan artikel 45, eerste lid, onder b, is evenals aan artikel 41 toegevoegd dat bij de beoordeling of een verklaring van vakbekwaamheid kan worden afgegeven, rekening wordt gehouden met naast het getuigschrift verworven beroepservaring en genoten opleiding. Deze toevoeging is ingegeven door de wens de afgifte van de verklaring van vakbekwaamheid voor zowel de artikel 3- als de artikel 34-beroepen volgens een zelfde procedure te laten verlopen.

Door de tweede wijziging van artikel 45, eerste lid, onder b, geldt het verbod van artikel 34, vierde lid, inzake het voeren van de titel, niet voor personen aan wie de minister een verklaring heeft afgegeven inhoudende dat de vakbekwaamheid gelijkwaardig of nagenoeg gelijkwaardig is aan de vakbekwaamheid welke kan worden afgeleid uit het voldoen aan de desbetreffende op grond van artikel 34, eerste lid, gestelde eisen. De Wet uitoefening geneeskunst en de Wet uitoefening tandheelkunst, de eerder genoemde voorlopers van de Wet BIG, kenden reeds de mogelijkheid om getuigschriften als nagenoeg gelijkwaardig te beoordelen. Omdat het in de praktijk als een gemis wordt ervaren dat de Wet BIG deze mogelijkheid niet kent voor de artikel 34-beroepen, wordt deze mogelijkheid geïntroduceerd.

Artikel II

Deze wet zal op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking treden. Omdat deze wijziging van de Wet BIG geen grote uitvoeringsconsequenties heeft, kan deze wijziging zo snel mogelijk na publicatie in werking treden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Implementatietabel

Artikel richtlijn 2001/19/EGm.b.t. wijziging van artikelGeïmplementeerd in
Artikel 32 en 3 van richtlijn 77/452/EEGwordt geïmplementeerd in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 318a van richtlijn 77/452/EEGbehoeft geen implementatie
Artikel 318b van richtlijn 77/452/EEGis reeds geïmplementeerd in artikel 9 van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 318c van richtlijn 77/452/EEGArtikel 41, eerste lid, onder b, van de Wet BIG
Artikel 3artikel 18d van richtlijn 77/452/EEGartikel 3:46 en hoofdstuk 6 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht
Artikel 5artikel 2 en 3 van richtlijn 78/686/EEGwordt geïmplementeerd in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 5artikel 4 en 5 van richtlijn 78/686/EEGwordt geïmplementeerd door van het Centraal college van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der tandheelkunde, te weten door wijziging van het Besluit nr. I-1995, Algemene bepalingen en Algemene eisen, van 20 februari 1995
Artikel 5artikel 6 van richtlijn 78/686/EEGidem
artikel 5artikel 19 van richtlijn 78/686/EEGwordt geïmplementeerd in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 523a van richtlijn 78/686/EEGbehoeft geen implementatie
Artikel 523b van richtlijn 78/686/EEGis reeds geïmplementeerd in artikel 9 van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 523c van richtlijn 78/686/EEGArtikel 41, eerste lid, onder b, van de Wet BIG
Artikel 523d van richtlijn 78/686/EEGartikel 3:46 en hoofdstuk 6 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht
Artikel 6 wordt geïmplementeerd door regelgeving van het Centraal College van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der tandheelkunde, te weten door wijziging van het Besluit nr. I-1995, Algemene bepalingen en Algemene eisen, van 20 februari 1995
Artikel 9artikel 2 en 3 van richtlijn 80/154/EEGwordt geïmplementeerd in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's
Artikel 9artikel 19a van richtlijn 80/154/EEGbehoeft geen implementatie
Artikel 9artikel 19b van richtlijn 80/154/EEGbehoeft geen implementatie is reeds conform artikel 9 van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 919c van richtlijn 80/154/EEGArtikel 41, eerste lid, onder b, van de Wet BIG
Artikel 9artikel 19d van richtlijn 90/154/EEGartikel 3:46 en hoofdstuk 6 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht
Artikel 10artikel 1 van richtlijn 80/155/EEGbehoeft geen implementatie
Artikel 12artikel 2 van richtlijn 85/432/EEGwordt geïmplementeerd in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's
Artikel 13artikel 1, 3, en 4 van richtlijn 85/433/EEGwordt geïmplementeerd in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's
Artikel 13artikel 18a van richtlijn 85/433/EEGbehoeft geen implementatie
Artikel 13artikel 18b van richtlijn 85/433/EEGis reeds geïmplementeerd in artikel 9 van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 1318c van richtlijn 85/433/EEGArtikel 41, eerste lid, onder b, van de Wet BIG
Artikel 13artikel 18d van richtlijn 85/433/EEGartikel 3:46 en hoofdstuk 6 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht
Artikel 14artikel 2 en 3 van richtlijn 93/16/EEGwordt geïmplementeerd in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 14artikel 4 & 5 van richtlijn 93/16/EEGwordt geïmplementeerd door regelgeving van het Centraal College Medisch Specialismen, te weten door wijziging van het Besluit CCMS No 9–2000, «Inschrijving in een medisch specialistenregister van in het buitenland opgeleide medisch specialisten» en regelgeving van het College Sociale Geneeskunde, te weten door wijziging van het Besluit CSG No 6–2000, «Inschrijving van artsen met een buitenlands diploma in een register van sociaal-geneeskundigen».
Artikel 14artikel 8wordt geïmplementeerd door regelgeving van het Centraal College Medisch Specialismen, te weten door wijziging van het Besluit CCMS No 9–2000, «Inschrijving in een medisch specialistenregister van in het buitenland opgeleide medisch specialisten» en regelgeving van het College Sociale Geneeskunde, te weten door wijziging van het Besluit CSG No 6–2000, «Inschrijving van artsen met een buitenlands diploma in een register van sociaal-geneeskundigen».
Artikel 14Artikel 9 van richtlijn 93/16/EEGwordt geïmplementeerd door regelgeving van het Centraal College Medisch Specialismen, te weten door wijziging van het Besluit CCMS No 9–2000, «Inschrijving in een medisch specialistenregister van in het buitenland opgeleide medisch specialisten» en regelgeving van het College Sociale Geneeskunde, te weten door wijziging van het Besluit CSG No 6–2000, «Inschrijving van artsen met een buitenlands diploma in een register van sociaal-geneeskundigen».
Artikel 14artikel 23 van richtlijn 93/16/EEGOp grond van artikel 40 van de wet BIG moet een degene die ingeschreven staat in een register als bedoeld in artikel 3 of een beroep uitoefent als bedoeld in artikel 34 en zijn beroep uitoefent anders dan in het kader van een instelling zijn beroepsuitoefening zodanig organiseren dat dit leidt tot verantwoorde zorg. Daaronder valt nascholing en dat is de eigen verantwoordelijkheid van de arts die voor zijn nascholing en het bij blijven op zijn vakgebied ondersteund wordt door zijn beroepsorganisatie. Invulling door hulpverleners die hun beroep uitoefenen in een instelling in het kader van de Kwaliteitswet zorginstellingen vindt plaats in overleg met het bevoegde gezag, zijnde de zorgaanbieder die verantwoorde zorg aanbiedt (Kwaliteitswet, artikel 2).
Artikel 14artikel 24 van richtlijn 93/16/EEGBehoeft geen nadere implementatie. Geheel conform Besluit opleidingseisen arts, Besluit van 9 september 1997, Stb. 1997, 379.
Artikel 14artikel 26 van richtlijn 93/16/EEGWordt geïmplementeerd door wijziging van Besluit CCMS nr. 9–2000, «Inschrijving in een medisch specialistenregister van in het buitenland opgeleide medisch specialisten», van het Centraal College Medische Specialismen van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst en door wijziging van het Besluit van het College Sociale Geneeskunde CSG nr. 6–2000, «Inschrijving van artsen met een buitenlands diploma in een register van sociaal-geneeskundigen».
Artikel 14artikel 30 van de richtlijn 93/16Wordt geïmplementeerd door wijziging van het Besluit van het College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde CVHG no. 5–1999, «Inschrijving in het register van erkende huisartsen van artsen met een buitenlands huisartsdiploma».
Artikel 14artikel 31, eerste en tweede lid van de richtlijn 93/16 en artikel 34Wordt geïmplementeerd door wijziging van het Besluit van het College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde CVHG no. 5–1999, «Inschrijving in het register van erkende huisartsen van artsen met een buitenlands huisartsdiploma».
Artikel 14, punt 16 Wordt geïmplementeerd in het Besluit van het Centraal College Medische Specialismen nr. 9–2000.
Artikel 14artikel 42a van de richtlijn 93/16Behoeft geen implementatie
Artikel 14artikel 42b van de richtlijn 93/16is reeds geïmplementeerd in artikel 9 van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma's gezondheidszorg
Artikel 1442c van richtlijn 93/16/EEGArtikel 41, eerste lid, onder b, van de Wet BIG
Artikel 14artikel 42d van richtlijn 93/16/EEGartikel 3:46 en hoofdstuk 6 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht
Artikel 14artikel 44bisWordt gewijzigd door middel van wijziging van voornoemde collegebesluiten van CCMS , CSG en CHVG., alsmede de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek WHW.
Artikel 14, punt 19 Wordt gewijzigd door middel van wijziging van eerdergenoemde collegebesluiten van CCMS, CSG en CHVG, en de WHW
Naar boven