28 418
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vorstendom Monaco inzake de betaling van Nederlandse socialeverzekeringsuitkeringen in Monaco; Monaco, 29 november 2001

nr. 377
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den haag, 7 juni 2002

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 10 juni 2002.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 10 juli 2002

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer U hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 29 november 2001 te Monaco totstandgekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vorstendom Monaco inzake de betaling van Nederlandse socialeverzekeringsuitkeringen in Monaco (Trb. 2001, 199).1

Een toelichtende nota bij dit verdrag treft U eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

TOELICHTENDE NOTA

1. Algemeen

1.1. Wet beperking export uitkeringen

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt. (artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State)Op 1 januari 2000 zijn de Wet beperking export uitkeringen (Wet van 27 mei 1999, Stb. 250) en de Wijzigingswet beperking export uitkeringen (Wet van 22 december 1999, Stb. 594) in werking getreden. Op grond van deze wetten heeft de verzekerde geen recht op een socialeverzekeringsuitkering gedurende de periode dat hij, of degene ten behoeve van wie de uitkering wordt verstrekt, niet in Nederland woont. Dit geldt evenwel niet, indien de betrokkene woont in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op uitkering kan bestaan.

Achtergrond van deze wetgeving is de omstandigheid dat de rechtmatigheid van de uitkeringen die over de grens worden verstrekt, niet afdoende kan worden gewaarborgd. De uitvoeringsorganen beschikken dikwijls niet over de mogelijkheden om buiten Nederland de voor de uitvoering van de sociale verzekeringen noodzakelijke verificaties en controles te verrichten zoals die ook in Nederland plaatsvinden. Het doel van de Wet beperking export uitkeringen is om de rechtmatigheid van de uitkeringen te verbeteren door de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten te versterken. Het middel hiertoe is om met de landen waar Nederlandse uitkeringen worden betaald, bij verdrag afspraken te maken die ten aanzien van dat land de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten, en daardoor de rechtmatigheid van de uitkeringen, verbeteren. Hiertoe behoren tevens afspraken die de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen vergemakkelijken.

Op grond van de wet kunnen uitkeringen alleen worden geëxporteerd naar de landen waarmee bij verdrag afspraken over handhaving bestaan.

1.2. Handhavingsafspraken

Het onderhavige verdrag voorziet in de handhavingsafspraken die noodzakelijk zijn in het licht van de Wet beperking export uitkeringen. Deze afspraken, die unilateraal voor Nederland gelden, zijn er op gericht om in Monaco verificatie en controle mogelijk te maken ten aanzien van de volgende aspecten van de Nederlandse socialeverzekeringswetten:

• identiteit

• in leven zijn

• leefvorm

• inkomen van de betrokkene

• inkomen van de partner

• samenloop van uitkeringen

• arbeidsongeschiktheid

• bestaan/leeftijd/inkomen/onderwijs van het kind

• detentie

Daarnaast zijn afspraken gemaakt voor verrekening van onverschuldigd betaalde Nederlandse uitkeringen met Monegaskische uitkeringen. Tenslotte is in het verdrag een bepaling opgenomen die het Nederlandse uitvoeringsorgaan de bevoegdheid verschaft om uitkeringen te weigeren, te schorsen of in te trekken indien de betrokkene nalaat (tijdig) inlichtingen te verstrekken c.q. medische onderzoeken te ondergaan.

De uitvoeringsorganen hebben kenbaar gemaakt dat dit verdrag voldoende basis vormt om het handhavingsdoel van de Wet beperking export uitkeringen te bereiken. Op grond van het verdrag wordt de exportbeperking ten aanzien van Monaco dan ook opgeheven.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel is een omschrijving van de belangrijkste begrippen uit het verdrag opgenomen.

Tevens worden in deze bepaling de bevoegde autoriteiten in beide landen en de bevoegde organen in het kader van de toepassing van het verdrag benoemd. De bevoegde organen zijn de organen die de gegevens kunnen controleren en verifiëren die van belang zijn voor de uitvoering van de socialeverzekeringswetten van beide landen. Met de bevoegde organen in Nederland worden bedoeld de Sociale Verzekeringsbank, het Landelijk instituut sociale verzekeringen p/a Gak Nederland bv, of de rechtsopvolger van deze organen. In Monaco is het bevoegde orgaan het «Département des Travaux Publics et des Affaires Sociales» (Ministerie van Publieke Werken en Sociale Zaken). Aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen p/a Gak Nederland bv is de rechtsopvolger toegevoegd vanwege de veranderingen die op korte termijn in de organisatie van de Nederlandse sociale verzekeringen zullen plaatsvinden ten gevolge van SUWI (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen). Het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de vijf uitvoeringsinstellingen werknemersverzekeringen zullen dan opgaan in een nieuwe uitvoeringsorganisatie werknemersverzekeringen.

Artikel 2

Onder de materiële werkingssfeer van het verdrag vallen de Ziektewet (ZW), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Dit zijn de socialeverzekeringswetten waarop de exportbeperking van de Wet beperking export uitkeringen betrekking heeft. Voor de Toeslagenwet (TW) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) geldt een wettelijk exportverbod. Deze wetten vallen daarom niet onder de werkingssfeer van het verdrag. Evenmin onder de werkingssfeer van het verdrag vallen de loondoorbetalingen waarop de werknemer bij ziekte recht heeft op grond van artikel 7:629 Burgerlijk Wetboek (BW). De Wet beperking export uitkeringen ziet op uitkeringen en niet op (contractuele) verplichtingen op grond van het BW.

Artikel 3

Onder de personele werkingssfeer van het verdrag vallen de uitkeringsgerechtigden en hun gezinsleden die op het grondgebied van Monaco wonen of verblijven. Onder gezinsleden dienen voor de Nederlandse wetgeving te worden begrepen de partner in verband met de partnertoeslag op grond van de AOW, de halfwees in verband met de halfwezenuitkering op grond van de Anw, en het kind in verband met de kinderbijslag op grond van de AKW.

Artikel 4

Deze bepaling heft de exportbeperking op van de Wet beperking export uitkeringen. De voor het recht op een Nederlandse uitkering geldende wettelijke eis dat de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid in Nederland dient te wonen, geldt niet voor de in Monaco wonende uitkeringsgerechtigden en hun gezinsleden.

Artikel 5

In dit artikel is een identificatieverplichting neergelegd voor de betrokkene in verband met de vaststelling van zijn uitkeringsrechten of de beoordeling van de rechtmatigheid van betalingen aan hem. Tevens is de procedure neergelegd in verband met de identificatie.

Artikel 6

De in dit artikel opgenomen bepalingen bieden de rechtsbasis voor de verificatie en controle van de gegevens zoals hiervoor vermeld onder punt 1.2, en de gegevensverstrekking tussen de bevoegde organen van beide landen. De bevoegde organen wordt de mogelijkheid geboden om de betrokken instanties, de uitkeringsgerechtigden en hun vertegenwoordigers rechtstreeks te benaderen in het kader van de verificatie en controle.

Artikel 7

Dit artikel bevat specifieke bepalingen over de medische controle van de uitkeringsgerechtigde of degene die een uitkering aanvraagt. Uitgangspunt is dat het Nederlandse bevoegde orgaan voor de vaststelling van de (mate van) arbeidsongeschiktheid gebruik maakt van de medische gegevens van het Monegaskische orgaan. Het Nederlandse orgaan heeft evenwel het recht om de betrokkene door een arts van eigen keuze te laten onderzoeken of op te roepen voor onderzoek in Nederland. De daarmee gemoeide kosten komen ten laste van het Nederlandse orgaan.

Artikel 8

Dit artikel regelt de verrekening van een onverschuldigd betaalde Nederlandse uitkering met een Monegaskische uitkering.

Artikel 9

Dit artikel geeft het bevoegde orgaan de mogelijkheid om de uitkering te weigeren, te schorsen of in te trekken indien betrokkene de informatieverplichting dan wel de verplichting om onderzoeken te ondergaan niet (tijdig) nakomt. Het betreft hier een bevoegdheid van de bevoegde organen die beleidsmatig dient te worden ingevuld.

Artikel 10

Dit artikel bepaalt dat het Monegaskische bevoegde orgaan de inlichtingen waarom het Nederlandse bevoegde orgaan heeft verzocht binnen een termijn van drie maanden dient te verschaffen.

Artikel 11 tot en met 15

Deze artikelen bevatten bepalingen over implementatie, interpretatie, inwerkingtreding, toepassing en opzegging van het verdrag. Het verdrag voorziet, in verband met de thans geldende exportbeperking, in voorlopige toepassing van de in artikel 4 neergelegde exportbepaling.

3. Koninkrijkspositie

Het verdrag zal wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, alleen voor Nederland gelden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J.J. van Aartsen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven