28 401
Aanpassing van de Tabakswet aan richtlijn nr. 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten (PbEG L194)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 10 juli 2002

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, brengt onderstaand verslag uit over haar bevindingen. Met een tijdige en afdoende beantwoording door de regering van de daarin opgenomen vragen en opmerkingen acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de D66-fractie zien de noodzaak tot wijziging van de Tabakswet ten behoeve van onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechterlijke bepalingen van de Europese lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten. Zij onderschrijven de noodzaak tot bescherming van de volksgezondheid, gezien de buitengewoon schadelijke effecten van tabak.

Er doen zich in de lidstaten uiteenlopende situaties voor wat betreft de wet- en regelgeving over de in tabaksproducten verwerkte ingrediënten en additieven. Daarom is in de onderhavige richtlijn een aanvang gemaakt met het komen tot een onderlinge aanpassing van de op dit gebied geldende maatregelen. Deze leden vragen waarom wordt gesproken van een «aanvang maken met» en vragen voorts welke maatregelen na aanpassing nog niet zijn geharmoniseerd.

Het voorstel beoogt bij te dragen aan een verdere ontmoediging van de tabaksconsumptie. In dit verband prevaleert uiteraard het maatschappelijke belang van minder ziekte en sterfte door roken boven het commerciële belang van de tabaksfabrikanten. Ook het economisch voordeel van minder ziekte is evident. Toch hebben deze leden moeite met de assumptie dat het negatieve effect op de totale afzet van het tabaksbedrijfsleven door het tabaksontmoedigingsbeleid macro-economisch gezien zeker zal worden goedgemaakt door het positieve effect voor de niet-tabakssector, doordat ex-rokers de bespaarde tabaksuitgaven zullen spenderen aan andere producten en diensten dan tabak. Waarop is deze assumptie gebaseerd? Is onderzoek gedaan naar verschuiving in het bestedingspatroon van ex-rokers?

Van alle tabaksproducten die in Nederland worden geconsumeerd bestaat slechts 1,6% uit sigaren, zo hebben de leden van de D66-fractie geconstateerd. Daarnaast kenmerkt de sigarensector zich door een grote diversiteit. Het voldoen aan de informatieverplichting jegens de overheid gaat de sigarensector volgens de NVS €400 000 kosten. Betekent dit dat in termen van bedrijfseffecten en administratieve lasten de sigarenmarkt onevenredig zwaar wordt getroffen?

De fungerend voorzitter van de commissie,

Terpstra

De griffier van de commissie,

Teunissen


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Terpstra (VVD), fng. voorzitter, Noorman-den Uyl (PvdA), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Rouvoet (ChristenUnie), Van Blerck-Woerdman (VVD), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Hamer (PvdA), Arib (PvdA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Kant (SP), Eurlings (CDA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Zvonar (LPF), Bonke (LPF), Dekker (LPF), Van Geen (D66), Jense (LN), Vietsch (CDA), Jukema (LPF), Tonkens (GroenLinks) en Joldersma (CDA).

Plv. Leden: Vacature (VVD), Vacature (PvdA), Vacature (VVD), Vacature (VVD), Van der Vlies (SGP), Vacature (VVD), Ferrier (CDA), Cörüz (CDA), Mosterd (CDA), Vacature (PvdA), Vacature (PvdA), Vacature (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Vergeer-Mudde (SP), Vacature (CDA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Smolders (LPF), T. de Graaf (LPF), De Jong (LPF), Dittrich (D66), Teeven (LN), Vacature (CDA), Wiersma (LPF), Van Gent (GroenLinks) en Verburg (CDA).

Naar boven