nr. 97
AANVULLENDE LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
De vaste commissie voor Justitie1 heeft een
aantal vragen over de financiële verantwoording van het ministerie van
Justitie (VI) over het jaar 2001 (28 380, nr. 10). De minister van Justitie
heeft deze vragen beantwoord bij brief van 18 juni 2002 (28 380, nr.
61).
De minister heeft bij brief van 5 juli 2002 de nog openstaande vragen
beantwoord. Deze vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Dittrich
De griffier voor deze lijst,
Stahlie
35
Zijn er sinds de op 1 mei aangekondigde maatregelen
inmiddels AMA's teruggekeerd?
Blijkens informatie van de zijde van de IOM hebben in de periode van 1
januari 2000 tot en met 19 juni 2002 in totaal 119 AMA's contact gezocht met
de IOM. In totaal zijn er in voornoemde periode 30 AMA's daadwerkelijk vertrokken,
van wie 12 dit jaar.
Verder zijn er dit jaar enige tientallen als AMA geregistreerde vreemdelingen
Nederland uitgezet. Het gaat hierbij om vreemdelingen die na leeftijdsonderzoek
volwassen bleken te zijn alsmede om enkele minderjarigen die door een volwassene
bleken te zijn begeleid.
37
Met hoeveel tijd zijn de doorlooptijden in de jeugdstrafrechtketen
afgenomen of juist toegenomen in 2001? Wanneer verwacht de regering resultaat
van de bedoelde inventarisatie?
In mijn brief van 23 april 2001 (27 400 VI nr. 60) heb ik streefnormen
geformuleerd om de behandeling van zaken in de jeugdstrafrechtsketen te versnellen.
In het kader van het project Verkorting Doorlooptijden Jeugdstrafrechtketen
werken de betrokken organisaties gezamenlijk aan het realiseren van de gestelde
streefnormen in 2003. Zie ook mijn brief van 8 april 2002 (28 000 VI
nr. 62).
Ten aanzien van de snelheid van handelen ten opzichte van 2000 kan het
volgende worden opgemerkt.
• In 2001 heeft de politie in 44% van alle jeugdzaken binnen 30 dagen
na het eerste verhoor het PV aangeleverd bij het OM. Dat is een stijging van
2% t.o.v. 2000.
• In 2001 is in 38% van het aantal jeugdzaken in het officiersmodel,
binnen 90 dagen na het eerste verhoor een beslissing tot afdoening genomen.
Dat is een stijging van 4% ten opzichte van 2000.
• In 2001 volgde in 36% van het aantal rechtbankzaken binnen 180
dagen na het eerste verhoor een eindvonnis. Dit is een daling van 2% ten opzichte
van 2000.
Ten aanzien van de toename en afname van de tijd kan het volgende worden
gemeld.
1. De gemiddeld doorlooptijd in dagen tussen het eerste verhoor door de
politie en de ontvangst van het PV op het parket bedroeg in 2001 55 dagen
en in 2000 56 dagen.
2. De gemiddelde doorlooptijd in dagen tussen het eerste verhoor door
de politie en beoordeling tot afdoening door het OM (officiersmodel) bedroeg
in 2001 gemiddeld 195 dagen en in 2000 206 dagen.
3. De gemiddelde doorlooptijd in dagen tussen het eerste verhoor door
de politie en het eindvonnis van de kinderrechter(s) bedroeg in 2001 267
dagen en in 2000 256 dagen.
42
In hoeveel gevallen werden jonge criminelen in 2001
door middel van snelrecht veroordeeld? Is er sprake van een toename ten opzichte
van voorgaande jaren? Wanneer verwacht de regering dat alle strafrechtzaken
tegen jongeren met snelrecht kunnen worden behandeld?
Snelrecht gebeurt in meerdere varianten. Door de verschillende betekenis
die wordt toegekend aan snelrecht is het niet mogelijk om aan te geven in
hoeveel gevallen jonge criminelen door middel van snelrecht zijn veroordeeld.
Zo bestaat in meerdere arrondissementen een Aanhouden en Uitreiken
procedure. Met AU wordt bedoeld het uitreiken van een dagvaarding of transactievoorstel
aan de jeugdige verdachte terwijl deze nog op het politiebureau is. Dit is
een duidelijk voorbeeld van een lik-op-stuk-benadering. Een ander voorbeeld
is de «Niemand Weg Zonder Overleg» procedure. Tussen politie en
OM bestaat dan de afspraak dat in alle jeugdzaken de politie contact dient
op te nemen met een jeugdsecretaris. De jeugdsecretaris neemt dan zoveel als
mogelijk direct een beslissing over de verdere afdoening. De jeugdige wordt
in kennis gesteld van deze beslissing. De jeugdsecretarissen zijn zeven dagen
per week bereikbaar.
Omdat niet alle zaken via snelrecht kunnen worden afgedaan is het ook
belangrijk om de snelheid binnen de jeugdstrafrechtsketen te verhogen. Een
instrument hiervoor is het casusoverleg. Snel na het eerste verhoor bespreken
vertegenwoordigers van politie, Raad en het OM de concrete zaken, wordt besloten
tot een afdoeningbeslissing en wordt afgesproken wie wat doet voor welk moment.
De organisaties werken zodoende tegelijk aan het realiseren van de justitiële
reactie. Om de snelheid van handelen in de jeugdstrafrechtsketen te verhogen
heb ik naast het project «Verkorting Doorlooptijden Jeugdstrafrechtsketen»,
een landelijke invoering van het casusoverleg voorzien in mijn nota «Vasthoudend
en Effectief»
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van de Camp (CDA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), fng. voorzitter,
Kamp (VVD), Vos (GroenLinks), Rouvoet (ChristenUnie), B. M. de Vries
(VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), De Wit (SP), Nicolaï (VVD), Arib (PvdA),
Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Cörüz
(CDA), Janssen van Raaij (LPF), Teeven (LN), Wolfsen (PvdA), J. M. de
Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Schonewille (LPF), Stuger (LPF), Van
Vroonhoven-Kok (CDA) en Varela (LPF).
Plv. Leden: Ross-van Dorp (CDA), Vacature (PvdA), Th. C. de
Graaf (D66), Vacature (VVD), Azough (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vacature
(VVD), Vacature (VVD), Lazrak (SP), Vacature (VVD), Vacature (PvdA), De Pater-van
der Meer (CDA), Karimi (GroenLinks), Vacature (PvdA), Aasted-Madsen-van Stiphout
(CDA), Jager (CDA), Wiersma (LPF), Jense (LN), Vacature (PvdA), Vacature (CDA),
Vacature (CDA), Van As (LPF), Zeroual (LPF), Joldersma (CDA) en Eerdmans (LPF).