nr. 93
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 4 juli 2002
Tijdens de plenaire behandeling Financiële Verantwoording 2001 jl.
is een motie ingediend door de leden Vendrik, Crone, Giskes en Veling inzake
de in de Beleidsnota Biologische Landbouw 2001–2004 genoemde streefwaarde
van 10% biologische productie in 2010 (kamerstuk 28 380, nr. 82).
In de motie wordt de regering verzocht om op korte termijn met een aanvullend
pakket aan maatregelen te komen om de streefwaarde van 10% biologische landbouw
in 2010 alsnog te halen.
Mijn reactie op deze motie is als volgt. De ambitie om tot 10% biologisch
areaal in 2010 te komen, is vertaald in een groeipad met een jaarlijkse groei
van 20–25%. De groei is echter sterk afhankelijk van de markt en moet
dat ook zijn: de markt is leidend. Ik moet constateren dat de groei van de
biologische sector met horten en stoten gaat en iedere fase van groei haar
eigen specifieke problemen met zich meebrengt.
De 14% in 2001 is inderdaad lager dan de streefwaarde van 20%. Dit betekent
echter niet dat de 10% in 2010 niet meer gehaald zou kunnen worden. Of de
ambitie gehaald wordt, hangt in sterke mate af van de sector en van de vraag
naar biologische producten.
Om dit traject te ondersteunen, is op mijn initiatief de Task Force Marktontwikkeling
Biologische Landbouw gevormd. Deze Task Force werkt aan de oplossing van knelpunten
die de groei belemmeren in de diverse ketens. Daarbij leg ik de verantwoordelijkheid
in hoge mate bij de sector en ondersteun en stimuleer ik daar waar nodig is.
Het feit dat de praktijk onvoldoende krachtige vraag naar biologische
producten ervaart vormt één van de grootste knelpunten op dit
moment. Daarom zal op verzoek van en in zeer nauwe samenspraak met de sector
medio september een mediacampagne voor biologische producten van start gaan.
Daarnaast hoop ik in de nabije toekomst ketenafspraken zoals in de biologische
varkenshouderij voor andere sectoren te kunnen begroeten en deze, daar waar
nodig, financieel te ondersteunen.
Zoals bekend, staat de Europese Commissie zeer kritisch tegenover de duurzame
ondernemers aftrek voor de biologische landbouw. Er is op dit moment nog geen
duidelijkheid over een alternatief ter vervanging van de duurzame ondernemers
aftrek. Tot slot wil ik u wijzen op de aangekondigde evaluatie van de Regeling
Stimulering Biologische Productiemethode (RSBP) en van de vraaggerichte benadering
die eind dit jaar zal worden afgerond. Op basis hiervan zullen de (verwachte)
resultaten van het ingezette beleid duidelijk worden en zal besloten worden
over de eventuele voortzetting van de RSBP.
Het bovenstaande overwegende, zie ik op dit moment geen aanleiding om
in een aanvullend pakket aan maatregelen te voorzien.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
L. J. Brinkhorst