28 380
Financiële verantwoordingen over het jaar 2001

nr. 14
FINANCIËLE VERANTWOORDING VAN HET PROVINCIEFONDS OVER HET JAAR 2001

Deze financiële verantwoording van het provinciefonds bestaat uit:

– de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, zoals blijkt uit bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting;

– de op deze rekening aansluitende saldibalans per 31 december 2001, voorzien van een toelichting.

Den Haag, 5 juni 2002

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Financiële verantwoording van het provinciefonds over het jaar 2001 Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2001Rekening 2001ProvinciefondsOnderdeel uitgaven en verplichtingen*

			(1)		(2)		(3) = (2) – (1)
Art.		Omschrijving	Oorspronkelijk vastgestelde begroting		Realisatie		Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
			Verplich-tingen	Uitgaven	Verplich-tingen	Uitgaven	Verplich-tingen	Uitgaven
			EUR1000	EUR1000	EUR1000	EUR1000	EUR1000	EUR1000
		TOTAAL		964 374		1 012 795		+ 48 421
01		Algemene uitkeringen aan provincies	881 650	863 498	918 707	905 065	+ 37 057	+ 41 567
	01	Algemene uitkeringen aan provincies	881 650	863 498	918 707	905 065	+ 37 057	+ 41 567
02		Integratie-uitkeringen	100 875	100 875	107 730	107 730	+ 6 855	+ 6 855
	01	Integratie-uitkering rivierdijk-versterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds	62 894	62 894	62 894	62 894	–	–
	03	Integratie-uitkering personele middelen VERDI	3 494	3 494	3 494	3 494	–	–
	05	Integratie-uitkering afschaffing provinciale opslagen omroepbijdragen	34 487	34 487	41 342	41 342	+ 6 855	+ 6 855

* Afrondingsverschillen als gevolg van de omrekening naar euro mogelijk.

Ons bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Financiën,

De Minister van Financiën,

Financiële verantwoording van het provinciefonds over het jaar 2001 Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2001Rekening 2001ProvinciefondsOnderdeel ontvangsten

			(1)	(2)	(3) = (2) – (1)
Art.		Omschrijving	Oorspronkelijk vastgestelde begroting	Realisatie	Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
			Ontvangsten	Ontvangsten	Ontvangsten
			EUR 1000	EUR 1000	EUR 1000
		TOTAAL	964 374	1 012 795	+ 48 421
01		Ontvangsten ex artikel 4 van de Financiële-verhoudingswet	964 374	1 012 795	+ 48 421

Ons bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Financiën,

De Minister van Financiën,

TOELICHTING BIJ DE REKENING VAN VERPLICHTINGEN, UITGAVEN EN ONTVANGSTEN VAN HET PROVINCIEFONDS VOOR HET JAAR 2001

ALGEMEEN DEEL

Het in de rekening opgenomen bedrag van de uitgaven van het provinciefonds over het jaar 2001 komt € 48 421 000 hoger uit dan in de oorspronkelijk vastgestelde begroting werd geraamd. Het uitgavenbedrag wordt daarmee gebracht op € 1 012 795 000. Deze toename wordt grotendeels verklaard door de toedeling van het accres 2001, de uitbetaling van de behoedzaamheidsreserve over 2000 en de overboeking van het gederfd accres (kinderopvang). Voor verdere toelichting wordt gewezen naar de 1e en 2e suppletore begrotingen 2001 van het provinciefonds (Kamerstukken II 2000/01, 27 764, nr. 1 en Kamerstukken II 2001/02, 28 128, nr. 1).

Artikel 4, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet regelt dat bij (begrotings)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het provinciefonds. Het tweede lid van genoemd artikel bepaalt dat het bedrag wat ten behoeve van het provinciefonds wordt afgezonderd gelijk is aan de uitgaven van het provinciefonds. Dit bedrag is opgenomen onder het ontvangstenartikel «Ontvangsten ex artikel 4 Financiële-verhoudingswet».

BELEIDSAGENDA 2001

In de paragraaf Beleidsagenda van de ontwerp-begroting provinciefonds voor 2001 is nader ingegaan op een aantal beleidsonderwerpen op het terrein van de financiële verhouding die een raakvlak hebben met het provinciefonds. Hieronder wordt voor de onderwerpen BANS, BTW-compensatiefonds, integratie van de integratie-uitkering omroepbijdragen, normeringssystematiek en POR2001 aangegeven wat in 2001 is gerealiseerd.

Bestuursakkoord nieuwe stijl (BANS)

In de paragraaf Beleidsagenda van de ontwerp-begroting is gemeld dat in het overhedenoverleg met IPO en VNG de intentie is afgesproken om een deel van de gemeente- en provincie(fonds)middelen in te zetten om de in het BANS genoemde prioriteiten voortvarender ter hand te kunnen nemen.

Hierover is tussen de fondsbeheerders en vertegenwoordigers van de VNG en het IPO bestuurlijk overleg gevoerd op 11 april 2001. In dit overleg is gesproken over de mogelijkheden om de prioriteiten van het kabinet – veiligheid, onderwijs en zorg – ook terug te zien in de aanwending van de accressen van het gemeenteen provinciefonds. Over de uitkomsten van dit overleg is de Kamer bij brief van 29 juni 2001 geïnformeerd (Kamerstukken II 2000/2001, 27 734, nr. 12). In het bestuurlijk overleg van 8 oktober 2001 is dit overleg voortgezet. Hierover is de Kamer bij brief van 19 oktober 2001 geïnformeerd (Kamerstukken II 2001/2002, 28 000 C, nr. 5).

BTW-compensatiefonds

Tijdens het bestuurlijk overleg van 21 juni 2001 hebben de bewindslieden van Financiën en de minister van BZK overeenstemming bereikt met de VNG en het IPO over de invoering van het BTW-compensatiefonds per 1 januari 2003. De Tweede Kamer is op 9 juli jl. geïnformeerd over de gemaakte afspraken (Kamerstukken II 2000/2001, 27 293, 10). Op 24 januari 2002 heeft de plenaire behandeling van het wetsvoorstel voor de Wet op het BTW-compensatiefonds in de Tweede Kamer plaatsgevonden. Op 29 januari is het wetsvoorstel met algemene stemmen aangenomen.

Integratie van de integratie-uitkering omroepbijdragen

In de paragraaf Beleidsagenda van de ontwerp-begroting is gemeld dat in 2001 f 38 miljoen, zijnde een derde van de structurele toevoeging ad f 114 miljoen in verband met de bestuurlijk overeengekomen compensatie voor de provincies voor het wegvallen van de provinciale opslagen op de omroepbijdragen, in de algemene uitkering zou worden geïntegreerd. Dit heeft plaatsgevonden.

Normeringssystematiek (omvangsdoelstelling)

Voor de bepaling van de omvang van het provinciefonds is de normeringssystematiek van kracht. In 2001 is deze systematiek regulier toegepast, dat wil zeggen dat er buiten de reeds bestaande correctieposten geen nieuwe (incidentele) correcties zijn toegepast. Ook het bestuurlijke element heeft in 2001 goed gefunctioneerd. In 2001 is de normeringssystematiek onderwerp van een evaluatieonderzoek geweest. De uitkomsten daarvan geven aan dat de systematiek gedurende de jaren 1998–2001 zowel rekenkundig als bestuurlijk heeft gewerkt conform de opzet. De Kamer is met een brief (16 oktober 2001, Fipuli 2001–622M) over dit onderzoek geïnformeerd.

POR2001 (verdelingsdoelstelling)

In het Periodiek OnderhoudsRapport wordt het verdeelstelsel van het provinciefonds nader onder de loep genomen. De agenda van het POR2001 is conform de voornemens uitgevoerd (zie ook bijlage 1 van de begroting provinciefonds 2002, het POR provinciefonds 2002).

De Tweede Kamer heeft, met name bij monde van de leden Van Zijl en Van Walsum, gevraagd om meer aandacht te besteden aan de beleidsinhoud van de financiële verantwoording. Zij heeft daarbij zowel voor de Financiële verantwoording 2000 als 2001 beleidsprioriteiten voor de verschillende departementen aangedragen om hierover in hun verantwoording te rapporteren.

Voor het provinciefonds zijn echter door de Kamer voor beide jaren geen beleidsprioriteiten naar voren gebracht waarover gerapporteerd dient te worden.

Opmerkingen Algemene Rekenkamer bij de financiële verantwoording over 2000

De Algemene Rekenkamer komt tot een positief oordeel over de financiële verantwoording 2000 van het provinciefonds. De Rekenkamer meldt in de aangegane verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten geen belangrijke fouten of onzekerheden te hebben aangetroffen. Voorts meldt de Rekenkamer dat de verantwoording een deugdelijke weergave van de uitkomsten van het financieel beheer is en is opgesteld volgens de voor-schriften.

TOELICHTING PER BEGROTINGSARTIKEL

Onderdeel uitgaven en verplichtingen

Begrotingsartikel 01.01 (algemene uitkering)

A Uitgaven

De uitgaven voor de algemene uitkering in 2001 bedragen € 905 065 000. Dit bedrag is € 41 567 000 hoger dan in de ontwerpbegroting voor 2001 werd geraamd.

B Verplichtingen

De verplichtingen met betrekking tot de algemene uitkering 2001 bedragen € 918 707 000. Dit is € 13 642 000 meer dan het bedrag van de gerealiseerde uitgaven over 2001. Het verschil tussen het uitgavenbedrag en het verplichtingenbedrag bestaat uit twee componenten. Enerzijds is in 2001 € 16 517 000 uit de behoedzaamheidsreserve 2000 uitgekeerd. Anderzijds is er in 2001 een behoedzaamheidsreserve van € 18 151 000 ingehouden. Het accres voor 2001 valt € 12 008 000 hoger uit dan geraamd bij de ontwerpbegroting. Dit heeft tot gevolg dat in 2002 een bedrag van € 30 159 000 (€ 18 151 000 + € 12 008 000) zal worden uitgekeerd met betrekking tot 2001. Beide componenten samen – de uitkering m.b.t. 2000 van € 16 517 000 en het nog uit te keren bedrag van € 30 159 000 – leiden ertoe dat het uitgavenbedrag 2001 € 13 642 000 lager is dan het verplichtingenbedrag.

Het nog uit te betalen bedrag nacalculatie accres 2001 ter grootte van € 30 159 000 zal worden opgenomen in de eerste suppletore begroting van het provinciefonds 2002. Het nog uit te betalen bedrag nacalculatie accres 2001 komt ook tot uitdrukking in de saldibalans van het provinciefonds die onderdeel uitmaakt van deze financiële verantwoording.

De mutaties ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn toegelicht in achtereenvolgens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2001 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota; voor de memorie van toelichting zie Kamerstukken II, 2000/2001, 27 764, nr. 2), in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2001 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota; voor de memorie van toelichting zie Kamerstukken II, 2001/2002, 28 128, nr. 2) en in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2001 (slotwet) die samen met deze financiële verantwoording aan de Kamer is gezonden.

Begrotingsartikelen 02.01, 02.03 en 02.05 (integratie-uitkeringen)

Een deel van de middelen die zijn opgenomen in het provinciefonds wordt aan de provincies verstrekt als integratie-uitkering. In 2001 gaat het om drie integratie-uitkeringen.

1. de integratie-uitkering rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds waarvan de verdeling is uitgewerkt in het Besluit rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds (Stb. 1996, 393). De uitgaven voor deze integratie-uitkering bedragen in 2001€ 62 894 000. Dit bedrag is gelijk aan de raming in de ontwerpbegroting 2001;

2. de integratie-uitkering personele middelen VERDI waarvan de verdeling is uitgewerkt in het Tijdelijk besluit integratie-uitkering personele middelen VERDI (Stb. 1999, 432). De uitgaven voor deze integratie-uitkering bedragen in 2001 € 3 494 000. Dit bedrag is gelijk aan de raming opgenomen in de ontwerpbegroting 2001;

3. de integratie-uitkering afschaffing provinciale opslagen omroepbijdragen. De uitgaven voor deze integratie-uitkering bedragen in 2001 € 41 342 000. In de ontwerpbegroting was voor deze integratie-uitkering € 34 487 000 geraamd. Het ten opzichte van de ontwerp-begroting extra uitgegeven bedrag van € 6 855 000 vloeit voort uit het bij eerste suppletore begroting aangenomen amendement Bakker c.s. (Kamerstukken II 2000/2001, 27 764, nr. 4).

Het totaal van de uitgaven voor de drie integratie-uitkeringen bedraagt in 2001 derhalve € 107 730 000. Dit is € 6 855 000 hoger dan in de ontwerpbegroting 2001 werd geraamd.

Onderdeel ontvangsten

Begrotingsartikel 1

De ontvangsten ex artikel 4 van de Financiële-verhoudingswet voor 2001 bedragen € 1 012 795 000. Dit is € 48 421 000 hoger dan in de ontwerpbegroting 2001 werd geraamd.

SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2001

1)	Uitgaven ten laste van de begroting	1 012 794 333		2)	Ontvangsten ten gunste van begroting	1 012 794 333
3)	Liquide middelen	0
4)	rekening-courant RHB	0		4a)	rekening-courant RHB	0
5)	Uitgaven buiten begrotingsverband	0		6)	Ontvangsten buiten begrotingsverband	0
	(=intra-comptabele vorderingen)				(=intra-comptabele schulden)
7)	Openstaande rechten	0		7a)	Tegenrekening openstaande rechten	0
8)	Extra-comptabele vorderingen	0		8a)	Tegenrekening	0
					extra-comptabele vorderingen
9a)	Tegenrekening	0		9)	Extra-comptabele schulden	0
	extra-comptabele schulden
10)	Voorschotten	2 767 750 741		10a)	Tegenrekening voorschotten	2 767 750 741
11a)	Tegenrekening garantieverplichtingen	0		11)	Garantieverplichtingen	0
12a)	Tegenrekening	30 159 000		12)	Openstaande verplichtingen	30 159 000
	openstaande verplichtingen
13)	Deelnemingen	0		13a)	Tegenrekening deelnemingen	0
	TOTAAL	3 810 704 074			TOTAAL	3 810 704 074

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS VAN HET PROVINCIEFONDS OVER HET JAAR 2001

Ad 1. Uitgaven ten laste van de begrotingen 2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten voor 2001 zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2001).

Het totaal van de uitgaven in 2001 bedraagt € 1 012 794 333 en is als volgt opgebouwd:

€   888 547 041 (algemene uitkeringen),

€   107 729 692 (integratie-uitkeringen),

€    16 517 600 (uitkering behoedzaamheidsreserve 2000).

€ 1 012 794 333

De ontvangsten zijn ingevolge artikel 4, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet gelijk aan de uitgaven over ieder uitkeringsjaar.

Ad 10. Voorschottenen 10a. Tegenrekening voorschotten

Uitkeringen aan de provincies worden na afloop van het uitkeringsjaar via beschikkingen definitief vastgesteld. Op 31 december 2000 moeten de uitkeringen voor de jaren 1999, 2000 en 2001 nog via beschikkingen worden vastgesteld en zijn daarom als voorschot opgenomen.

De opbouw is als volgt:

Voorschotten 1 januari 2001				€	1 754 956 408
Uitgaven 2001 (nog geen beschikkingen):
– uitkering behoedzaamheidsreserve 2000	€	16 517 600
– algemene uitkering 2001	€	888 547 041
– integratie-uitkering 2001	€	107 729 692 +
				€	1 012 794 333 +
Voorschotten 31 december 2001				€	2 767 750 741

Ad 12. Openstaande verplichtingen en 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

De opbouw openstaande verplichtingen is als volgt:

Verplichtingen 1 januari 2001				€	16 517 600
Aangegane verplichtingen in 2001:
– algemene uitkering	€	888 547 041
– integratie-uitkeringen	€	107 729 692
– behoedzaamheidsreserve 2001	€	30 159 000 +
				€	1 026 435 733 +
				€	1 042 953 333
Tot betaling gekomen in 2001	€	1 012 794 333
Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren	€	0 +
				€	1 012 794 333 –/–
Openstaande verplichtingen 31 december 2001				€	30 159 000