28 380
Financiële verantwoordingen over het jaar 2001

nr. 12
FINANCIËLE VERANTWOORDING KONINKRIJKSRELATIES (IV) OVER HET JAAR 2001

Deze financiële verantwoording van het ministerie bestaat uit:

• de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, voorzien van een toelichting;

• de op deze rekening aansluitende saldibalans per 31 december 2001, voorzien van een toelichting.

Den Haag, 5 juni 2002

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries

Financiële verantwoording van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2001 Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2001Rekening 2001Koninkrijksrelaties (IV)Onderdeel uitgaven en verplichtingen (in € 1 000)

   (1)(2)(3)=(2)–(1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   Verplich-tingenUitgavenVerplich-tingenUitgavenVerplich-tingenUitgaven
  TOTAAL 122 234 109 207 – 13 027
         
01 Algemeen 2 330    
 03LoonbijstellingNihilNihil  00
 04Prijsbijstelling2 3302 330  – 2 330– 2 330
         
02 Samenwerking met de Nederlandse Antillen en Aruba 119 904 109 207  
 01Toeslagen op pensioenen4 8424 8423 1522 244– 1 690– 2 598
 02Bijstand rechterlijke macht1 7651 7652 9042 9001 1391 135
 03GarantiesMemorieMemorie17 12316 56117 12316 561
 13Samenwerkingsmiddelen82 440113 297140 49887 50258 058– 25 795

Mij bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Financiële verantwoording van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2001 Staat behorende bij de financiële verantwoording over het jaar 2001Rekening 2001Koninkrijksrelaties (IV)Onderdeel ontvangsten (in € 1 000)

   (1)(2)(3) =(2)–(1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
   OntvangstenOntvangstenOntvangsten
  TOTAAL12 27711 219– 1 058
      
02 Samenwerking met de Nederlandse Antillen en Aruba12 27711 219 
 01Diverse ontvangsten231 2861 263
 03GarantiesMemorieNihil0
 13Samenwerkingsmiddelen12 2549 933– 2 321

Mij bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

TOELICHTING

INHOUDSOPGAVEBLZ.
   
1.LEESWIJZER5
   
2.HET BELEID6
2.1.ALGEMEEN DEEL6
2.1.1.Beleidsprioriteiten6
2.1.2.Van Zijlpunten14
2.1.3.De bedrijfsvoeringparagraaf15
2.1.4.Aansluittabel tussen stand Voorlopige Rekening en definitieve cijfers16
2.2.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING17
2.2.1.Uitgaven/verplichtingen17
 01. Algemeen17
 02. Samenwerking met de Nederlandse Antillen en Aruba17
2.2.2.Ontvangsten27
   
3.DE SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2001 MET BIJBEHORENDE TOELICHTING30
   
4.OVERZICHT SAMENWERKINGSPROJECTEN42

1. LEESWIJZER

In het jaar 2003 is het tijd voor de eerste VBTB verantwoording over het jaar 2002. De verantwoording over het jaar 2001 is echter de opmaat voor de VBTB verantwoording. In de verantwoording over het jaar 2001 zijn twee kwalitatieve verbeteringen aangebracht op weg naar de VBTB verantwoording. Ten eerste wordt er in het algemeen deel ingegaan op de beleidsprioriteiten van 2001 (terugblik op het algemeen deel van de begroting 2001) en ten tweede worden in de artikelsgewijze toelichting de drie H-vragen beantwoord voor een aantal beleidsdossiers. De drie H-vragen zijn:

• Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

• Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

• Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

De opbouw van de verantwoordingstoelichting is als volgt:

1.Leeswijzer 
   
2Het Beleid 
2.1.Algemeen deel 
2.1.1.Beleidsprioriteiten 
2.1.2.Van Zijlpunten 
2.1.3.De bedrijfsvoeringparagraaf 
2.1.4.Aansluittabel tussen stand Voorlopige Rekening en definitieve cijfers 
2.2.Artikelsgewijze toelichting 
2.2.1.Uitgaven/verplichtingen 
2.2.2.Ontvangsten 
   
3.De saldibalans per 31 december 2001 met bijbehorende toelichting 
   
4.Overzicht Samenwerkingsprojecten 

2. HET BELEID

2.1. ALGEMEEN DEEL

2.1.1. Beleidsprioriteiten

2.1.1.1. Inleiding/Toekomst in Samenwerking

Met de vernieuwing van het samenwerkingsbeleid met de Nederlandse Antillen en Aruba, zoals vastgelegd in de nota «Toekomst in Samenwerking», is in 2001 belangrijke voortgang geboekt.

Met de Antilliaanse regering is formeel overeenstemming bereikt over de implementatie van de nota «Toekomst in Samenwerking»; o.a. de overgang naar programma's, de keuze voor kwaliteit van bestuur, onderwijs, duurzame economische ontwikkeling en rechtshandhaving als prioritaire sectoren en de vernieuwing van het NGO-beleid. Voor de prioritaire sectoren zijn meerjarenprogramma's opgesteld, waarover in december 2001 een gezamenlijke verklaring is getekend.

Tijdens het laatste jaar van de regering Eman is overeenstemming bereikt over het meerjarenprogramma volksgezondheid. De meerjarenprogramma's onderwijs, duurzame economische ontwikkeling en bestuurlijke ontwikkeling waren niet afgerond voor het einde van de kabinetsperiode. Met de nieuwe regering Oduber zijn nadere afspraken gemaakt om de invoering van het nieuwe samenwerkingsmodel gestalte te geven. Op 19 december 2001 gingen de Arubaanse Staten akkoord met de landsverordening Fondo Desaroyo Aruba, waarmee het juridische obstakel voor het rechtsgeldig functioneren van het FDA is weggenomen.

De aanslagen van 11 september op de Verenigde Staten hebben de wereld geschokt. De verantwoording van Hoofdstuk VII gaat in op de gevolgen die deze terroristische aanslagen voor de Nederlandse samenleving hebben gehad. Ook de Nederlandse Antillen en Aruba hebben negatieve consequenties ondervonden van de aanslagen met name door het wegblijven van Amerikaanse toeristen.

2.1.1.2. De samenwerking met de Nederlands Antillen

De financieel-economische situatie

In de begroting 2001 werd herhaald dat de Nederlandse regering bereid was het herstelbeleid van de Nederlandse Antillen financieel te ondersteunen. Hieraan werd de voorwaarde verbonden dat tussen de Antillen en het IMF overeenstemming werd bereikt over een strategisch Aanpassingsprogramma. Ondanks de inspanningen van de kant van het IMF en van de Antillen is het niet gelukt in 2001 tot overeenstemming te komen. De door de Nederlandse Antillen genomen maatregelen om het begrotingstekort over 2001, dat was opgelopen tot Naf 225 mln, te verlagen werden door het IMF als onvoldoende beoordeeld. De bezuinigingstaakstelling van Naf 75 mln werd niet gehaald.

In de besprekingen tussen het IMF en de Nederlandse Antillen verschoof in de loop van de herfst de aandacht naar het sluitend krijgen van de begroting 2002. De Antilliaanse regering heeft intussen een begroting 2002 aangeleverd, waarbij het tekort volgens berekeningen van het IMF zal uitkomen op een te hoog niveau van Naf 140 mln. Het IMF is van mening dat voor nog tenminste Naf 70 mln aan aanvullende bezuinigingsmaatregelen dienen te worden doorgevoerd. Daarnaast is volgens het IMF nog geen definitieve oplossing bereikt voor de privatisering van de ALM. Er bestaan nog steeds grote financiële risico's voor de Antilliaanse overheid binnen het in gang gezette privatiseringstraject. Het IMF spreekt tevens haar zorg uit over de neiging van de Antilliaanse overheid om marktbescherming te handhaven.

Om het aanpassingsproces en het IMF-traject op de Antillen niet te laten verstoren door de aanslagen van 11 september op de Verenigde Staten heeft de Nederlandse regering besloten de Nederlandse Antillen bij te staan om de gevolgen van deze gebeurtenis op te vangen. Uit de reguliere middelen is € 7 mln beschikbaar gesteld voor het versterken van de toerisme-marketing op de Nederlandse Antillen. De Nederlandse regering heeft daarnaast ingestemd met het advies van het IMF om een overbruggingsfinanciering aan de Nederlandse Antillen ter beschikking te stellen van in totaal € 24 mln teneinde het negatieve effect van de aanslagen op de overheidsinkomsten in het hoogseizoen op te vangen (periode november 2001–april 2002). Deze financiering wordt verstrekt in aanvulling op de reguliere Nederlandse ontwikkelingshulp en is betaald uit in 2000 gegeven liquiditeitssteun, waarvan een deel nog bij de Bank Nederlandse Antillen staat geboekt. Pas nadat de Antilliaanse regering overeenstemming met het IMF zal hebben bereikt, zal verdere Nederlandse begrotingssteun mogelijk zijn op advies van het IMF.

In april 2001 is het Wereldbank-rapport «Netherlands Antilles: Elements of a Strategy for Economic Recovery and Sustainable Growth» verschenen, waarin de Wereldbank een analyse maakt van de economische situatie van de Nederlandse Antillen en aanbevelingen doet voor een economische groeistrategie. Op 4–5 oktober 2001 heeft de Wereldbank deelgenomen een workshop waarin de economische programma's van Land en eilandgebieden zijn gepresenteerd. De Wereldbank zal ook in de komende jaren betrokken blijven bij de Nederlandse Antillen. De Wereldbank zal zich primair richten op het uitvoeren van analyses en capaciteitsopbouw in de Nederlandse Antillen.

De Foreign Investment Advisory Service (FIAS) heeft in februari 2001 een bezoek gebracht aan de Nederlandse Antillen. Dit heeft geresulteerd in het rapport »The Environment for Foreign Direct Investment in the Netherlands Antilles» dat in juli is verschenen. In het rapport worden voorstellen gedaan om de aantrekkelijkheid van de Nederlandse Antillen voor buitenlandse investeerders te vergroten. Daarnaast heeft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op 5–6 april op Curaçao een workshop georganiseerd over het aantrekken van buitenlandse investeringen in de Caribische regio.

Van 22 tot en met 25 september 2001 is een handelsmissie georganiseerd naar de Nederlandse Antillen onder leiding van minister Jorritsma, waaraan 32 bedrijven hebben deelgenomen.

Vernieuwing ontwikkelingsrelatie

Met de Nederlands-Antilliaanse regering is in december 2001 overeenstemming bereikt over de opstelling van meerjarige programma's op het gebied van respectievelijk bestuurlijke ontwikkeling, onderwijs en duurzame economische ontwikkeling als kader voor de samenwerking. Ook heeft de Nederlands-Antilliaanse regering een verdeelsleutel van de voor 2002 beschikbare middelen ten bedrage van € 70 mln vastgesteld waarmee is ingestemd. In de op 11 december 2001 ondertekende Gemeenschappelijke Verklaring inzake de meerjarige samenwerkingsprogramma's bestuurlijke ontwikkeling, onderwijs en duurzame economische ontwikkeling is afgesproken dat een aantal onderwerpen zal worden uitgewerkt voor 1 maart 2002 (prioriteitstelling, versnelde afwikkeling van projectvoorstellen, prestatie-indicatoren, monitoring en evaluatie). Daarnaast is er in december 2001 een akkoord bereikt met minister-president a.i. Camelia-Römer over de oprichting van een bilaterale ambtelijke commissie die zal adviseren over de totstandkoming van een ontwikkelingsfonds. Wanneer het ontwikkelingsfonds in bedrijf is zal het beheer van de samenwerkingsprojecten worden overgedragen aan het ontwikkelingsfonds. De eilanden en landsdepartementen kunnen hun projectvoorstellen dan direct indienen bij het ontwikkelingsfonds. Hiermee wordt ondermeer beoogd de projectprocedures te versnellen. De ambtelijke commissie zal daarnaast adviseren over de oprichting van een herstelbank, die de toegang tot vreemd vermogen voor de particuliere sector dient te vereenvoudigen.

Sociale maatregelen

In augustus 2000 heeft Nederland € 9,1 mln extra steun voor sociale maatregelen ter beschikking gesteld. Dit betrof extra steun, boven op de reguliere middelen, voor die groepen in de Antilliaanse samenleving die het zwaarst worden getroffen door de bezuinigingsmaatregelen van de Antilliaanse regering. Hieruit is in 2000 voor een bedrag van € 1,4 mln aan apothekersrekeningen betaald. In april 2001 is met Minister-President Pourier overeenstemming bereikt over de besteding van de resterende middelen. Het betreft uitgaven ten behoeve van de aanschaf van medische apparatuur en projecten op het gebied van verslavingszorg en armoedebestrijding.

Non-gouvernementele organisatie's (NGO's)

In 2000 werd in overleg met de regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba overeenstemming bereikt over de hoofdlijnen van het nieuwe subsidiebeleid, waarin de nadruk ligt op versterking van de «civil society», publiek-private samenwerking, programmatisch werken en versterking van de verantwoordelijkheden van de ontvangende landen. Eind september 2001 werd het «Protocol invoering nieuw NGO-subsidiebeleid Nederlandse Antillen Nederland» getekend. Er is gekozen voor een decentrale opzet van het NGO-subsidiebeleid, de NGO-programma's kennen een eilandelijke aanpak. De verantwoordelijkheden voor het opstellen van de programma's ligt bij de NGO-platforms, waarbinnen de NGO's zich organiseren. De Nederlandse NGO-subsidiëring wordt vanaf 2002 via één financiële beheersstructuur gekanaliseerd. Het NGO-financieringskantoor draagt zorg voor de projectbeoordeling, de beleidsmatige toetsing aan de vastgelegde programma's en de middelen toewijzing aan goedgekeurde projecten.

De eilandelijke platforms zijn opgericht en er is een aanvang gemaakt met het ontwikkelen van sectorale programma's. Bij de totstandkoming van de nieuwe uitvoeringsstructuur wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de kennis en expertise van bestaande organisaties. Er is een bijdrage voor technische ondersteuning van het nieuwe NGO-subsidiebeleid toegekend in 2001 van circa € 0,3 mln. Ondanks de vorderingen is het nieuwe NGO-financieringskantoor nog niet per 1 januari 2002 gestart. Financiering van de verschillende projecten tot aan de start van het nieuwe financieringskantoor zal conform de huidige procedures voortgang hebben.

Migratie Antilliaanse Jongeren

In de nota Migratie Antilliaanse Jongeren (nota MAJ) is onder meer vastgelegd welke bijdrage de Nederlandse regering wil leveren om de positie van met name kansarme jongeren in de Nederlandse Antillen te verbeteren. Concreet is hieraan invulling gegeven door financiering van het Antilliaanse Urgentieprogramma Jeugd en Jongeren (UJJ). Hiertoe is in juni 2000 tussen de regeringen van beide landen een akkoord gesloten. In dit akkoord is overeengekomen welke projecten voor Nederlandse (mede-)financiering in aanmerking komen. De projecten richten zich op kansarme kinderen en jongvolwassenen en hebben onder meer tot doel:

• het tegengaan van vroegtijdig schooluitval (aanbieden van naschoolse opvang, in combinatie met opvoedingsondersteuning);

• verbeteren van de arbeidsmarktpositie van werkloze en ongekwalificeerde jongvolwassenen via gecombineerde trajecten van leren en werken (tweede kans onderwijs);

• jongeren die experimenteren met drugs een adequaat hulpprogramma aan te bieden in combinatie met het geven van voorlichting aan scholen (onderwijzend personeel en leerlingen).

De uitvoering van het UJJ heeft enige vertraging opgelopen, mede als gevolg van de geringe institutionele capaciteit die in de Nederlands Antillen beschikbaar is. Beide landen hebben hierop geconcludeerd dat de einddatum van de projecten van het UJJ wordt vastgesteld op twee jaar vanaf de startdatum die in de beschikkingen is aangegeven. Het voor de uitvoering van het UJJ gereserveerde bedrag is verhoogd tot € 19,4 mln.

Tussen Nederland en de Nederlandse Antillen is afgesproken, dat de voortgang van de uitvoering van het UJJ wordt gevolgd aan de hand van halfjaarlijkse voortgangsrapportages, die volgens een overeengekomen stramien door de Nederlandse Antillen worden opgesteld. De resultaten van de uitgevoerde projecten zullen achteraf worden geëvalueerd.

Het Solidariteitsfonds

In 2001 heeft de commissie van advies over het solidariteitsfonds haar werkzaamheden voortgezet. Eind 2000 is een interim-advies uitgebracht, waarbij de commissie op vier onderdelen maatregelen voorstelde:

• indexering van het fonds van Naf 21,8 mln naar Naf 32,9 mln, met inachtneming van de geldende procedures voor begrotingsvaststelling en -verantwoording binnen de Nederlandse Antillen;

• sanering van de schulden van de recipiënten;

• het inhalen van achterstanden ontstaan door het niet-goed functioneren van het Solidariteitsfonds. Dit door middel van het honoreren van door de commissie geïdentificeerde projectvoorstellen. De commissie zou hierover met een nader advies komen;

• het laten uitvoeren van een onderzoek naar de kostenstructuur van de recipiënten, in vergelijking met die van Curaçao.

De Nederlandse en Antilliaanse regering hebben in april 2001 een protocol gesloten over de uitvoering van het interim-advies van de commissie. Hierin zijn afspraken gemaakt over de indexering, begrotingsvaststelling en -verantwoording, het onderzoek en verder overleg over het saneren van de schulden. Het fonds is met terugwerkende kracht geïndexeerd voor het jaar 2001. Nederland betaalde, naast zijn eigen deel, ook eenmalig Naf 1,2 mln van de Antilliaanse indexeringsbijdrage.

De commissie heeft de opdrachtgevers in augustus 2001 laten weten dat het advies niet zoals eerder aangekondigd eind 2001 uitgebracht kan worden. De commissie hoopt haar advies in mei 2002 te presenteren.

Staatkundige Vernieuwing

Mede naar aanleiding van het op 23 juni 2000 op Sint Maarten gehouden referendum is binnen de Nederlandse Antillen overleg gevoerd over de staatkundige toekomst van de Nederlandse Antillen. De Nederlandse regering heeft op verschillende momenten aangegeven van mening te zijn dat de kwaliteit van bestuur, inclusief de rechtshandhaving, niet is gediend met een status aparte van Sint Maarten. Onder leiding van de Antilliaanse Minister van Binnenlandse Zaken is binnen de Nederlandse Antillen gesproken over hervorming van het Antilliaans staatsverband zoals neergelegd in de discussienota «Naar een nieuw verband». Dit overleg heeft geen eenduidige uitkomst opgeleverd. Nederland heeft uitdrukkelijk gewezen op de mogelijkheid om op korte termijn tegemoet te komen aan de wensen van de eilanden, met name op financieel-economisch terrein. Nederland heeft voorgesteld te komen tot een wijziging van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen (ERNA). Deze wijziging houdt in dat Sint Maarten de bevoegdheid krijgt geldleningen aan te gaan. Daarbij wordt voorzien in een vorm van toezicht van het Land op een verantwoord gebruik van die bevoegdheid en in de mogelijkheid bij de rechter beroep in te stellen tegen beslissingen van het Land.

Eind 2001 is de basis gelegd voor een protocol tussen de regering van de Nederlandse Antillen, het bestuurscollege van Sint Maarten en de Nederlandse regering, waarin de hoofdlijnen van een wijziging van de ERNA zijn neergelegd. Met de in het protocol neergelegde voorstellen kan een belangrijke stap worden gezet op weg naar hervorming van de financiële verhoudingen binnen de Nederlandse Antillen en naar versterking van de kwaliteit van bestuur en het financieel beheer van het eilandgebied Sint Maarten.

2.1.1.3. De samenwerking met Aruba

In bijna geheel 2001 ontbeerde het Fondo Desaroyo Aruba (fonds voor de ontwikkeling van Aruba) de juridische grondslag om rechtsgeldige handelingen te verrichten. De oprichting van het fonds in mei 2000 had niet op de juiste wijze plaatsgevonden. De regering Eman verzuimde om voor het einde van haar regeerperiode de rechtspositie van het FDA adequaat te regelen.

Door het niet-rechtsgeldig kunnen functioneren van het FDA kon ook geen uitvoering worden gegeven aan het jaarplan 2000. Het FDA kon immers geen projecten van het jaarplan 2000 goedkeuren. De Nederlandse bijdrage van circa € 10 mln die reeds in 2000 was gestort is in 2001 niet tot besteding gekomen, anders dan voor de vergoeding van operationele kosten van het FDA. De Nederlandse bijdrage van € 11,8 mln die voor 2001 was voorzien is niet gestort, maar zal worden overgeheveld naar de begroting 2002.

Met de aanvaarding van de landsverordening FDA door de Arubaanse Staten op 19 december 2001 is een einde gekomen aan de juridische perikelen rond het FDA en kan de daadwerkelijke besteding van de middelen die in 2000 zijn gestort plaatsvinden.

De gelden die Nederland voor 2001 gereserveerd had voor schuldsanering, € 5,446 mln (€ 2,723 mln overgeheveld uit 2000 en € 2,723 mln uit 2001), zijn niet tot besteding gekomen. Deze gelden konden alleen voor schuldsanering worden aangewend als Aruba in het voorgaande jaar begrotingsevenwicht zou hebben bereikt. Het begrotingstekort van Aruba bedroeg in 2000 0,8% van het Bruto Binnenlands Product, bij een economische groei van 2,5% en een inflatie van 4%.

2.1.1.4. Investeren in de prioritaire sectoren

In 2001 is binnen de sectoren duurzame economische ontwikkeling, kwaliteit van bestuur, onderwijs en rechtshandhaving een totaal van € 87 mln besteed. Op het gebied van de beleidsontwikkeling lag het accent in 2001 op de gewenste overgang van projectfinanciering naar programmafinanciering. Op 11 december 2001 kon in Willemstad de Gemeenschappelijke Verklaring inzake de meerjarige samenwerkingsprogramma's bestuurlijke ontwikkeling, onderwijs en duurzame economische ontwikkeling worden ondertekend. Met Aruba werd ambtelijk overleg gevoerd op basis waarvan concept-programma's zijn opgesteld. In 2001 is het nog niet tot bestuurlijke besluitvorming gekomen over vorm en inhoud van de meerjarenprogramma's op het gebied van duurzame economische ontwikkeling, onderwijs en bestuurlijke ontwikkeling.

Duurzame Economische Ontwikkeling

Het samenwerkingsprogramma zal een bijdrage leveren aan het beleid van het Land de Nederlandse Antillen en de respectievelijke Eilandgebieden dat gericht is op een structureel herstel van de Antilliaanse economie. In de ontwikkelingsstrategie is gekozen voor het stimuleren van groeisectoren, zoals toerisme, havens, distributie, e-commerce en financiële dienstverlening. Een substantieel deel van de samenwerkingsmiddelen zal worden ingezet voor infrastructurele verbeteringen. Het programma zal tevens activiteiten stimuleren die bijdragen aan behoud van het culturele erfgoed en bescherming van milieu en natuur. Hierbij kan gedacht worden aan de betekenis van monumentenzorg en natuurbehoud voor de toeristische ontwikkeling. Daarnaast gelden voor de economische projecten uiteraard ook randvoorwaarden op milieugebied, zoals milieu-effectrapportages. De Wereldbank heeft in april 2001 een advies uitgebracht hoe de Nederlandse Antillen duurzame economische groei kunnen realiseren. Het programma Duurzame Economische Ontwikkeling is mede gebaseerd op de voorstellen van de Wereldbank.

Het Arubaanse programma Duurzame Economische Ontwikkeling is in 2001 nog niet tot een afronding gekomen.

Kwaliteit van bestuur

Het streven van het kabinet was om reeds eind 2000 met de Nederlandse Antillen en Aruba overeenstemming te hebben bereikt over een samenwerkingsprogramma inzake de kwaliteit van bestuur. Voorts was het de bedoeling in die programma's kwaliteit van bestuur zodanig te operationaliseren dat de uitvoering een wezenlijke bijdrage zou leveren aan de rechtmatigheid, doelmatigheid en de transparantie van het bestuur in de West.

Met Aruba is in 2001 een conceptsamenwerkingsprogramma opgesteld en bediscussieerd. Over de inhoud van het samenwerkingsprogramma met de Nederlandse Antillen is in december 2001 overeenstemming bereikt. Zowel het conceptsamenwerkingsprogramma Aruba als het samenwerkingsprogramma Nederlandse Antillen is toegespitst op:

• de rechtszekerheid van de burger, de kwaliteit van het overheidsapparaat en controlerende en adviserende instanties,

• bevordering van «checks and balances» en democratische besluitvorming,

• ondersteuning van integriteitsprogramma's en van het informatiseringsbeleid.

Op 22 juni 2001 is een protocol van afspraken afgesloten waarbij de vorm en inhoud van het programma nader zijn bepaald. De Nederlandse Antillen hebben in goed overleg het programma geformuleerd en in december kon overeenstemming over de inhoud van het programma Bestuurlijke Ontwikkeling worden vastgelegd. Het programma bestaat uit zes onderdelen, te weten:

• controle op bestuur/checks and balances (o.m. versterking controleorganen, rechtsbescherming);

• vertrouwen in de overheid (o.m. transparantie van bestuur en integriteit overheid, functioneren politieke partijen en de pers);

• financiën en begrotingsbeheer (o.m. begrotingscyclus, financieel beheer en belastingdienst);

• informatisering (o.m. e-government);

• kwaliteit bestuurlijk apparaat (o.m. herinrichting overheid);

• kwaliteit ambtelijk apparaat (o.m. professionalisering en klantgerichtheid/dienstverlening).

Onderwijs

De hoofdlijnen van de onderwijssamenwerking zijn door beide landen overeengekomen middels de ondertekening van het protocol van afspraken inzake de onderwijssamenwerking tussen de Nederlandse Antillen en Nederland van 19 januari 2001. In dit protocol werd overeengekomen dat de onderwijssamenwerking plaats zal moeten vinden binnen een programmatisch kader, dat zich beperkt tot drie aandachtsgebieden: Vernieuwing Beroepsonderwijs, Invoering Funderend onderwijs en Institutionele Versterking Onderwijssector. Voor ieder aandachtsgebied diende een deelprogramma met een looptijd van vijf jaar te worden opgesteld, met voor ieder een eilandspecifieke invulling. In het protocol van afspraken werd reeds overeenstemming bereikt over de hoofddoelstellingen van de deelprogramma's. Ook werd in het protocol overeenstemming bereikt over het Jaarplan 2001; een verzameling projecten die gedurende het jaar 2001 nog zouden worden ingediend. Deze projecten werden geselecteerd op basis van inpasbaarheid in de deelprogramma's.

Teneinde het realiseren van het onderwijssamenwerkingsprogramma te bespoedigen, is sinds begin augustus met behulp van door BZK gefinancierde Nederlandse expertise de structuur van het programmabureau vormgegeven en is assistentie verleend bij het opstellen van de deelprogramma's. In december 2001 was de opstelling van het concept-onderwijsprogramma zover gevorderd dat het op hoofdlijnen door Nederland werd goedgekeurd en deel uitmaakte van de Gemeenschappelijke Verklaring inzake de meerjarige samenwerkingsprogramma's. Nadere afspraken over beheer en financiering van het onderwijsprogramma zullen begin 2002 worden gemaakt.

Bij het uitvoeren van projecten behorend tot het Jaarplan 2001 zijn grote vertragingen opgelopen. Van slechts een deel van de overeengekomen projecten is in 2001 een financieringsverzoek van de Nederlandse Antillen ontvangen, waarbij het overgrote deel van de ontvangen financieringsverzoeken pas in het laatste kwartaal werd ontvangen. Hierdoor is in 2001 op het gebied van de onderwijssamenwerking een aanzienlijke onderuitputting ontstaan.

In september 2001 zijn door de OESO de eindrapporten van de OESO-evaluatie van de onderwijssectoren van de Nederlandse Antillen en Aruba gepresenteerd. De uitkomst van de evaluatie is in lijn met de afspraken van het protocol van afspraken van 19 januari tussen Nederland en de Nederlandse Antillen inzake de onderwijssamenwerking. Bij het opstellen van het onderwijsprogramma is door de Nederlandse Antillen gebruik gemaakt van de OESO-evaluatie.

Het Arubaanse onderwijsprogramma is in 2001 nog niet tot een afronding gekomen. Over het in juni door de Arubaanse regering gepresenteerde meerjarenplan onderwijs is met Nederland nog geen overeenstemming bereikt. Geconstateerd werd dat dit programma nog onvoldoende was uitgewerkt om als basis te dienen voor financiering.

Rechtshandhaving

Vanuit hoofdstuk IV is het overgrote deel van de uitgaven op het terrein van de rechtshandhaving gedaan voor de Kustwacht, het recherchesamenwerkingsteam en de personele ondersteuning van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de openbaar ministeries van de landen. De opbouw van de Kustwacht is in 2001 grotendeels voltooid en de kustwacht opereert op grond van de jaarlijks vastgestelde beleidsplannen. Op 30 november 2001 werd tussen de drie landen van het Koninkrijk overeenstemming bereikt over een protocol met samenwerkingsafspraken ten aanzien van het recherchesamenwerkingsteam. Daarmee is een formele basis tot stand gekomen voor het team en is er een overlegmechanisme geschapen om de aandachtsvelden van het team te bepalen. Op 30 november 2001 hebben de landen tevens een gemeenschappelijke verklaring uitgeven over hun samenwerking bij de bestrijding van het terrorisme, daarbij zijn onder meer ook nadere afspraken vastgelegd inzake de bestrijding van het witwassen. Gegeven de noodzaak in de Nederlandse Antillen en Aruba om regelgevende en operationele uitwerking te geven aan deze afspraken zullen in 2002 middelen (ca. € 4,5 mln) beschikbaar zijn uit hoofdstuk IV om deze zaken te realiseren.

De Koraal Specht of Bon Futurogevangenis

Eind 2001 waren de bouw- en verbouwplannen van de gevangenis grotendeels gereed. De regering van de Nederlandse Antillen heeft geen daadwerkelijke uitvoering gegeven in 2001 aan de plannen om het gevangeniswezen te verzelfstandigen of te privatiseren. Onder meer naar aanleiding een door een commissie uitgevoerd integriteitsonderzoek en de naar aanleiding daarvan door de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen genomen maatregelen kampte de gevangenis in de tweede helft van het jaar met een aanzienlijk tekort aan regulier personeel. Door noodmaatregelen heeft de minister van Justitie getracht dit probleem het hoofd te bieden. In 2001 is twee maal militaire bijstand verleend om de buitenbeveiliging te verbeteren. Van de door Nederland op een geblokkeerde rekening ter beschikking gestelde € 36,4 mln voor verbeteringen in de gevangenis was ultimo 2001 circa € 30,1 mln uitgeven. Nederland heeft aangeboden bij de werving van nieuw personeel te assisteren.

2.1.1.5. Personele samenwerking

Eind juli 2001 is de evaluatie van de technische samenwerking tussen de Belastingdienst Nederland en de Belastingdienst Nederlandse Antillen, uitgevoerd door International Bureau of Fiscal Documentation, afgerond. De conclusies van dit rapport zijn mede gebruikt bij het opstellen van een nieuw beleidskader voor personele samenwerking. Dit nieuwe beleidskader dient te worden vastgesteld door de Antilliaanse ontwikkelingsbank i.o. in overleg met de Arubaanse en Antilliaanse regeringen. De doelstelling van het nieuwe beleidskader is om de effectiviteit van de personele samenwerking te vergroten.

De samenwerking tussen de Nederlandse en Nederlands-Antilliaanse Belastingdiensten is één van de omvangrijkste personele samenwerkingsprojecten. De voornaamste conclusie van de evaluatie van de technische samenwerking tussen de beide Belastingdiensten is dat personele samenwerking de lokale uitvoeringscapaciteit tijdelijk vergroot, zonder dat er sprake is van een duurzame versterking van de eigen capaciteit van de Antilliaanse Belastingdienst. Training «on the job» van lokale medewerkers blijft veelal uit.

In het nieuwe beleidskader worden maatregelen ter verbetering van de duurzaamheid van de personele samenwerking voorgesteld. Tevens wordt een toetsingskader voor de inzet van personele samenwerking geformuleerd. Dit beleidskader richt zich op alle vormen van personele samenwerking en niet alleen op de samenwerking tussen de Belastingdiensten.

2.1.2. Samenwerkingsprogramma's (Commissie-Van Zijl)

Met het akkoord van december 2001 over de samenwerkingsprogramma's is wederom een belangrijke stap gezet in de doelstelling van de commissie-Van Zijl namelijk «het verwerven van inzicht in de effectiviteit van de inzet van de middelen op een hoger abstractieniveau». Met betrekking tot de monitoringsindicatoren worden in 2002 afspraken gemaakt met de Nederlandse Antillen en Aruba. Voor de voortgang Reda Sosial kan worden verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

2.1.3. Bedrijfsvoeringsparagraaf/Het beheer van de samenwerkingsmiddelen)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de beheersing van de bedrijfsvoering specifiek met betrekking tot de Koninkrijksrelaties (Hoofdstuk IV).

Uitgevoerde initiatieven met betrekking tot de beheersing van het ministerie als organisatie, inclusief de organisatieonderdelen van het ministerie waarvan het beleidsmatig budget is ondergebracht in Hoofdstuk IV zijn beschreven in de verantwoording van Hoofdstuk VII (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Nederlandse Antillen

In 2001 heeft consolidatie van de in 2000 gemaakte beheersafspraken met de Nederlandse Antillen centraal gestaan.

De implementatie van de in 2000 vernieuwde beheersafspraken heeft evenals vorig jaar ook in 2001 geleid tot een daling van het aantal achterstallige overheidsprojecten en het daarmee gemoeide financieel belang. Ten opzichte van 2000 is het aantal achterstallige projecten gedaald met 70% en is het financiële belang gedaald met bijna 74%. In onderstaande tabel wordt het verloop vanaf 1999 gepresenteerd.

Nederlandse Antillen
 PeildatumFinancieel Belang (x € 1 000)Aantal
 31 december 199939,663
 31 december 20008,820
 31 december 20012,36

*Laatste betaling 2 jaar of langer geleden

Het in 2000 ingestelde maandelijks voortgangsoverleg tussen het departement voor Ontwikkelingssamenwerking, de Sector Interne Deskundige van het departement van Financiën en de vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen is in 2001 geëvalueerd.

Vastgesteld is dat het maandelijks overleg een positieve bijdrage levert aan een actieve informatie-uitwisseling en daarmee een bijdrage levert aan een duurzame kwaliteitsverbetering van het beheer van de samenwerkingsmiddelen.

Een aantal operationele aanbevelingen is gedaan, zoals het vergroten van de betrokkenheid van de eilandgebieden bij het voortgangsoverleg en het verdiepen van de beleidsmatige agenda. Met de introductie van de samenwerkingsprogramma's wordt hierin voorzien. De vakdepartementen en de eilandgebieden zijn betrokken bij de invulling van de samenwerkingsprogramma's en de opzet van de programmaspecifieke beheersstructuren.

In 2001 is in samenspraak met het departement voor Ontwikkelingssamenwerking en het departement van Financiën een geactualiseerd protocol van beheersafspraken opgesteld. De in december jl. voorziene bestuurlijke ondertekening van het protocol is aangehouden in het licht van de nadere uitwerking van de samenwerkingsprotocollen op de terreinen van duurzame economische ontwikkeling, onderwijs en kwaliteit van bestuur.

Aruba

Het Fondo Desaroyo Aruba (FDA) heeft in 2001 geen rechtshandelingen kunnen verrichten als gevolg van onregelmatigheden bij de totstandkoming van het FDA. In december 2001 heeft het Arubaanse parlement ingestemd met de oprichting van het FDA, waardoor het FDA in staat is haar taken volledig uit te voeren.

De bijdrage van € 10 mln over het jaar 2000 is om bovenstaande reden in 2001 niet tot besteding gekomen. De gereserveerde bijdrage voor 2001 (€ 11,8 mln) kon bovendien om dezelfde reden niet ter beschikking worden gesteld.

VBTB

In 2001 is de begroting 2002 voor het eerst in VBTB-stijl gepresenteerd. Duidelijk is dat VBTB een groeiproces is. Een proces waarin de formulering van beoogde prestaties en prestatie-indicatoren nog enige aandacht behoeft. Het bestuurlijk akkoord van december 2001 met de Nederlandse Antillen inzake de samenwerkingsprogramma's heeft een goede basis gelegd voor het formuleren van prestatie-indicatoren, maar ook voor het verbijzonderen van de begrotingsstructuur naar specifieke samenwerkingsprogramma's.

2.1.4. Aansluittabel tussen stand voorlopige rekening en definitieve cijfers

In aansluiting op de Voorlopige Rekening ontstaat het volgende beeld (in € 1 mln):

 UitgavenOntvangsten
1. Reeds gemeld in de Voorlopige Rekening 2001 (kamerstukken II, 2001/2001, 28 237 nr. 1.)109,811,8
2. Nadere wijzigingen (t.o.v. Voorlopige Rekening)– 0,5– 0,6
Totaal109,311,2

2.2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

2.2.1 Uitgaven/Verplichtingen

01. Algemeen

Artikel 01.03 Loonbijstelling

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (in € 1 000)
U01.03 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
TotaalNihilNihilNihil

Artikel 01.04 Prijsbijstelling

De geraamde en gerealiseerde uitgaven (in € 1 000)
U01.04 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
Totaal2 330NihilNihil

02. Samenwerking met de Nederlandse Antillen en Aruba

Artikel 02.01 Toeslagen op pensioenen

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel (in € 1 000)
U02.01/Artikelonderdeel 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
01 Toeslagregeling268119 
02 Verrekenkoersregeling4 5742 125 
Totaal4 8422 2443 009

De uitgaven op dit artikel hebben betrekking op de uitvoering van de volgende regelingen:

1. De Toeslagregeling pensioenen Suriname en de Nederlandse Antillen ingevoerd in 1967 (Stb 260).

2. De Verrekenkoersregeling voor Antilliaanse pensioenen bij ministeriële brief d.d. 2 mei 1980, nr. 74 486 ingevoerd.

1. Toeslagregeling.

Voor wat betreft de Toeslagregeling is de realisatie van het aantal rechthebbenden in de jaren 1999 t/m 2001 respectievelijk 667, 651 en 624. Het aantal uitkeringsgerechtigden is in 2001 gelijk aan het aantal in 2000, namelijk 45.

De realisatie van de uitgaven voor deze regeling is in 2001 dan ook gelijk aan de realisatie in 2000. De raming 2001 is echter gebaseerd op de uitgaven in 1999. Het aantal uitkeringsgerechtigden bedroeg in dat jaar 66.

2. Verrekenkoersregeling.

De uitgaven voor deze regeling zijn in 2001 ten opzichte van 2000 gedaald. De raming 2001 is gebaseerd op de realisatie in 1999. De daling van de uitgaven is het gevolg van fluctuaties in de dollarkoers. Bij de raming in 2001 is uitgegaan van een veronderstelde dollarkoers van € 0,86. De dollarkoers bedroeg eind 2001 € 1,13. Bij stijging van de dollar wordt het bij te betalen bedrag aan uitkeringsgerechtigden lager en dalen de uitgaven. De realisatie van het aantal uitkeringsgerechtigden bedraagt in de jaren 1999 t/m 2001 respectievelijk 832, 795 en 773.

Artikel 02.02 Bijstand rechterlijke macht

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel (in € 1 000)
U02.02/Artikelonderdeel 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
01 Gemeenschappelijk Hof van Justitie9781 961 
02 Openbaar Ministerie787939 
Totaal1 7652 9002 729

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

Met de detachering vanuit Nederland afkomstige rechters bij het Gemeenschappelijk Hof en Officieren van Justitie bij de beide Openbaar Ministeries is noodzakelijke hulp en bijstand verleend teneinde de rechtszekerheid op de Nederlandse Antillen en Aruba te waarborgen.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

In Aantallen 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie211919
Openbaar Ministerie151015

Ultimo 2001 maakten twintig uitgezonden rechters en tien uitgezonden leden van het Openbaar Ministerie gebruik van de uit dit artikel bekostigde regelingen. De realisatie 2001 is achtergebleven bij de in de begroting uitgesproken verwachting met betrekking tot de bezetting. Dit is niet ten koste gegaan van het waarborgen van de rechtszekerheid; de formatie is aangevuld met lokaal personeel.

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Er is sprake van een overschrijding. Deze overschrijding is veroorzaakt door de in 2001 opgetreden koersverschillen en de wisselingen in het personeelsbestand (verhuistoelage e.d.).

Artikel 02.03 Garanties

De geraamde en gerealiseerde uitgaven onderverdeeld naar artikelonderdeel (in € 1 000)
U02.03/Artikelonderdeel 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
1. Garanties van obligatieleningen   
2. Garantie Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. (NIO) leningen 12 23811 940
3. Garantie van Europese Investeringsbank (EIB) leningen   
5. Garantie van Oranje Property Management N.V. (OPM) leningen 4 323 
6. Garanties Standbykrediet   
7. Borgstelling Sint Maarten Housing Development Foundation   
TotaalMemorie16 56111 940

De Nederlandse Antillen hebben niet voldaan aan de aflossingsverplichting over 2001 aan de NIO. Op grond van een door Nederland afgegeven garantie is het in 2000 verschuldigde aflossingsbedrag van € 12,238 mln in 2001 aan de NIO betaald (en in mindering gebracht op het onderdeel duurzame economische ontwikkeling van het artikel 02.13 Samenwerkingsmiddelen).

In juli 2001 heeft NIB Capital Bank de staatsgarantie ingeroepen verbandhoudend met een lening van maximaal US$ 48 mln die aan de Nederlandse Participatie Maatschappij Nederlandse Antillen (NPMNA) was verstrekt ten behoeve van de Oranje Property Management NV voor de afbouw van Plant Hotel NV. De NPMNA kon niet tijdig aan de rente en aflossingsverplichtingen voldoen waardoor het inroepen van de staatsgarantie voor een bedrag van € 4,885 mln onvermijdelijk werd.

Ten einde het resterende financiële risico van de garantstelling in kaart te brengen is aan een extern accountantskantoor opdracht verleend voor een bedrijfseconomische analyse van de ingezette instrumenten bij de garantstelling. De resultaten van de opdrachtverlening komen begin 2002 beschikbaar.

Artikel 02.13 Samenwerkingsmiddelen

De geraamde en gerealiseerde uitgaven naar artikelonderdeel (in € 1 000)
U02.13/Artikelonderdeel 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
12. De kwaliteit van het bestuur15 43410 67710 752
13. Duurzame economische ontwikkeling48 49447 695136 411
14. Onderwijs21 0185 4609 558
15. Rechtshandhaving12 49017 81823 976
16. Overig15 8614 76019 154
17. Koersverschillen1 0928 057
Totaal113 29787 502207 908

Samenwerkingsmiddelen algemeen

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

Belangrijke voortgang is geboekt in de uitwerking van de nota Toekomst in Samenwerking (TiS). Overeenstemming is bereikt over de aanwijzing van prioritaire sectoren en de opstelling van samenwerkingsprogramma's die zich over meerdere jaren uitstrijken. Doordat in 2001 het accent lag op de totstandkoming van de samenwerkingsprogramma's, was op de Antillen en Aruba minder capaciteit beschikbaar voor het indienen van nieuwe projectvoorstellen. Tot besteding zijn gekomen vooral projecten die in voorgaande jaren zijn ingediend en goedgekeurd. Het merendeel van deze projecten past overigens binnen de beleidskaders van de nota TiS.

In bijna geheel 2001 ontbeerde het Fondo Desaroyo Aruba (fonds voor de ontwikkeling van Aruba) de juridische grondslag om rechtsgeldige handelingen te verrichten. Hierdoor kon het FDA geen projecten goedkeuren.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

Gevoerd overleg heeft ertoe geleid dat op 11 december 2001 de Gemeenschappelijke Verklaring inzake de meerjarige samenwerkingsprogramma's bestuurlijke ontwikkeling, duurzame economische ontwikkeling en onderwijs kon worden getekend. Door het ter beschikking stellen van personele en financiële middelen heeft Nederland een bijdrage geleverd aan de in gezamenlijk overleg overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen (investeringen in prioritaire sectoren) van de Nederlandse Antillen en Aruba.

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Toen de begroting 2001 werd opgesteld was nog geen zicht op de invulling van de samenwerkingsprogramma's.

Voor het totaal van de samenwerkingsmiddelen geldt dat het uitblijven van de oprichting van het FDA, het uitblijven van begrotingsevenwicht op Aruba en de vertraging in de indiening en beoordeling van projecten aanvankelijk een aanzienlijke onderuitputting veroorzaakte. De financiële ruimte die hiervan het gevolg was is voor een deel ingezet om de gevolgen van de terroristische aanslagen op de Verenigde Staten op te vangen. Daarnaast zal bij de eerste suppletore begroting de niet bestede bijdrage aan het FDA, het geld dat in 2000 (circa € 2,7 mln) en 2001 (circa € 2,7 mln) niet is uitgegeven aan de schuldsanering van Aruba alsmede de eindejaarsmarge aan de begroting 2002 worden toegevoegd.

Artikelonderdeel 12

De kwaliteit van het bestuur

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

Bestuurlijke ontwikkeling is al van oudsher een prioriteit in de samenwerkingsrelatie. Hoewel het FDA nog niet was opgericht en geen uitvoering kon worden gegeven aan het Jaarprogramma Kwaliteit van Bestuur 2000 en het samenwerkingsprogramma met de Nederlandse Antillen nog geen gestalte kreeg, is op het gebied van de bestuurlijke ontwikkeling in de vorm van overheidsprojecten en personele samenwerking uitvoering gegeven aan de beleidsprioriteiten zoals opgesomd in het Algemeen Deel van deze Verantwoording.

In juli 2001 is de evaluatie van de technische samenwerking tussen de Belastingdienst Nederland en de Belastingdienst Nederlandse Antillen afgerond. Uit de evaluatie blijkt dat de samenwerking de lokale capaciteit tijdelijk vergroot maar dat nauwelijks sprake is van een duurzame versterking van de eigen capaciteit van de Antilliaanse Belastingdienst. In het nieuwe beleidskader personele samenwerking, dat in 2002, door de Antilliaanse Ontwikkelingsbank i.o., in overleg met de Arubaanse en Antilliaanse overheid zal worden vastgesteld, worden voorstellen gedaan hoe dit kan worden verbeterd.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

Op Aruba is personele ondersteuning verleend aan de directie Wetgeving, waardoor het integriteitsprogramma Calidad verder kon worden uitgevoerd. Voorts is personele ondersteuning gegeven aan de werkzaamheden van de Centrale Accountantsdienst CAD (versterking checks and balances) en is de stageregeling geëvalueerd ten behoeve van een verdere versterking van de kwaliteit van het ambtenarenapparaat. De VNG is financieel in staat gesteld Aruba als lid van die organisatie te ondersteunen en met name te adviseren over de inhoud van het samenwerkingsprogramma.

Op de Antillen zijn in 2001 de volgende activiteiten uitgevoerd. Deze passen allen binnen de zes onderdelen van het samenwerkingsprogramma die in het Algemeen Deel van deze Verantwoording worden benoemd.

• Samenwerking tussen de rekenkamers van de Nederlandse Antillen en Nederland gericht op het inhalen van de achterstanden in de controle op de jaarrekeningen van de entiteiten;

• Versterking wetgevende capaciteit van het Land;

• Samenwerking van de belastingdiensten;

• Herstructurering van de afdeling Financiën van het eilandgebied Curaçao

• Wegwerken achterstanden bij de opstelling van de jaarrekening van de entiteiten;

• Projecten op het gebied van de informatisering van de belastingdienst en een project gericht op het opzetten van e-government door het eilandgebied Curaçao;

• Herstructurering van het land en eilandgebied Curaçao na de doorgevoerde personele inkrimpingen;

• Verbetering domeinbeheer op Sint Maarten;

• Ondersteuning personeelszaken Curaçao;

• Ondersteuning Minister-President en de minister van Binnenlandse Zaken van de Nederlandse Antillen;

• Samenwerkingsovereenkomst met de VNG teneinde deze organisatie in staat te stellen de Nederlandse Antillen en de vijf eilandgebieden als lid van de VNG te ondersteunen.

In het kader van de personele ondersteuning op bovengenoemde aandachtsgebieden werden in 2001 in totaal 68 personen langdurig uitgezonden.

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Binnen de sector Bestuurlijke Ontwikkeling/Kwaliteit van Bestuur was (inclusief Aruba) in 2001 sprake van een uitputting van ± 70%. Dit ligt in lijn met de realisatie 2000. Binnen het totaal aan uitgaven ad circa € 10,7 mln neemt de financiering van de samenwerking tussen de Belastingdiensten (circa € 5,6 mln) van Nederland en de Nederlandse Antillen en Aruba een belangrijk deel voor zijn rekening.

Artikelonderdeel 13

Onder dit artikel vallen de uitgaven op het gebied van duurzame economische ontwikkeling, de NGO's en de sociale maatregelen.

Duurzame economische ontwikkeling

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

Op 30 mei 2001 is tussen de regeringen van de Nederlandse Antillen en Nederland een protocol overeengekomen waarin de uitgangspunten voor het programma Duurzame Economische Ontwikkeling zijn vastgelegd. Rekening is gehouden met het advies van de Wereldbank over de manier waarop de Nederlandse Antillen duurzame economische groei kunnen realiseren. In de Gemeenschappelijke verklaring inzake de meerjarige samenwerkingsprogramma's van 11 december 2001 zijn de prioriteiten die in het kader van het programma Duurzame Economische Ontwikkeling worden gesteld, benoemd.

Naar aanleiding van een evaluatie van het Programma Uitzending Managers (PUM) in het eerste kwartaal van 2001 heeft het PUM een aantal voorstellen gedaan voor verbetering van de effectiviteit van het PUM. Het PUM stelt onder meer voor dat de activiteiten van het PUM in de Nederlandse Antillen voor wat betreft de missies naar het bedrijfsleven georganiseerd zouden moeten worden via personen uit het bedrijfsleven en niet meer via de Antilliaanse overheid. Deze wijze van werken volgt het PUM ook in andere landen en functioneert goed. Ook zal volgens het PUM meer energie moeten worden gestoken in de promotie van de mogelijkheden van het programma. Het PUM voert over deze voorstellen overleg met de Nederlandse Antillen ter voorbereiding op een gezamenlijk voorstel voor een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

Vooruitlopend op de totstandkoming van het samenwerkingsprogramma zijn de belangrijkste projecten die in gang zijn gezet in 2001 de plannen met betrekking tot marketing toerisme en de Investeringsfaciliteit Opkomende Markten (IFOM).

De eilandgebieden hebben een financieringsverzoek ingediend om op korte termijn marketing activiteiten te kunnen ontplooien teneinde de terugval in het toerisme als gevolg van de terroristische aanslagen op de Verenigde Staten zoveel mogelijk tegen te gaan. Voor deze «Noodplannen marketing toerisme» van de verschillende eilandgebieden werd eind 2001 circa € 5,8 mln aan de Nederlandse Antillen beschikbaar gesteld. De verstrekte middelen zijn met name bedoeld voor het ontwikkelen en uitvoeren van reclamecampagnes en voor deelname aan diverse vakantiebeurzen in Europa en de Verenigde Staten.

De Investeringsfaciliteit Opkomende Markten is één van de instrumenten van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) die voor de Nederlandse Antillen zijn opengesteld. De uitvoering van de IFOM ligt bij de Nederlandse Investeringsbank (NIB) en het beheer zal door EZ worden uitgevoerd. Bij de IFOM gaat het in concreto om het versterken van de financiële structuur van een Antilliaans bedrijf door middel van het verstrekken van een achtergestelde lening, onder de voorwaarde dat een Nederlands MKB bedrijf voor tenminste de helft van het bedrag dat als achtergestelde lening wordt verstrekt deelneemt in het risicodragende kapitaal van het Antilliaanse bedrijf. Gezien het risicovolle karakter van de achtergestelde leningen, dient een bedrag aan borgstelling te worden gestort op rekening courant bij De Nederlandsche Bank. Om leningen te kunnen verstrekken in het kader van de IFOM, is door BZK een bedrag van circa € 0,9 mln gestort. Naar verwachting zal deze borgstelling binnen twee jaar leiden tot tenminste € 1,8 mln aan investeringen in Antilliaanse bedrijven.

In 2001 is, evenals in 2000, een bijdrage van circa € 3,2 mln goedgekeurd voor de aflossing van de schulden van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen en het Land in de gezondheidszorg, meer in het bijzonder de ziektekosten, waaronder apothekersrekeningen.

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Aanvankelijk liet ook deze sector een grote onderuitputting zien.Ten laste van deze sector zijn de staatsgaranties op in het verleden – ten behoeve van de uitvoering van projecten – afgegeven leningen gecompenseerd. Daarnaast zijn additionele uitgaven gedaan op de bovengenoemde terreinen, te weten marketing toerisme, gezondheidszorg en de Investeringsfaciliteit Opkomende Markten (IFOM).

Non-gouvernementele organisaties (NGO's)

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

De diverse NGO's zijn in een vergevorderd stadium van afbouw en toegewerkt wordt naar de nieuwe financieringsstructuur, die naar verwachting in het voorjaar van 2002 operationeel zal zijn.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

Financiële middelen zijn beschikbaar gesteld waarmee de NGO's in 2001 hun activiteiten konden continueren. In september 2001 kon het «Protocol invoering nieuw NGO-subsidiebeleid Nederlandse Antillen – Nederland» worden getekend.

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Jaarlijks wordt maximaal 10% van de beschikbare middelen voor de Nederlands Antillen en voor Aruba voor het NGO-beleid bestemd. Volgens de begroting 2001 kwam dit neer op een bedrag van respectievelijk circa € 9,5 mln en € 1,4 mln.

Reda Sosial coördineert en financiert de uitvoering van het Sociaal Noodprogramma ter bevordering van de sociale ontwikkeling en bedrijvigheid in de Nederlandse Antillen. In 2001 is een bijdrage toegekend van circa € 4,9 mln. In 2002 ontvangt Reda Sosial voor de laatste keer een rechtstreekse financiële bijdrage vanuit Nederland. Het gaat om een bedrag van circa € 1,8 mln. Voor Sede Antia is 2001 reeds het laatste jaar van rechtstreekse financiering door Nederland. Dit hangt eveneens samen met het nieuwe NGO-subsidiebeleid. Sede Antia heeft voor 2001 een bijdrage toegekend gekregen voor de activiteiten ten dienste van de ontwikkeling van de bevolking van de Nederlandse Antillen van circa € 3,4 mln. De organisatie is per 1 september 2001 afgebouwd. Aan Sede Antia is additioneel een bijdrage voor rentekosten 1998 toegekend van€ 17 157,18 ter uitvoering van de beslissing op het bezwaarschrift van 9 juli 1999.

Aan Cede Aruba is voor activiteiten ten dienste van de ontwikkeling van de bevolking van Aruba voor 2001 een bijdrage van circa € 1 mln toegekend.

Aan UNOCA is een bijdrage van circa € 0,8 mln toegekend voor het bevorderen van de culturele ontwikkeling van Aruba als integraal onderdeel van de nationale ontwikkeling. De maximale toegekende bijdrage voor UNOCA is hoger dan in 2000, aangezien op die wijze kan worden gekomen tot een afwikkeling van lopende verplichtingen.

Zowel voor Cede Aruba als voor UNOCA is 2001 het laatste jaar van rechtstreekse financiering vanuit Nederland. Verdere financiering zal in samenwerking met Aruba uit het Fondo Desaroyo Aruba geschieden.

Ten behoeve van de NGO's is in 2001 in totaal een bedrag van circa € 11,6 mln uitgegeven; € 9,9 mln kwam voor rekening van de Antillen en een bedrag van € 1,7 mln voor Aruba.

Sociale maatregelen

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

In 2000 werd een additioneel bedrag van afgerond € 9,1 mln toegezegd om groepen in de Antilliaanse samenleving te kunnen ondersteunen die het hardst werden getroffen door de bezuinigingsmaatregelen van de Antilliaanse regering. In 2001 hebben deze gelden een passende bestemming gekregen.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

In 2000 is ten laste van dit budget een bedrag aan circa € 1,4 mln aan apothekersrekeningen betaald. In 2001 is overeenstemming bereikt over een pakket aan maatregelen dat vanuit de resterende gelden ad € 7,7 mln zou worden bekostigd. Het IRUP/BOO trainingsproject is in de zomer van 2001 aangevangen. Het betreft een project dat is gericht op het verbeteren van het arbeidsmarktperspectief voor werklozen en lager opgeleiden door het bieden van een (aanvullende) technische opleiding (leer-/werktraject).

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

In 2001 is het IRUP/BOO project goedgekeurd voor een bedrag van circa € 0,5 mln. Een bedrag van afgerond € 0,2 mln is in 2001 tot besteding gekomen.

In september jl. is circa € 5,7 mln aan Reda Sosial toegekend. Reda Sosial zal voor de beoordeling en uitvoering van 11 projecten zorg dragen die vallen onder het «Sociaal Vangnet». Dit zijn onder meer projecten op het terrein van de verslavingszorg en armoedebestrijding, maar ook voor de aanschaf van medische apparatuur. De toegekende € 5,7 mln zal in 2002 volledig tot besteding zijn gekomen.

Een zestal opleidingstrajecten (ongeveer € 1,4 mln) wordt naar verwachting in januari 2002 goedgekeurd. Het betreft opleidingen en trainingen voor werkzoekenden in de horeca, de zorg en het toerisme. De projecten zullen in 2002 tot uitvoering komen.

Artikelonderdeel 14

Onderwijs

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

De projecten van het Jaarplan 2001 zijn voor het overgrote deel niet tot uitvoering gekomen, omdat projectvoorstellen voor een groot deel niet of pas aan het eind van het jaar door de Antillen bij Nederland zijn ingediend. Geen begin kon worden gemaakt met de vernieuwing van het beroepsonderwijs, de invoering van het funderend onderwijs en de institutionele versterking van het onderwijs. Projecten die dit tot doel hebben, zullen pas in 2002 tot uitvoering kunnen komen.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

Met betrekking tot de reguliere projecten op het gebied van onderwijs kan worden geconstateerd dat het Antilliaanse departement van Onderwijs over onvoldoende capaciteit heeft beschikt om naast het opstellen van het onderwijsprogramma tevens tijdig financierbare projectvoorstellen op te leveren.

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Er is sprake van een grote mate van onderbesteding in 2001 op het terrein van onderwijs. Dit is veroorzaakt door het feit dat voor slechts een deel van de projecten van het Jaarplan 2001 een financieringsverzoek is ingediend. Het grootste deel van de financieringsverzoeken is eind van het jaar 2001 ingediend.

Antilliaanse jongeren

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

In 2001 is het Urgentieprogramma Jeugd en Jongeren (UJJ) verder geconcretiseerd en zijn programmaonderdelen waarover al in 2000 overeenstemming was bereikt in uitvoering genomen.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

In 2001 zijn de volgende financieringsverzoeken goedgekeurd:

Eilandgebied CuraçaoEilandgebied Sint MaartenEilandgebied SabaEilandgebied Bonaire
SchakelklassenJump Start (het aanbieden van gecombineerde trajecten van werken en leren aan niet of laag geschoolde werkloze jongeren)Integraal jeugdontwikkelings-programma (naschoolse opvang en recreatieve activiteiten voor kinderen en jongeren)Tussen school en buurthuis
    
Opstap Opnieuw (ouders van kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar worden ondersteund bij de omgang met hun kinderen)School Plus (naschoolse opvang georganiseerd vanuit scholen en vanuit een tweetal wijken) Scholing en Werk
    
ambulante hulp jonge drugsverslaafden   

Voorts is een tweetal financieringsverzoeken voor programmakosten en technische bijstand goedgekeurd. Het aantal in uitvoering genomen projecten komt hiermee op twaalf. De projecten behorende tot het UJJ zullen na afloop worden geëvalueerd.

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Het UJJ heeft in 2001 tot circa € 2,4 mln aan uitgaven geleid. De uitgaven zijn achtergebleven bij de verwachtingen (circa € 11,3 mln) doordat vertraging werd opgelopen bij de formulering en goedkeuring van projecten. Overeengekomen is dat het UJJ niet in juni 2002 eindigt maar dat de looptijd van de onderscheiden projecten twee jaar bestrijkt vanaf de startdatum die in de beschikking is aangegeven.

Het aantal in uitvoering genomen projecten op de eilanden Curaçao, Sint Maarten, Saba en Bonaire is twaalf (inclusief programmakosten en technische bijstand). Thans is ruim € 14 mln in de vorm van verplichtingen vastgelegd.

Artikelonderdeel 15

Rechtshandhaving

Hebben we bereikt wat we hebben beoogd?

Ondersteuning van de rechtszekerheid, bestrijding van de internationale en georganiseerde criminaliteit en eerbiediging van de mensenrechten zijn de belangrijkste aandachtspunten in het rechtshandhavingsbeleid. Inzet van het recherchesamenwerkingsteam (RST) en van de Kustwacht is hierbij een belangrijk instrument. In het verlengde van de Koninkrijkstop inzake terrorisme is op 30 november 2001 de recherchesamenwerking met een protocol geformaliseerd.

Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?

In 2001 zijn onder meer vanuit Nederland ruim 30 rechercheurs uitgezonden naar de Nederlandse Antillen en Aruba voor het team, dat samen met Antilliaanse en Arubaanse counterparts gecompliceerde rechercheonderzoeken uitvoert, waarvoor bij het Antilliaanse en Arubaanse korps veelal de capaciteit ontbreekt.

Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Aan de door de minister van Defensie beheerde Kustwacht voor de Nederlandse Antillen is in 2001 een reguliere bijdrage betaald van circa € 3,5 mln. Tevens is aan het ministerie van Defensie de bijdrage van de Nederlandse Antillen en Aruba ter grootte van € 6,848 mln voorgefinancierd, aangezien zij nalatig waren in het betalen van hun bijdrage voor 2001. Hierdoor kon de Kustwacht volledig in bedrijf blijven. Hierdoor is dit artikelonderdeel ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting met een bedrag van € 5,4 mln overschreden. In 2000 is de Nederlandse bijdrage aan het FDA ten laste van deze sector gebracht. Dit verklaart het verschil in de realisatie 2000 en 2001.

Artikelonderdeel 16

Overig

Dit artikelonderdeel omvat activiteiten die niet vallen onder de prioritaire sectoren, die in de nota TiS zijn benoemd.

Ten laste van dit begrotingsonderdeel worden onder meer uitgaven gedaan op verplichtingen die voor de vaststelling van deze nota zijn aangegaan. Daarnaast wordt ten laste van dit artikelonderdeel de subsidie aan de Nederlands Antilliaanse Stichting voor Klinisch Hoger Onderwijs (NASKHO) betaald.

Wederopbouw

Voor de wederopbouw en het verbeteren van de orkaanbestendigheid is in 1999 op een geblokkeerde rekening bij de Centrale Bank van de Nederlandse Antillen een bedrag van circa € 22,7 mln gestort. Dit bedrag is volledig bestemd voor infrastructurele projecten. Van deze € 22,7 mln is tot en met eind 2001 circa € 5,3 mln uitgegeven. Er resteert nog een bedrag van circa € 17,4 mln op de aparte rekening. De projecten in het kader van de noodhulp zijn geheel afgerond en in 2001 zijn vrijwel alle wederopbouwprojecten van start gegaan.

De grootste uitgaven in 2001 zijn gegaan naar de projecten herstel van de Zuster Magda School, herstel van het dak van het ziekenhuis te St. Maarten en herstel van de afwatering van wegen op St. Maarten. Tevens is het bodemonderzoek bij de zeehaven te Saba afgerond, waardoor een onderbouwde beslissing genomen kan worden over de optimale wijze van herstel van de zeehaven te Saba.

Koraal Specht

Eind 2001 waren de bouw- en verbouwplannen van de gevangenis grotendeels gereed. Van de door Nederland op een geblokkeerde rekening ter beschikking gestelde circa € 36,4 mln voor verbeteringen in de gevangenis was ultimo 2001 circa € 30,1 mln uitgeven. Uit de resterende middelen zal onder meer nog een buitenmuur worden gefinancierd. Een probleem is het grote tekort aan personeel, waardoor de capaciteit niet volledig kan worden benut. Nederland is bereid een intensieve wervings- en selectiecampagne te ondersteunen.

2.2.2. Ontvangsten

Artikel 02.01. Diverse ontvangsten

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (in € 1 000)
O02.01 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
Totaal231 2866 455

Artikel 02.03. Garanties

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (in € 1 000)
O02.03 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
1. Contragarantie van de Nederlandse Antillen en Aruba op de garantie van rente en aflossing van door de Europese Investerings Bank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen te verdelen als volgt:   
a. aflossingMemorie  
b. renteMemorie  
2. Garantie van een stand-by-krediet ter versterking van de deviezenpositie van de Nederlandse Antillen te verdelen als volgt:   
a. aflossingMemorie  
b. renteMemorie  
TotaalMemorieNihilNihil

Artikel 02.13. Samenwerkingsmiddelen

De geraamde en gerealiseerde ontvangsten (in € 1 000)
O02.13 20012000
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieRealisatie
01. Annuïteitenlening 19711 095616628
Te verdelen als volgt:   
a. aflossing1 042564550
b. rente535278
    
02. Vijfjarenplan 1967–1971833233256
Te verdelen als volgt:   
a. aflossing789188188
b. rente444568
    
04. Vijfjarenplan 1972–19763 0621 1281 175
Te verdelen als volgt:   
a. aflossing2 576642626
b. rente486486549
    
05. Begrotingssteun Aruba ad f 100 mln.2 6772 6772 723
Te verdelen als volgt:   
a. aflossing1 8151 8151 815
b. rente862862908
    
06. Begrotingsleningen 1991–19983 3844 1053 473
Te verdelen als volgt:   
a. aflossing992230 
b. rente2 3923 8753 473
    
07. Deelnemingen en investeringen op de Nederlandse Antillen en Aruba1 2031 1741 283
Te verdelen als volgt:   
a. aflossing van kredieten340286329
b. rente van kredieten727688816
c. dividenden van deelnemingen136200138
Totaal12 2549 9339 538

3. SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2001 VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

       
1)Uitgaven 2001109 204 666,75 2)Ontvangsten 200111 219 158,57
       
3)Liquide middelen16 051,79    
       
4)Rekening-courant RHB  4a)Rekening-courant RHB98 059 515,45
       
5)Uitgaven buiten(intra-comptabele vorderingen)76 929,37 6)Ontvangsten buitenbegrotingsverband (intra-comptabele schulden)18 973,89
       
7)Openstaande rechten0,00 7a)Tegenrekeningopenstaande rechten0,00
       
8)Extra-comptabele vorderingen370 229 484,97 8a)Tegenrekening extra-comptabele vorderingen370 229 484,97
       
9a) Tegenrekening extra-comptabele schulden0,00 9)Extra-comptabele schul- den0,00
10)Voorschotten475 308 107,03 10a)Tegenrekeningvoorschotten475 308 107,03
11a)Tegenrekening garantie-verplichtingen310 035 276,68 11)Garantieverplichtingen310 035 276,68
       
12a) Tegenrekening openstaande verplichtingen326 836 082,22 12)Openst. verplichtin- gen326 836 082,22
       
13)Deelnemingen39 375 000,00 13a)Tegenrekeningdeelnemingen39 375 000,00
 TOTAAL1 631 081 598,81  TOTAAL1 631 081 598,81

Toelichting op de saldibalans van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2001

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2001

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2001).

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo van de bank (gebaseerd op het laatste dagafschrift) van de Nederlandse Antillen.

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag overeenkomstig het saldobiljet van genoemd departement.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van € 76 929,37 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

   
a. Te vorderen van ministeries en derden53 393,94
b. Intra-comptabele debiteuren23 535,43
Totaal76 929,37

ad a. te vorderen van ministeries en derden

Op basis van in het verleden gemaakte afspraken met het ministerie van Financiën wordt de betaalde BTW (€ 32 888,03) in het kader van de ontwikkelingssamenwerking van de Belastingdienst teruggevorderd. Per half jaar worden de betaalde bedragen bij de Belastingdienst teruggevraagd. Het eerstvolgende verzoek om teruggaaf zal in het 2e kwartaal worden gedaan.

Verder bestaat het saldo o.a. uit salariskosten lange uitzendingen (€ 8 063,49) welke t.b.v. de Wederopbouw zijn gemaakt.

Deze salariskosten worden door tussenkomst van de Vertegenwoordiging in de Nederlandse Antillen doorberekend t.l.v. de geblokkeerde BNA-rekening.

ad b. Intra-comptabele debiteuren

De intra-comptabele debiteuren bestaan uit een drietal vorderingen in verband met afrekeningen tropentoelagen (€ 18 826,69) en terug te vorderen premies pensioenbijdrageverhaal (€ 4 708,74). In 2002 zullen deze debiteuren worden aangeschreven en het streven is dat zij ook in 2002 kunnen worden afgewikkeld.

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van € 18 973,89 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

   
a) Verrekening salariskosten met Hoofdstuk VII18 973,89
Totaal18 973,89

ad a. Dit betreft een nagekomen correctie van salarisbetalingen die in eerste instantie tlv Hoofdstuk VII waren gebracht. Doordat de sluitingsdatum bij de Rijkshoofdboekhouding voor verrekeningen via de rekening-courant al was gepasseerd kon deze correctie niet meer in de rekening-courant saldi van beide hoofdstukken worden gecorrigeerd. Verrekening tussen de rekening-courant van HIV en HVII zal in 2002 gaan plaatsvinden.

Ad 8. Extra-comptabele vorderingenAd 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het saldo per 31 december 2001 kan als volgt worden gespecificeerd:

Bedragen x 1 000
 Totaal bedragKorte termijnLange termijnWaarvan< 1 jaarWaarvan > 1 jaar
1. Algemeen13 17913 179   
2. Nederlandse Antillen80 54880 548   
3. Aruba11 7292 7299 0006 4592 541
4. Leningen259 450 259 450 259 450
5. Leningen bevordering bedrijfsvestiging5 323 5 323 5 323
Totaal370 22996 456273 7736 459267 314

Toelichting

1. Algemeen

De Nederlandse Antillen (in 2000 en 2001) en Aruba (in 2001) hebben niet aan de betalingsverplichting inzake de Kustwacht voldaan. Het ministerie van Defensie is ten laste van hoofdstuk 4 schadeloos gesteld voor deze derving van de bijdrage van de Nederlandse Antillen en Aruba. Indien de Nederlandse Antillen en Aruba alsnog voldoen aan de betalingsverplichting zal dit geld weer ten gunste komen van de begroting van Koninkrijksrelaties. Derhalve is een vordering opgenomen op het ministerie van Defensie van € 10,6 mln.

Daarnaast zijn enkele vorderingen opgenomen als gevolg van de eindafrekening van overheidsprojecten en diverse kleine vorderingen van in totaal ruim € 2,5 mln.

2. Vordering op de Nederlandse Antillen

De regering van de Nederlandse Antillen is de aflossingsverplichtingen over 1996 tot en met 2001 niet nagekomen. In eerste instantie was de regering van de Nederlandse Antillen voor de aflossingsverplichtingen over 1996 en 1997 uitstel van betaling verleend tot 1 maart 1998. Dit uitstel is verleend uitgaande van de veronderstelling dat rond die datum een overeenkomst zou zijn gesloten met het IMF over een uit te voeren structureel aanpassingsprogramma (SAP). Op basis van deze overeenkomst zou Nederland bereid zijn om de aflossingsverplichtingen over 1996, 1997 en 1998 concessioneel te herfinancieren.

Als gevolg van het niet tot stand komen van een overeenkomst tussen de regering van de Nederlandse Antillen en het IMF zijn de aflossingsverplichtingen over 1996, 1997 en 1998 direct opeisbaar geworden en derhalve als vordering op de Nederlandse Antillen in de financiële administratie vastgelegd.

Ook de aflossingsverplichtingen over 1999, 2000 en 2001 zijn niet voldaan. In gevolge van een in 2001 te voorzien IMF-akkoord was herfinanciering van de leningen voorzien. Het akkoord is in 2001 niet tot stand gekomen en daarmee ook de herfinanciering niet.

Deze betalingsachterstanden zijn derhalve opgenomen als vordering in 2001.

A. Specificatie aflossingsverplichtingen

Bedragen x 1 000
 BegrotingsleningenNIO leningenTotaal
19963 80511 08714 892
19972 84211 36414 206
19982 89711 64814 545
19992 95511 93914 894
20003 77612 23816 014
20014 097 4 097
Totaal  78 648

Noot: de niet ontvangen aflossing van de NIO leningen worden in 2002 – via de aanspraak op de Staatsgarantie – op de Nederlandse overheid verhaald. In 2002 zal derhalve de betalingsachterstand worden omgezet in een vordering.

B. Specificatie renteverplichtingen

In het kader van het IMF-traject zijn in 2000 twee leningen verstrekt aan de Nederlandse Antillen. Deze leningen zijn vanaf 1 januari 2001 rentedragend geworden. Eind december 2001 is aan de Nederlandse Antillen de eerste rentenota van € 1,6 mln. verzonden.

Door de NIO zijn er met betrekking tot de begrotingsleningen 1996 – 1998 geen rentenota's aan de Nederlandse Antillen verzonden. Eind december 2001 is voor deze begrotingsleningen alsnog een rentenota verzonden. Het totaal van de verschuldigde rente bedraagt ruim € 0,3 mln.

3. Vordering op Aruba

De totale vordering op Aruba van € 11,7 mln. kan als volgt worden gespecificeerd.

a) Een vordering uit 2000 van € 5,3 mln inzake de afwikkeling van de Overheidsprojecten;

b) In 2001 is ten laste van de ontwikkelingssamenwerkingsgelden € 2,7 mln. het deel voorgefinancierd dat door Aruba af te dragen is in het Solidariteitsfonds;

c) De door Aruba betaalde aflossingsverplichtingen op de uitstaande leningen zijn eind december 2001 door de NIO ontvangen. De NIO draagt deze ontvangsten ad € 3,7 mln. begin 2002 af aan het ministerie van BZK.

4. Leningen

De door Koninkrijksrelaties verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) worden, conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie, afzonderlijk weergegeven.

Bedragen x 1 000
 Gehanteerde koersen Bedrag in valutaBedrag in Euro
– Annuiteiten lening 1971    0
– Vijfjarenplan 1967–1971 (ex art. 3)    0
– Vijfjarenplan 1972–1976    14 226
– Begrotingssteun Aruba    30 857
– Maatregel Tussenbalans    65 254
– Consolidatie lening 1995 Nederlandse Antillen – 1995.01    14 543
– Prefinanciering Overheidsprojecten  Naf32 00018 623
– Contragarantie EIB2,20 371(vaste omrekenkoers)EURO4 2474 247
– Water- en Energiebedrijf Aruba (Akte 263-JZ/1995)0,55 815(begrotingskoers in euro)Afl28 00015 628
– Begrotingsleningen via de NPMNA0,55 815(begrotingskoers in euro)Naf24 59213 726
– Begrotingsleningen via de NPMNA0,99 832(begrotingskoers in euro)USD10 65010 632
– Nederlandse Antillen Liquiditeitssteun0,64 049(werkelijke koers in euro)Naf32 00020 496
– Nederlandse Antillen Aanvullende liquiditeitssteun0,64 024(werkelijke koers in euro)Naf80 00051 219
Totaal    259 450

Annuïteitenlening 1971

Het betreft een 2,5% dertigjarige annuïteitenlening ingevolge de wet van 23 december 1960, Stb. 599, de wet van 23 april 1964, Stb. 133 en de extra ontwikkelingshulp 1965. Eind 2001 is de laatste termijn van rente- en aflossing vervallen.

Vijfjarenplan 1967–1971 (ex art. 3)

Deze lening is verstrekt ingevolge artikel 3 van de wet van 17 januari 1968, Stb. 28. Het is een annuïteitenlening waarvan 3% van de hoofdsom in 25 jaar wordt afgelost. Eind 2001 is de laatste termijn van rente- en aflossing vervallen.

Vijfjarenplan 1972–1976

In 1977 is het aan deze periode verbonden leningsbedrag omgezet in een dertigjarige lening met een rente van 2,5% per jaar. Met ingang van 1985 wordt afgelost in 22 jaarlijkse annuïteiten. In het jaar 2006 zal de laatste aflossing plaatsvinden.

Begrotingssteun Aruba

In 1985 is aan Aruba een begrotingssteun verleend in de vorm van een lening van € 45,378 mln. De lening heeft een looptijd van 30 jaar met een rente van 2,5%. Gedurende de eerste 8 jaar was deze lening aflossingsvrij. Met ingang van 1994 vindt aflossing plaats in 25 jaarlijkse termijnen van € 1,815 mln. In het jaar 2018 zal de laatste aflossing plaatsvinden.

Maatregel Tussenbalans

Begrotingsleningen 1991 tot en met 2001. In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn met ingang van 1991 begrotingsleningen verstrekt aan de Nederlandse Antillen en Aruba tot een totaalbedrag van € 65,254 mln. ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van dertig jaar waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het rentepercentage is 2,5%.

Nog niet alle leningsovereenkomsten zijn ondertekend. Dit is mede gelegen in het wetgevingstraject dat moet worden doorlopen, voortvloeiend uit de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen. Geldleningen ten name of ten laste van de Nederlandse Antillen kunnen alleen krachtens landsverordening worden aangegaan. Tevens dient bij landsbesluit te worden vastgelegd op welke wijze het land de Nederlandse Antillen in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd.

Een specificatie van de leningen luidt als volgt:

Bedragen x 1 000
  Bedrag hoofdsom per 31-12-01Formalisering
1991Nederlandse Antillen20 454*nee
1991Aruba6 171ja
1992Nederlandse Antillen9 049*nee
1992Aruba7 120ja
1993Nederlandse Antillen4 221*nee
1993Aruba4 248ja
1994Nederlandse Antillen1 986*nee
1994Aruba1 635ja
1995Nederlandse Antillen4 252ja
1995Aruba259ja
1996Nederlandse Antillen1 311*nee
1997Nederlandse Antillen1 832nee
1998Nederlandse Antillen1 375nee
2000Nederlandse Antillen (OBNA)1 244concept
2001Nederlandse Antillen (OBNA)96concept
Totaal 65 254 

De betreffende landsverordeningen en landsbesluiten zijn vastgesteld voor de met * aangemerkte leningen.

Consolidatielening 1995 Nederlandse Antillen

Consolidatieovereenkomst achterstandenrekening schuldendienst 1991. In 1991 heeft de regering van de Nederlandse Antillen niet voldaan aan de rente- en aflossingsverplichting aan de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V.. In 1995 is de Consolidatieovereenkomst opgesteld van de openstaande vorderingen uit hoofde van de achterstand op aflossingen over de periode tot en met 31 december 1992.

Préfinanciering overheidsprojecten

Aan de Nederlandse Antillen en Aruba is met betrekking tot de préfinanciering van overheidsprojecten een permanent voorschot verleend van Naf. 20 mln. Na goedkeuring van de uitgaven wordt het saldo aangezuiverd.

In 2001 is het permanent voorschot aan de Nederlandse Antillen tijdelijk verhoogd met Naf. 12 mln. Tot een totaal van Naf. 32 mln. Als gevolg van de VBTB/Euro-conversie was het niet meer mogelijk om na 19 december 2001 betalingen te verrichten. Om de Sector Interne Deskundige op Curaçao toch in staat te stellen aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen is het permanent voorschot tijdelijk verhoogd. Het bedrag van Naf. 12 mln. zal met de eerstvolgende OHP-declaraties begin 2002 worden verrekend.

Contragarantie

De contragarantie van de Nederlandse Antillen en Aruba op garantie van de rente en aflossingen van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen is opgenomen als extra comptabele vordering.

Water- en Energiebedrijf Aruba

Begrotingslening ten behoeve van het Water en Energie Bedrijf N.V. gevestigd te Aruba. De lening is verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het water- en elektriciteitsbedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta, ad Afl. 28,0 mln. De lening heeft een looptijd van dertig jaar waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing is. Het rentepercentage is 2,5%.

Liquiditeitssteun Nederlandse Antillen

Ten behoeve van de liquiditeitssteun aan de Nederlandse Antillen zijn in 2000 in het kader van het IMF traject twee leningen verstrekt. De leningen zijn opgesteld in Antilliaanse valuta en zijn groot Naf. 32 mln. en Naf. 80 mln.

De leningen zijn rentedragend vanaf 1 januari 2001 waarbij het rentepercentage 2,5% bedraagt. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar waarvan de eerste 8 jaar aflossingsvrij zijn.

Begrotingsleningen via de Nederlands Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA)

Door tussenkomst van de NPMNA zijn begrotingsleningen verstrekt ter financiering van de navolgende projecten.

Bedragen x 1 000
 Hoofdsom in valutaHoofdsom in EuroTrekkingen In valutaPer 31-12-01Trekkingen In Europer 31-12-01
– Luchthaven Sint Maarten (LVFM 1997.01) (108 574)Naf 8 8004 912Naf 8 7724 897
– Bouw 474 woningen Sint Maarten (Belvedère proj.SMHDF1997.01) (108 451)Naf 7 1103 968Naf 7 1103 968
– Zelfbouw Sint Maarten (SMHFF 1998.01) (108 675)Naf 7 5004 186Naf 7 5004 186
– Luchthaven SXM fase1 Flamengopond dempen (PJIAE 1998.01) (108 908)Naf 6 3003 516Naf 1 210675
– Haven Sint Maarten (108 983)USD 10 65010 632USD 10 65010 632
Totaal   24 358

De gehanteerde koers voor de Naf /Euro is 0,55 815 en voor de USD/Euro is 0,99 832

De leningsovereenkomsten zijn afgesloten met de volgende instellingen:

• Luchthaven Sint Maarten (LVFM 1997.01)

Begrotingslening verstrekt aan de Luchthaven Veiligheid Financiering Maatschappij N.V. te Sint Maarten ad Naf. 8,8 mln.

• Bouw 474 woningen Sint Maarten (Belvedère project SMHDF 1997.01)

De begrotingslening ad Naf. 7,110 mln. is verstrekt aan de Sint Maarten Housing Development Foundation te Sint Maarten.

• Zelfbouw Sint Maarten (SMHFF 1998.01)

De leningsovereenkomst ad Naf. 7,5 mln. is afgesloten met de Sint Maarten Housing Finance Foundation.

• Luchthaven Sint Maarten fase 1, Flamengo Pond dempen (PJIAE 1998.01)

Leningsovereenkomst afgesloten met de Prinses Juliana International Airport Exploitatiemaatschappij N.V. ad Naf. 6,3 mln.

• Haven Sint Maarten betreft een lening aan de Sint Maarten Harbour Cargo Facilities NV (USD 4 mln.) en een lening aan de Sint Maarten Harbour Cruise Facilities (USD 6,650 mln).

5. Lening bevordering bedrijfsvestiging

Door tussenkomst van de Nederlands Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen is een aantal leningen verstrekt ter financiering van samenwerkingsactiviteiten met de Nederlandse Antillen en Aruba. De in onderstaande tabel opgenomen gegevens zijn gebaseerd op een opgave van de NPMNA.

Stand per 31 december 2001
 Totale vorderingin valutaHoofdsom opgenomen geld in EuroNog te ontvangen aflossingen en rente in EuroTotale vordering in EuroAchterstand in % totale vordering
Aruban Investmentbank NVNaf2 7721 452951 5476%
Plantation Bay Beach Resort and Casino BVUSD1 3752881 0851 37379%
OBNA, International Trade CenterNaf7010392392100%
OBNA, Curaçao Sea Aquarium NVNaf00000%
OBNA, Curaflor NVNaf9205151100%
OBNA, Lionsdive Hotel & Marine NVNaf2201212100%
Plant Hotel NVUSD1 9501 94711 9480%
Dutchco N.V.Vervallen    
   3 6871 6365 323 

De gehanteerde koers voor de Naf/Afl is: Euro 0,55 815 en voor de USD: Euro 0,99 832.

OBNA, Curacao Sea Aquarium NV

In december 2001 heeft een algehele afwikkeling van de in het verleden door NPMNA aan Seaquarium verstrekte lening, inclusief rente, plaatsgevonden op basis van een beperkte reductie.

OBNA, International Trade Centre, World Trade Center

Het belang dat NPMNA indirect hield in het World Trade Center (WTC) is in januari 2002 verkocht aan Caribbean International University (CIU). Bovendien heeft CIU het gehele uitstaande saldo van de door OBNA, voor rekening en risico van NPMNA, aan WTC verstrekte lening afgelost.

Dutchco

Door de overdracht van aandelen en leningen door OPM aan NPMNA zijn de leningen Dutchco doorgehaald.

Ad. 10. Openstaande voorschottenAd. 10a. Tegenrekening openstaande voorschotten

De saldi van de per 31 december 2001 openstaande voorschotten en van de in 2001 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

Stand openstaande voorschotten per 31 december 2001
JaarSaldo 1 jan. 2001Bevoorschot 2001Afgerekend in 2001Saldo 31 dec. 2001
t/m '97133 165 319,75 44 062 259,7389 103 060,02
'9881 346 895,22 31 524 523,5849 822 371,64
'99151 340 839,21 29 891 768,00121 449 071,21
'00155 467 706,86 38 709 668,99116 758 034,87
'01 98 358 885,09183 315,7998 175 569,30
Totaal521 320 758,0498 358 885,09144 371 536,09475 308 107,03

De verdeling van de openstaande voorschotten naar de begrotingsartikelen is als volgt opgebouwd:

Bedragen x 1 000
ArtikelOmschrijving2001200019991998t/m 1997Totaal
0201Toeslagen op pensioenen2 1352 3401 269  5 744
0202Bijstand rechterlijke Macht235 222586836
0213Samenwerkingsmiddelen96 018114 413120 18049 60088 517468 734
 Totaal98 176116 758121 44949 82289 103475 308

Toelichting

Artikel 02.01 Toeslagen op pensioenen

Ten laste van dit artikel zijn voorschotten verleend inzake toeslagen op Antilliaanse pensioenen, krachtens de Toeslagregeling pensioenen Suriname en de Nederlandse Antillen en de Verrekenkoersregeling voor Antilliaanse Pensioenen.

Artikel 02.02 Bijstand rechterlijke macht

Ten laste van dit artikel wordt onder andere een tropentoelage gebracht. De betalingen t/m 1998 zijn als voorschot vastgelegd, totdat de tropentoelage definitief kan worden vastgesteld. In verband met de integratie van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een andere methodiek voor het vastleggen van deze voorschotten ingevoerd.

Het saldo aan openstaande voorschotten geeft weer het bedrag dat per ultimo 1998 volgens de oude systematiek nog definitief moet worden vastgesteld.

Artikel 02.13 Samenwerkingsmiddelen

Ten laste van dit artikel worden projecten van verschillende beleidssectoren gefinancierd. Bij de afsluiting c.q. afrekening van deze projecten dient een procesverbaal van projectbeëindiging te worden opgemaakt en voorzien van een accountantsverklaring te worden overgelegd. Pas dan worden de voorschotten definitief afgewikkeld.

Ad 11. GarantieverplichtingenAd 11a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Het bedrag van € 310 035 276,68 aan garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

   
Garanties 1 januari 2001300 984 131,52 
Herwaardering garanties NPMNA in 200132 146 105,69 
 333 130 237,21 
Vervallen garanties in 200123 094 960,53–/–
Openstaande garanties per 31 december 2001310 035 276,68 

De openstaande garantieverplichtingen zijn als volgt opgebouwd:

Bedragen x 1 000
1. Garantie van rente en aflossing van leningen ten behoeve van de financiering van rendabele projecten (periode 1962–1992) tot een maximum van Naf. 125 mln. (wetten van 3 mei 1962, Stb. 153 en 23 april 1964, Stb. 130)1 676
2. Garantie van rente en aflossing van door de Nederlandse Investeringsbank voor ontwikkelingslanden NV (N.I.O.) verstrekte leningsgelden206 637
3. Garantie van rente en aflossing van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen in Euro 4 247 mln. à f 2,20 3714 247
4. Garantie van rente en aflossing van een aan de Nederlandse Participatie Maatschappij Nederlandse Antillen verstrekte geldlening van USD 48 mln. (à f 1,80 Conform begrotingskoers in 1998)64 771
5. Borgstelling van rente en aflossing d.d. 16-10-1997 van het project Belvedère, bouw 474 woningen Sint Maarten32 705
Totaal310 036

Toelichting

Garantieverplichting 2 NIO

De garantieverplichting bedraagt volgens de garantieovereenkomst van het Rijk per ultimo 2001 € 194 mln. Er is daarbij vanuit gegaan dat aan alle rente- en aflossingsverplichtingen is voldaan. Echter in 2001 heeft de Nederlandse Antillen niet voldaan aan haar aflossingsverplichtingen. Dit bedrag van € 12,6 mln. is gecorrigeerd op de garantieverplichting ultimo 2001. De door de Nederlandse Antillen niet betaalde aflossingsverplichting in 2000 is in 2001 door Nederland betaald (zie artikel 02.03 Garanties). Door deze garantiebetaling is in 2001 de garantie afgenomen. Tegelijkertijd is eenzelfde vordering ontstaan op de Nederlandse Antillen.

Garantieverplichting 3 Garantie Europese Investeringsbank

Door de Nederlandse Antillen en Aruba is een «contra garantie» gesteld met betrekking tot de garantie van rente en aflossing van door de Nederlandse Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen van € 4,247 mln. De contra garantie bedraagt € – 4,247 mln. Dit bedrag is tevens opgenomen in de extra comptabele vorderingen.

Garantieverplichting 4 NPMNA

Per ultimo 2001 bedraagt de garantieverplichting (hoofdsom inclusief rente) € 60,353 mln. In 2000 is de garantstelling overeenkomstig de garantieovereenkomst op de balans opgenomen. Er is toen geen rekening gehouden met het verleende uitstel op de rente- en aflossingen van vijf jaar. Eind 2001 is de oorspronkelijke waarde van de drie kredieten ad.€ 64,754 mln. conform het aflossingsschema opgenomen. Derhalve is een correctie aangebracht van ruim € 32 mln.

De eerste aflossingstermijn op de uitstaande drie leningen en rentetermijnen zijn in juli 2001 vervallen. In verband met het niet geheel voldoen aan deze rente- en aflossingsverplichtingen door de NPMNA aan de Nederlandse Investeringsbank (NIB), heeft de NIB de Staatsgarantie ingeroepen voor een bedrag van € 4,311 mln. Voor dit bedrag is een vordering ingesteld op de NPMNA. Op dat moment daalde het garantieobligo tot ruim € 60 mln. , terwijl er gelijkertijd een vordering van de Staat op de NPMNA is ontstaan. Aan een extern accountantsbureau is in juni 2001 een opdracht verleend om een onderzoek te doen naar de garantieverplichting OPM en om daarover een second opinion uit te brengen.

Ad 12. Openstaande verplichtingenAd 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 326 836 082,22 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

     
Verplichtingen 1 januari 2001  368 161 592,29 
Aangegane verplichtingen in 2001  163 675 326,21 
   531 836 918,50 
     
Tot betaling gekomen in 2001109 204 666,76   
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren95 796 169,52+  
     
   205 000 836,28–/–
Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2001  326 836 082,22 

Ad 13. DeelnemingenAd 13a. Tegenrekening deelnemingenDeelnemingen

Het verwerven van aandelen door de staat in privaatrechtelijke ondernemingen wordt conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie, tegen de oorspronkelijke aankoopprijs extra-comptabel vastgelegd. In de tabel deelnemingen wordt inzicht verkregen in de deelnemingen in privaatrechtelijke ondernemingen en nationale instellingen via de Nederlandse Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA). De hierin opgenomen gegevens zijn gebaseerd op een opgave van de NPMNA.

Bedragen x 1 000
 ValutaBedrag in ValutaBedrag in Euro
Antillean Soap Company NVAfl1 138635
OBNANaf1 500837
OBNA Int. Trade Center Curaçao NVNaf20001 116
Aruba Investment Bank NVAfl5 1232 859
Oranjestad Property Management NVAfl12 8337 163
Plantation Bay Beach Resort & Casino NVUSD7 2407 228
CurintaNaf10 0005 581
Curaçao Port Authority (Mega Cruise Steiger)Naf5 0002 791
Sint Maarten Harbour Holding Company NVUSD6 0015 991
Curinde N.V.Naf9 2695 174
Totaal  39 375

De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de in 2001 geldende begrotingskoers (1 USD tegen 0,99 832 Euro en Naf/Afl tegen Euro 0,55 815).

4. OVERZICHT OVERHEIDSPROJECTEN NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA

Uitgaven in €
De kwaliteit van het bestuur2 413 908,34
Duurzame economische ontwikkeling21 722 932,06
Onderwijs5 045 273,37
Rechtshandhaving3 254,01
Overig3 049 690,56
Totale uitgaven overheidsprojecten32 235 058,35
Koersverschillen1 091 719,50
Totaal33 326 777,84
  
De kwaliteit van het bestuur 
Stageregeling 4e tranche548,34
Tam/toekomstperspectief antilliaanse militie103 534,54
Brandweer sint eustatius61 527,63
Brandweer saba80 599,77
Reinventing government investeringskosten184 013,62
Meerjarig informatiseringsprogramma 1998166 622,33
Huisvesting dez molenplein6 478,09
Urgentieprogramma sanering overheidsapparaat223 878,79
Bbi-na 1996–2000298 680,12
Wsxm accountantscontrole28 386,10
Modernization financial management53 247,48
Feasebility-pot depos59 306,86
Bbi-soab 1998138 502,84
Meerjarig informatiseringsprogramma 2000318 451,66
Ondersteuning administratie sid na17 007,28
Herstructurering afdeling financien cur266 573,19
Departement financien imf213 120,09
Workshop formulering bestuurlijke ontwikkeling14 123,09
Project cycle management lf7 559,69
Saneringsoperatie landsoverheid 3137 857,33
Urgentieprogramma inventarisatie ps30 616,98
Formuleringsteam ngo-beleid3 272,52
Subtotaal kwaliteit van het bestuur2 413 908,34
  
Economische ontwikkeling 
Rehabilitatie mathywerf uitvoeringskosten63 752,70
Ontwikkeling cornelisbaai113 338,57
Zeepromenade bonaire fase 2338 740,39
Privatiseringsbeleid curacao26 311,72
Noodplan marketing toerisme bonaire663 988,91
Obna 4e tranche 3e kredietlijn95 754,82
Waterhuishouding marie pompoen vbk222 816,41
Wederopbouw sxm-afval+hemelwater141 305,58
Aanschaf radarsysteem319 012,45
Upgrading vliegveld saba19 113,57
Wederopbouw sxm baggeren freshpoint30 385,06
Actieplan binnenstad infrastructuur1 203 789,53
Volkshuisvesting sxm9 840,41
Curalyse 2000 plus47 509,45
Permanente cie volkstelling cbs-nidi125 238,23
Oeso workshop buitenland directie29 408,01
Sociaal noodprogramma rede sosial2 432 261,96
Sociale maatregelen na (smna)118 420,75
Contingency marketing plan curacao2 055 073,90
Noodplan marketing toerisme sint eustatius344 985,67
Noodplan marketing toerisme saba384 896,36
Noodplan marketing toerisme sint maarten1 940 441,62
Aanvullende subsidie 2001 knap/mina421 198,05
Incidentele suppletie voorschot sid7 460 146,75
Aflossing schulden gezondheidszorg3 115 201,18
Subtotaal economische ontwikkeling21 722 932,06
  
Onderwijs 
Gwendolyn van puttenschool20 631,37
Comprehensive school saba45 500,32
Onderwijs op sint eustatius284,54
taal en rekenonderwijs sxm24 806,88
Ervaringsgericht leren161 824,31
Antilliaanse schil/taal kabaal63 392,61
Wederopbouw sxm onderwijs vbk39 361,86
Nieuwbouw nikiboko bonaire183 478,82
Atlassen «nos tera nobo» bonaire13 240,84
Atlas bovenwinden20 405,09
Mavo, vernieuwing computerapparatuur57 933,51
Atlassen curacao243 513,71
Skosaba project onderwijs35 869,25
Perspektivo pa progreso (bvo)61 222,04
Renovatie van ginnekenschool74 830,18
Basisvorming voortgezet onderwijs142 404,82
Wederopbouw sxm mac school st. John's159 857,41
Ondersteuning opstellen onderwijsdossiers6 309,13
Urgentieprogramma jeugd jongeren programmakosten311 097,67
Urgentieprogramma jeugd en jongeren educatieve springplank1 163 722,67
Urgentieprogramma mas skol1 836 971,07
Urgentieprogramma jeugd en jongeren opstap opnieuw51 604,51
Schoolbussen saba84 616,71
Bevorderen leescultuur onderwijs124 525,23
Onderwijsprotocol programma ondersteuning106 297,38
Jeugdontwikkeling eu11 571,42
Subtotaal onderwijs5 045 273,37
  
Rechtshandhaving 
Vreemdelingen administratie systeem602,80
Juridische documentatie2 651,21
Subtotaal rechtshandhaving3 254,01
Overig 
Fundashon kas popular 1995 bestedingsplan11 287,92
Wederopbouw sxm 200 noodwoningen3 293,08
75 Woningen bonaire8 372,24
Actieplan binnenstad woningbouw en renovatie34 992,68
Actieplan binnenstad overige nieuwbouw216 998,73
Restauratue historic core 2e tranche299 638,18
Wederopbouw sxm, rode kruis38 471,60
Subklinische loodvergiftiging1 098,86
Centrum voorlichting antillen116 469,63
Ban bario bek6 391,36
Lac fase 2/3 vbk59 498,75
Gezondheidsonderzoek bonaire39 182,28
Restauratie de tempel uvk11 083,08
Actieplan binnenstad restauratie3 400,05
Bibliotheek bonaire vbk2 042,27
Urg prog jeugd/jongeren experiment222 330,99
Casa blanca1 975 138,84
Subtotaal overig3 049 690,56
Naar boven