nr. 102
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2002
Tijdens het Algemeen Overleg van 19 juni jl. met de Vaste Commissie voor
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik een aantal toezeggingen gedaan
op het beleidsterrein Openbare Orde en Veiligheid.
Thans informeer ik u over de relatie tussen de doelen en inzet van mensen
en middelen bij het KLPD.
In algemene zin wil ik opmerken dat de effecten van de inzet van het KLPD
tot uiting komen in de landelijke politieresultaten. Als zelfstandig en ondersteunend
onderdeel levert het KLPD een directe en indirecte bijdrage aan de doelstellingen
voor de Nederlandse Politie als geheel, zoals deze zijn geformuleerd in het
Beleidsplan Nederlandse Politie 1999–2002. Het BNP vormt derhalve de
beleidsmatige inkadering van de opgenomen productiecijfers.
Meer concrete informatie hierover zal worden opgenomen in het Jaarverslag
Nederlandse Politie 2001, dat volgens planning tegelijk met de begroting 2003
aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. In dit Jaarverslag worden de bereikte
resultaten en effecten voor het jaar 2001, in relatie tot de doelstellingen
uit het eerste BNP, opgenomen.
De landelijke doelstellingen in het BNP 1 (1999–2002) zijn niet
nader gepreciseerd naar doelstellingen per politiekorps. Dit zal wel gebeuren
in het kader van het komende BNP 2 (2003–2006). De landelijke doelstellingen
zullen dan nader worden uitgewerkt in de vorm van resultaatsafspraken per
korps. Alsdan kan ook de gewenste nadere verantwoording over de effecten van
de inzet van de mensen en middelen van het KLPD in relatie tot de gestelde
doelen worden gegeven. Daarnaast wordt deze relatie meer transparant en samenhangend
gemaakt door de lopende reorganisatie van het KLPD en het ingezette verbetertraject
voor de bedrijfsvoering.
Met betrekking tot het verbetertraject heb ik tijdens het Algemeen Overleg
toegezegd de Tweede Kamer halfjaarlijks te informeren over de actuele stand
van zaken.
In lijn met mijn antwoord op de schriftelijke vragen naar aanleiding van
de financiële verantwoording benadruk ik nogmaals dat in het kader van
het groeiproces VBTB, de reorganisatie en de uitvoering van het verbetertraject
in de toekomst een grotere vergelijkbaarheid te verkrijgen zal zijn tussen
de doelstellingen en de inzet. Een eerste aanzet hiertoe wordt in de ontwerpbegroting
2003 gegeven.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries