28 371
Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 in het kader van administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten (Aansluitingswet Walvis)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 in het kader van administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten (Aansluitingswet Walvis).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

16 mei 2002

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband met de inwerkingtreding van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten (Walvis), de Wet op de loonbelasting 1964 aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 22a, tweede lid, wordt in de aanhef «de bijzondere beloningen als bedoeld in artikel 26, eerste lid» vervangen door: het aanvullend loon als bedoeld in artikel 24a, derde lid.

B. Na artikel 24 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 24a

1. Voor de toepassing van het tarief wordt het belastbare loon onderscheiden in:

a. tabelloon;

b. aanvullend loon, en

c. eindheffingsloon.

2. Tabelloon is het loon overeenkomstig de artikelen 4, 5 en 6 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering:

a. vermeerderd met:

1°. het loon uit vroegere dienstbetrekking met uitzondering van het loon uit vroegere dienstbetrekking dat in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar wordt toegekend;

2°. de aanspraken ingevolge de Ziekenfondswet;

3°. de aanspraken die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken als bedoeld onder 2°, met uitzondering van aanspraken die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend, en

b. verminderd met:

1°. de bedragen die worden ingehouden als premie ingevolge de Werkloosheidswet;

2°. de bedragen die worden ingehouden als bijdrage ingevolge een regeling voor verlofsparen;

3°. de beloningen die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend en die begrepen zijn in het loon overeenkomstig de artikelen 4, 5 en 6 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;

4°. daarin begrepen eindheffingsloon;

5°. de zeedagenaftrek.

3. Aanvullend loon is het belastbare loon verminderd met het tabelloon en het eindheffingsloon.

4. Eindheffingsloon is het loon, bedoeld in artikel 31.

Artikel 24b

1. Loontijdvak is het tijdvak waarover het loon wordt genoten.

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld volgens welke in afwijking van het eerste lid als loontijdvak wordt aangemerkt een tijdvak waarvan het tijdvak waarover het loon wordt genoten, deel uitmaakt.

C. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

1. Met betrekking tot tabelloon wordt het bedrag van de belasting over een ander loontijdvak dan een jaar door herleiding bepaald. Bij de herleiding wordt een jaar op 260 dagen, een maand op 65/3 dag, een week op 5 dagen en een tijdvak dat korter is dan een dag op een dag gesteld.

2. Het vierde lid komt te vervallen.

D. Artikel 26 komt als volgt te luiden:

Artikel 26

1. Met betrekking tot aanvullend loon wordt het bedrag van de belasting bepaald volgens loonbelastingtabellen voor aanvullend loon.

2. De loonbelastingtabellen voor aanvullend loon worden bij ministeriële regeling vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 25, tweede en derde lid, met dien verstande dat in deze tabellen jaarlonen en belastingpercentages worden opgenomen.

3. Voor de toepassing van dit artikel geldt als jaarloon:

a. ingeval de werknemer over het gehele voorafgaande kalenderjaar van de inhoudingsplichtige loon heeft genoten: het in dat jaar genoten tabelloon en aanvullend loon;

b. ingeval de werknemer over een gedeelte van het voorafgaande kalenderjaar van de inhoudingsplichtige loon heeft genoten: het tot een jaarloon herleide bedrag van het in dat jaar genoten tabelloon en aanvullend loon;

c. in andere gevallen: het in het kalenderjaar te genieten tabelloon en aanvullend loon, indien over het gehele jaar van de inhoudingsplichtige loon zou worden genoten.

E. Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt vervangen door:

1. De belasting over eindheffingsloon wordt geheven van de inhoudingsplichtige naar het in het derde lid aangegeven tarief.

2. In het tweede lid wordt in de aanhef «Eindheffingsbestanddelen zijn:» vervangen door: Eindheffingsloon bestaat uit:.

Voorts vervalt de laatste volzin en wordt na onderdeel g, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel ingevoegd, luidende:

h. overige niet tot de vrije vergoedingen of vrije verstrekkingen behorende vergoedingen en verstrekkingen voorzover deze niet meer belopen dan € 200 per maand, behoudens ingeval de inhoudingsplichtige verzoekt met betrekking tot dat loon het eerste lid niet toe te passen.

3. In het derde lid wordt «eindheffingsbestanddelen» telkens vervangen door: eindheffingsloon. Verder wordt in onderdeel a, na onder 4°, toegevoegd:

5°. overige niet tot de vrije vergoedingen of vrije verstrekkingen behorende vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel h;.

4. Na het vijfde lid wordt, onder vernummering van het zesde tot en met achtste lid in respectievelijk zevende tot en met negende lid en onder vernummering van het negende lid in elfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

6. In afwijking in zoverre van artikel 13, eerste lid, en onverminderd de toepassing van artikel 13, tweede lid, wordt voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel h, en het derde lid, onderdeel a, onder 5°, de waarde van niet in geld genoten loon gesteld op de waarde die daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend.

5. Na het tot negende lid vernummerde achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

10. Voorzover in hetzelfde loontijdvak of dezelfde loontijdvakken door meer dan één werknemer eindheffingsloon wordt genoten kan, mits dat leidt tot een beduidende vereenvoudiging van de vaststelling van de verschuldigde belasting, de verschuldigde belasting globaal worden vastgesteld, zodanig dat deze redelijkerwijs overeenkomt met de verschuldigde belasting die op de voet van de vorige leden zou zijn bepaald.

6. In het tot elfde lid vernummerde negende lid wordt «eindheffingsbestanddelen» telkens vervangen door: eindheffingsloon. Verder wordt de zinsnede «de aan naheffing onderworpen» vervangen door: het aan naheffing onderworpen.

7. Na het tot elfde lid vernummerde negende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

12. De in het eerste en het derde lid bedoelde ministeriële regelingen worden, voorzover het de premie voor de volksverzekeringen betreft, getroffen in overleg met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiën,

Naar boven