28 362 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet

Nr. 50 MOTIE VAN HET LID VAN HAGA

Voorgesteld 29 april 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds de oekaze-Kok ambtenaren een positie hebben gekregen die onwenselijk is;

overwegende dat de oekaze-Kok in december 2020 door Minister Ollongren al aanzienlijk is versoepeld;

overwegende dat het van belang is voor Kamerleden, zowel van de oppositie als van de coalitie, om direct contact te kunnen hebben met de ambtenaren;

overwegende dat het ook van belang is dat ambtenaren verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor hun werk;

verzoekt de regering, te onderzoeken of en, zo ja, hoe de positie van ambtenaren kan worden veranderd zodat er een betere balans ontstaat met betrekking tot bovenstaande overwegingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Haga

Naar boven