Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28361 nr. 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28361 nr. 6 |
Ontvangen 2 december 2002
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel E komt te luiden:
In artikel 29, eerste lid, wordt onder verlettering van de onderdelen k tot en met o tot l tot en met p een onderdeel ingevoegd, luidende:
k. instellingen als bedoeld in artikel 18a, eerste lid;.
b. Onderdeel F vervalt.
c. In onderdeel L wordt «18a, eerste lid» vervangen door: 18a, eerste lid,.
d. Na onderdeel L wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
In artikel 48n komt onderdeel g te luiden:
g. zijn aanwijzing als bedoeld in artikel 28, tweede lid, ter zake van het niet naleven van de regels gesteld bij of krachtens de artikelen 6a, tweede of derde lid, 6b, 18a, eerste lid, of 18b, tweede lid.
e. In onderdeel M komt de aanduiding «1.» voor de eerste volzin te vervallen, en komt de aanhef van de tweede volzin te luiden:
1. Aan artikel 2 worden twee leden toegevoegd, luidende:
f. In onderdeel M, punt 2, wordt «artikel 16, dertiende lid» vervangen door: artikel 16, twaalfde lid.
2. Na artikel II worden vier artikelen ingevoegd, luidende:
De Wet toezicht beleggingsinstellingen wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 5, eerste lid, wordt een alinea toegevoegd, luidende:
Tot de eisen, bedoeld in onderdeel c, behoren niet de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 12, eerste lid, wordt een alinea toegevoegd, luidende:
Tot de regels, bedoeld in onderdeel c, behoren niet de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
De Wet toezicht kredietwezen 1992 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 8, tweede lid, onderdeel i, komt te luiden:
i. de voorgenomen maatregelen, gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering, met uitzondering van de maatregelen ter naleving van de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;
Artikel 16, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de maatregelen, gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering, met uitzondering van de maatregelen ter naleving van de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;
Artikel 16a, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de maatregelen, gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering, met uitzondering van de maatregelen ter naleving van de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;
Artikel 16b, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de maatregelen, gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering, met uitzondering van de maatregelen ter naleving van de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;
Aan artikel 22a wordt een alinea toegevoegd, luidende:
Tot deze regels behoren niet de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 28 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 30ca wordt een alinea toegevoegd, luidende:
Tot deze regels behoren niet de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
In artikel 30e, tweede lid, wordt «vierde tot en met zesde lid» vervangen door: vierde tot en met zevende lid.
In artikel 35, vijfde lid, wordt «derde tot en met zesde lid» vervangen door: derde tot en met zevende lid.
Artikel 45, tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. de voorgenomen maatregelen, gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering, met uitzondering van de maatregelen ter naleving van de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Artikel 57 komt te luiden:
Bij of krachtens de in de artikelen 22a en 30ca bedoelde algemene maatregel van bestuur kan worden voorgeschreven dat kredietinstellingen bepaalde gegevens ter zake van de integere bedrijfsvoering aan de Bank melden. Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
De Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 12, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. de voorgenomen maatregelen, gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering, met uitzondering van de maatregelen ter naleving van de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 19 wordt een zin toegevoegd, luidende: Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 22, eerste lid, wordt een alinea toegevoegd, luidende:
Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit lid verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Artikel 30 komt te luiden:
Bij of krachtens de in artikel 31a bedoelde algemene maatregel van bestuur kan worden voorgeschreven dat verzekeraars bepaalde gegevens ter zake van de integere bedrijfsvoering aan de Pensioen- & Verzekeringskamers melden. Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 31a wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 40a, vierde lid, wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit lid verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Artikel 81, vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de Pensioen- & Verzekeringskamer van oordeel is dat een integere bedrijfsvoering onvoldoende is gewaarborgd, waarbij onder integere bedrijfsvoering wordt verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995; of
Artikel 82, tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. de Pensioen- & Verzekeringskamer van oordeel is dat een integere bedrijfsvoering onvoldoende is gewaarborgd, waarbij onder integere bedrijfsvoering wordt verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995; of
Artikel 84, zevende lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. naar het oordeel van de Pensioen- & Verzekeringskamer ertoe leiden of zouden kunnen leiden dat een integere bedrijfsvoering onvoldoende is gewaarborgd, waarbij onder integere bedrijfsvoering wordt verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995; of
De Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 6, eerste en tweede lid, wordt telkens «een voordracht van twee personen» vervangen door: een niet bindende voordracht.
Artikel 26, eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:
f. de voorgenomen maatregelen, gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering, met uitzondering van de maatregelen ter naleving van de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 30 wordt een zin toegevoegd, luidende: Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 40, eerste lid, wordt een alinea toegevoegd, luidende:
Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 55a wordt een zin toegevoegd, luidende: Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 70a wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 80, vijfde lid, wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit lid verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 83a, vierde lid, wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit lid verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Aan artikel 98a wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.
Artikel 174, vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de Pensioen- & Verzekeringskamer van oordeel is dat een integere bedrijfsvoering onvoldoende is gewaarborgd, waarbij onder integere bedrijfsvoering wordt verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995; of
Artikel 175, tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. de Pensioen- & Verzekeringskamer van oordeel is dat een integere bedrijfsvoering onvoldoende is gewaarborgd, waarbij onder integere bedrijfsvoering wordt verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995; of
Artikel 176, zevende lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. naar het oordeel van de Pensioen- & Verzekeringskamer ertoe leiden of zouden kunnen leiden dat een integere bedrijfsvoering onvoldoende is gewaarborgd, waarbij onder integere bedrijfsvoering wordt verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995; of
3. Na artikel II D wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 21 van de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds komt te luiden:
1. Het is aan ieder verboden, hetgeen hem krachtens zijn ambt, betrekking of hoedanigheid ten gevolge van de uitvoering of toepassing dezer wet blijkt of medegedeeld wordt, verder bekend te maken dan dat ambt, die betrekking of die hoedanigheid met zich mede brengt.
2. De Pensioen- & Verzekeringskamer kan, in afwijking van het eerste lid, gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van de haar ingevolge deze wet opgedragen taak verstrekken aan de autoriteiten die ingevolge de Wet toezicht effectenverkeer 1995 zijn belast met het toezicht op het effectenverkeer, tenzij:
a. het doel waarvoor de gegevens of inlichtingen zullen worden gebruikt onvoldoende bepaald is;
b. het beoogde gebruik van de gegevens of inlichtingen niet past in het kader van het toezicht op financiële markten of op natuurlijke personen en rechtspersonen die op die markten werkzaam zijn;
c. de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen niet in voldoende mate is gewaarborgd;
d. de verstrekking van de gegevens of inlichtingen redelijkerwijs in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze wet beoogt te beschermen; of
e. onvoldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt.
Punt 1 van de onderhavige nota van wijziging heeft tot doel het wetsvoorstel aan te passen aan de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) zoals deze luidt na de inwerkingtreding van de Wet actualisering en harmonisatie financiële toezichtswetten (Wet A&H; Kamerstukken I 2002/03, 28 373, nr. 17). Aangezien laatstgenoemde wet heeft geleid tot wijzigingen van een aantal artikelen van de Wte 1995 die ook door het wetsvoorstel worden bestreken, zijn enkele technische en redactionele aanpassingen noodzakelijk.
Punt 2 hangt eveneens samen met de Wet A&H. Deze wet heeft in de toezichtswetten algemene bepalingen geïntroduceerd, gericht op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering. Aangezien het onderhavige wetsvoorstel ook is gericht op het bevorderen van integriteit in de meer beperkte betekenis van integer gedrag op de effectenmarkten, zou onduidelijkheid kunnen ontstaan over de reikwijdte van beide categorieën integriteitsbepalingen. Om deze onduidelijkheid weg te nemen, en dreigende overlap te voorkomen, wordt voorgesteld in de algemene bepalingen over integere bedrijfsvoering een expliciete uitzondering op te nemen voor effectentypische onderwerpen. Er kan dan geen misverstand meer over bestaan dat deze laatste uitsluitend worden gereguleerd door de Wte 1995. Dit laatste is in overeenstemming met de doelstelling van het wetsvoorstel, waarbij uniformering van de effectentypische regels en eenheid van de handhaving centrale elementen zijn.
Het past in de gekozen systematiek dat toetsing van de naleving van de effectentypische gedragsregels geen onderdeel is van de vergunningprocedure. De Autoriteit-FM wordt over verleende vergunningen geïnformeerd en beschikt dan over de benodigde bevoegdheden en instrumenten om de naleving te controleren en zo nodig af te dwingen.
Drie artikelen vergen enige aanvullende toelichting, te weten de voorgestelde wijzigingen van artikel 57 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk 1992; artikel II B, onderdeel I), artikel 30 van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (Wtn; artikel II C, onderdeel D) en artikel 6 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Wtv 1993; artikel II D, onderdeel A).
Artikel 57 van de Wtk 1992 wordt in twee opzichten gewijzigd. De toevoeging van een tweede zin heeft tot doel de hierboven genoemde overlap te vermijden. Daarnaast zijn in de eerste zin de woorden «ter zake van de integere bedrijfsvoering» toegevoegd, die in de Wet A&H abusievelijk ontbraken.
Artikel 30 van de Wtn is zodanig herschreven dat de tekst overeenkomt met analoge bepalingen in de andere toezichtswetten. Daarmee wordt een omissie in de Wet A&H hersteld.
De voorgestelde wijziging van artikel 6 van de Wtv 1993 staat los van het effectentypisch gedragstoezicht. De wijziging heeft betrekking op de procedure voor de benoeming van bestuursleden en leden van de raad van toezicht van de Pensioen- & Verzekeringskamer. De minister van Financiën beschikt over verschillende bevoegdheden om zijn verantwoordelijkheid op afstand voor het toezicht op de financiële marktsector te kunnen waarmaken. Een daarvan is de benoeming van de voorzitter en leden van het bestuur op voordracht van het bestuur en de raad van toezicht gezamenlijk en de benoeming van de voorzitter en de leden van de raad van toezicht op voordracht van de raad van toezicht, het bestuur gehoord. In de praktijk vindt vóór de formele voordracht overleg plaats over eventueel geschikte kandidaten, waarbij verschillende kandidaten de revue passeren. De formele voordracht is daarop het sluitstuk. Op dat moment heeft zich de uiteindelijke kandidaat reeds afgetekend zodat een voordracht van twee personen slechts een formaliteit is. Met deze wetswijziging wordt aansluiting gezocht bij deze praktijk. De voorgestelde formulering laat overigens de mogelijkheid open een meervoudige voordracht te doen.
Punt 3 heeft tot doel het mogelijk te maken dat de Pensioen- & Verzekeringskamer informatie kan uitwisselen met de Autoriteit Financiële Markten over het notarieel pensioenfonds. Zonder de voorgestelde wijziging zou dit niet mogelijk zijn, aangezien de wet waarop het notarieel pensioenfonds is gebaseerd, een strikte geheimhoudingsbepaling kent waarin geen uitzonderingen zijn voorzien. Het is de bedoeling dat het notarieel pensioenfonds op dezelfde wijze aan effectentypisch gedragstoezicht zal worden onderworpen als andere pensioenfondsen. Zoals uiteengezet in de toelichting bij het wetsvoorstel is een goede en nauwe samenwerking tussen de Autoriteit Financiële Markten en de Pensioen- & Verzekeringskamer een voorwaarde voor een effectieve en efficiënte uitoefening van het effectentypisch gedragstoezicht. Derhalve wordt voorgesteld in de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds, door toevoeging van een tweede lid aan artikel 21, een gelijkluidende bepaling op te nemen als in de Pensioen- en spaarfondsenwet (zie artikel II van het wetsvoorstel en in het bijzonder het nieuwe derde lid van artikel 5a).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28361-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.