28 349
Invoering in de Algemene wet inzake rijksbelastingen van de mogelijkheid tot het doen van een collectieve uitspraak op massaal bezwaar

nr. 7
TWEEDE NOTA WIJZIGING

Ontvangen 20 november 2002

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel I worden in het voorgestelde artikel 25a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen de volgende wijzigingen aangebracht.

I

In het tweede lid, tweede volzin, wordt «zesde lid» en «tiende lid» vervangen door «zevende lid» respectievelijk «elfde lid». Aan het lid wordt toegevoegd: Onze Minister zendt een afschrift van de aanwijzing aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

II

In het vierde lid wordt «zesde lid» vervangen door: zevende lid.

III

Na het vierde lid wordt, onder vernummering van het vijfde tot en met elfde lid in respectievelijk zesde tot en met twaalfde lid, een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:

5. De aanwijzing als massaal bezwaar treedt in werking vier weken na de toezending van het afschrift ervan aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De aanwijzing vervalt indien binnen die vier weken de Tweede Kamer besluit zich niet met de aanwijzing te kunnen verenigen. De inspecteur doet gedurende die vier weken geen uitspraak op de bezwaren die Onze Minister als massaal bezwaar heeft aangewezen. Indien de aanwijzing door een besluit van de Tweede Kamer vervalt, wordt de termijn voor het doen van uitspraak op de desbetreffende bezwaarschriften verlengd met vier weken.

Toelichting

In het wetgevingsoverleg van 18 november 2002 heb ik toegezegd aan de regels voor het massaal bezwaar een voorhangprocedure toe te voegen. Deze is opgenomen in het nieuwe vijfde lid en houdt in dat een aanwijzing als massaal bezwaar pas in werking treedt vier weken na toezending ervan aan de Tweede Kamer, met dien verstande dat de aanwijzing niet in werking treedt indien de Kamer daar binnen vier weken bezwaar tegen maakt. In dat geval blijft met betrekking tot de desbetreffende bezwaren alles bij het oude en moeten deze alle individueel worden behandeld. Wel wordt dan de termijn voor het doen van een uitspraak met de bedoelde vier weken verlengd. In de periode van vier weken voordat de aanwijzing in werking treedt, mogen de inspecteurs geen uitspraak doen.

De Staatssecretaris van Financiën,

S. R. A. van Eijck

Naar boven