nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID VAN LITH
Ontvangen 9 september 2003
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, worden aan artikel 3j vier nieuwe leden toegevoegd,
die komen te luiden:
3. Onze Minister kan op aanvraag aan de eigenaar van een collectieve watervoorziening
ontheffing verlenen van het verbod bedoeld in artikel 3i, voor zover op de
collectieve watervoorziening slechts een beperkt aantal andere eigenaren is
aangesloten en aansluiting van de installatie van deze andere eigenaren op
het waterleidingnet van een waterleidingbedrijf niet doelmatig is.
4. Onze minister stelt beleidsregels vast met betrekking tot de toepassing
van het derde lid. De beleidsregels worden niet eerder vastgesteld dan vier
weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
5. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
Onze Minister kan de voorschriften en de opgelegde beperkingen wijzigen.
6. Onze Minister kan de ontheffing intrekken, indien:
a. de houder van de ontheffing de aan de ontheffing verbonden voorschriften
of opgelegde beperkingen niet nakomt;
b. de houder van de ontheffing bij de aanvraag onjuiste of onvolledige
gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste gegevens en volledige
gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;
c. indien de houder van de ontheffing niet langer voldoet aan de voorwaarden
bedoeld in het eerste lid.
Toelichting
In artikel 3j is een uitzondering opgenomen op het verbod tot productie
en levering van drinkwater voor eigenaren van collectieve watervoorzieningen
die drinkwater produceerden en leverden aan derden voor inwerkingtreding van
dit wetsvoorstel. Deze uitzondering voorkomt ondoelmatig handelen en daarmee
gepaard gaande onnodig hoge kosten. De beperking tot «bestaande situaties»
draagt het gevaar in zich dat voor nieuwe situaties het waterleidingbedrijf
wordt verplicht tot het maken van onrendabele aansluitingen. Dergelijk
ondoelmatig handelen moet worden voorkomen. De voorgestelde ontheffingsmogelijkheid
heeft tot doel dergelijk ondoelmatig handelen te voorkomen. Aangezien een
ontheffing slechts kan worden verleend voorzover dit doelmatig is en de ontheffing
slechts betrekking heeft op een beperkt aantal derden wordt het ontstaan van
«particuliere waterleidingbedrijven» voorkomen.
Van Lith