28 327
Wijziging van de Wet geluidhinder en de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers (begripsbepaling opvangcentrum)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 17 juni 2001

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,1 belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.

Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij hebben er enig begrip voor dat de regering, in verband met de urgentie om de opvangcapaciteit voor asielzoekers uit te breiden, onconventionele maatregelen nodig acht.

Zij vragen zich echter af of door het verlagen van de geluidseisen die gesteld worden aan asielzoekerscentra het paard niet achter de wagen gespannen wordt. Het wetsvoorstel wordt gemotiveerd met de argumenten dat het verblijf in een asielzoekerscentrum tijdelijk van aard is en dat asielzoekerscentra vergeleken kunnen worden met recreatieparken, hotels, gevangenissen e.d.

De leden van de SP-fractie wijzen erop dat het verblijf van asielzoekers in de centra (helaas) vaak veel langer duurt dan vooraf gedacht. Tevens is de m2-norm in de centra zeer krap, wat regelmatig tot frustraties en onderlinge spanningen leidt. Indirect wordt hiermee ook het draagvlak voor de centra onder omwonenden ondermijnd. Door de geluidseisen te verlagen zal de kans op dergelijke incidenten groter worden.

De leden van de SP-fractie vragen zich daarom af waarom de regering niet gekozen heeft voor een andere benadering om het capaciteitstekort op te lossen, bijvoorbeeld de uitbreiding van het instrumentarium om woonruimte ten behoeve van asielzoekerscentra te vorderen. Zij verwijzen in dit verband naar de discussie die gevoerd is naar aanleiding van de koop-actie door omwonenden van beoogde asielzoekerscentra in Vught en Hilversum.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Th. A. M. Meijer

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Te Veldhuis (VVD), Duivesteijn (PvdA), Giskes (D66), Crone (PvdA), Cornielje (VVD), Hofstra (VVD), Meijer (CDA), fng. voorzitter, Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Ross-van Dorp (CDA), Bussemaker (PvdA), Mosterd (CDA), Alblas (LPF), van As (LPF), Van den Brink (LPF), Veling (ChristenUnie), Jense (LN), Van Bochove (CDA), Van Geel (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GroenLinks), Smolders (LPF) en Van Lith (CDA).

Plv. leden: Vacature VVD, Vacature PvdA, Van der Ham (D66), Vacature PvdA, Vacature VVD, Vacature VVD, Vacature CDA, Vacature PvdA, Vacature VVD, Rietkerk (CDA), Van den Brand (GroenLinks), Koopmans (CDA), Vacature PvdA, Vietsch (CDA), Groenink (LPF), Wiersma (LPF), Schonewille (LPF), Van der Staaij (SGP), Teeven (LN), Vacature (CDA), Ten Hoopen (CDA), Van Velzen (SP), Vos (GroenLinks), De Jong (LPF) en Spies (CDA).

Naar boven