28 327
Wijziging van de Wet geluidhinder en de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers (begripsbepaling opvangcentrum)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet geluidhinder en de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers (begripsbepaling opvangcentrum).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

11 april 2002

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is uitdrukkelijk te bepalen dat opvangcentra voor asielzoekers geen woning zijn, om te waarborgen dat deze tijdelijke verblijven in voldoende mate verworven kunnen worden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Onder vernummering van het tweede en derde lid tot het derde en vierde lid wordt na het eerste lid in artikel 1 van de Wet geluidhinder een lid ingevoegd, luidende:

2. Een opvangcentrum als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers is geen woning als bedoeld in deze wet.

ARTIKEL II

Onder vervanging van de punt aan het eind van artikel 1, onderdeel c, door een punt komma wordt aan artikel 1 van de Wet Centraal Orgaan Opvang asielzoekers een onderdeel d toegevoegd, luidende:

d. opvangcentrum: opvangvoorziening, niet zijnde een woning, hotel of pension, waarin door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers aan asielzoekers opvang wordt geboden.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De Staatssecretaris van Justitie,

Naar boven