28 325 Bouwregelgeving

Nr. 299 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Ontvangen ter Griffie op 27 oktober 2025.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 2 december 2025.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 3 december 2025.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2025

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met aanvullende eisen voor het aanbrengen van PUR-schuim, de aanpassing van de voorschriften voor tijdelijke bouwwerken, de eis om voor een bouwwerk, anders dan een woonfunctie, verblijfsvoorzieningen te realiseren voor bouwwerkafhankelijke beschermde diersoorten, de introductie van de woonfuncties zorggeschikt en nultreden en enkele ondergeschikte wijzigingen (Verzamelbesluit bouwwerken leefomgeving 2025). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure in artikel 23.5 van de Omgevingswet en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het verkiezingsreces van uw Kamer verlengd tot 3 december 2025.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

Naar boven