Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2013
Zoals door mij is toegezegd bij het vragenuur op 25 juni 2013 (Handelingen II 2012/13,
nr. 99, mondelinge vragen van het lid Van Veldhoven aan de Minister voor Wonen en
Rijksdienst over het bericht «Door chloor aangetast staal in zwembad levensgevaarlijk»)
ontvangt u hierbij het TNO-rapport «Deskundigenrapport toepassing en inspectie van
roestvaststaal (RVS) in zwembaden» van prof. dr. R.B. Polder en prof. ir. H.H. Snijder1.
Het TNO-rapport geeft, uitgaande van de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 en
beschikbare wetenschappelijk literatuur, een actualisering van de beoordeling van
roestvaststalen ophangconstructies volgens de NCC-handreiking «Praktijkrichtlijn voor
inspectie en onderhoud van ophangconstructies, bevestigingsmiddelen en voorzieningen
in overdekte zwembaden» uit 2004.
Volledigheidshalve verwijs ik u naar de managementsamenvatting in het rapport.
Net als in de NCC-handreiking adviseert TNO om niet-resistent roestvaststalen ophangconstructies
in bestaande zwembaden te vervangen. Indien niet wordt vervangen, stelt TNO dat deze
constructies minimaal om de 6 maanden moet worden beoordeeld op roestvorming. Dit
is een aanscherping van de frequentie van één keer per jaar die volgt uit de NCC-handreiking.
De zwembadbranche (NPZ, Recron, VSG, VTZ2) is geïnformeerd over de uitkomsten van dit TNO-onderzoek. NPZ, Recron en VTZ hebben
al toegezegd om dit TNO-rapport verder onder de aandacht te brengen bij hun achterban
(exploitanten, eigenaren en technische diensten van zwembaden). Ook brengen zij het
rapport in bij de Stichting Zwembadkeur met als doel de criteria voor het (vrijwillige)
zwembadkeurmerk Veilig & Schoon aan te passen voor wat betreft de beoordeling van
ophangconstructies.
Ik had verder toegezegd om u te informeren over de transparantie van inspectierapporten
(de verbetering daarvan) en het rapport van het Normalisatie-instituut NEN met betrekking
tot verankering in het Bouwbesluit. Ik ga hieronder in de op deze twee toezeggingen.
Allereerst merk ik op er vanuit de bouwregelgeving geen juridische grondslag is om
zwembaden te verplichten transparantie te geven over de inspectierapporten van de
ophangconstructies richting de zwembadbezoekers. Met u onderken ik het belang van
het houden van inspecties. Voor de geïnspecteerde is er wel altijd de mogelijkheid
om de tekortkomingen te herstellen. De inspectie rapporten zijn vaak erg technische
van aard, geven de opvolging niet altijd aan en zijn daarmee weinig transparant. De
zwembadbranche heeft aangegeven ook geen voorstander te zijn van het vrijwillig actief
openbaar maken van deze inspectierapporten. Op het gebied van veiligheid in zwembaden
spelen meerdere aspecten: legionellapreventie, veilige opslag van chloor en keuring
van stookinstallaties. Al deze onderdelen zijn opgenomen in het keurmerk Veilig &
Schoon dat bedoeld is om inzichtelijk te maken dat voldaan wordt aan alle regelgeving.
Een bezoeker mag er volgens de branche vanuit gaan dat een zwembad veilig is als zij
het keurmerk heeft. De branche wil dit keurmerk verder promoten onder de zwembaden.
Ik juich dit initiatief van de branche toe. Op dit moment hebben 219 van de circa
1.500 zwembaden het keurmerk.
Ik ben verheugd dat NEN het TNO-rapport gaat gebruiken om te komen tot een Nederlandse
Praktijkrichtlijn (NPR). Het TNO-rapport en ook de toekomstige nieuwe richtlijn hoeven
niet te worden verankerd in het Bouwbesluit 2012. Het gaat hierbij om een praktische
invulling van de prestatievoorschriften die het Bouwbesluit stelt aan de constructieve
veiligheid van gebouwen. Als voldaan wordt aan het TNO-rapport is voldoende aannemelijk
dat voldaan wordt aan het Bouwbesluit 2012. Op deze manier wordt meer aandacht besteed
aan de praktijk en kan deze bij veranderende situaties beter worden aangepast.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok