nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2002
Hierbij doe ik u, mede namens de Ministers van Justitie, BZK, GSI en SZW
en de Staatssecretarissen van VWS en OCenW, toekomen de nota «Vasthoudend
en effectief», die voorstellen bevat voor de versterking van de aanpak
van jeugdcriminaliteit.
Deze nota is aangekondigd in de vorig jaar uitgebrachte nota Criminaliteitsbeheersing,
en nogmaals in mijn brief d.d. 12 september 2001 (kamerstuk 27 410, nr.
29).
In deze nota wordt beschreven wat het kabinet de afgelopen jaren heeft
gedaan aan de aanpak van jeugdcriminaliteit, en worden voorstellen gedaan
op het terrein van preventie, van strafrechtelijke handhaving en van effectiviteit
en informatie. De mate waarin deze voorstellen uitgevoerd kunnen worden zal
afhangen van de besluitvorming van een volgend kabinet en de middelen die
het daarvoor beschikbaar stelt. Ter voorbereiding daarvan zal binnenkort worden
gestart met het opstellen van een plan ter implementatie van de voorstellen
uit de nota. In dat plan zal nader worden aangegeven wie welke activiteit
onderneemt en welk tijdpad daarbij in acht kan worden genomen.
De voorstellen zullen na uiterlijk vier jaar geëvalueerd worden,
conform de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek Rijksoverheid.
Met deze nota reageert het kabinet tevens op de volgende door uw Kamer
aanvaarde moties:
– de motie Rietkerk/Van Heemst (28 000 VI nr. 25) over het
toewijzen van een gezins- of jeugdcoach voor iedere jongere die voor de eerste
maal een vrijheidsstraf achter de rug heeft.
Uit een oogpunt van preventie wordt in de nota een voorstel gedaan voor
niet-vrijblijvende opvoedingsondersteuning (zie paragraaf 3.3.2); daarnaast
wordt een voorstel gedaan voor verplichte nazorg voor iedere jongere die een
vrijheidsstraf of andere zwaardere sanctie ondergaan heeft (paragraaf 4.2.3);
– de motie Rietkerk/Nicolaï (28 000 VI nr. 26), waarin
bepleit wordt de duur van de jeugddetentie afhankelijk te maken van de duur
van het traject dat nodig is om de jongere te resocialiseren.
De Minister van Justitie heeft bij de behandeling van zijn begroting gezegd
deze motie te ontraden, maar niettemin te willen bezien welke mogelijkheden
er zijn om een zwaarder accent te leggen op resocialisatie en heropvoeding,
zoals andere vormen van intensief toezicht. In de nota Vasthoudend en effectief
wordt dat zware accent gelegd: er wordt een aantal voorstellen gedaan voor
de aanpak van veelplegers, waaronder uitbreiding van de toepassing van voorlopige
hechtenis, uitbreiding van de individuele trajectbegeleiding, uitbreiding
van nachtdetentie en gebruik van internaatvoorzieningen (paragraaf 4.3.1).
Daarnaast bevat de nota in het algemeen voorstellen voor een consequente aanpak
die gericht is op het terugdringen van recidive;
– de motie Vos/Halsema/Van der Staaij (25 726 nr. 11), waarin
wordt verzocht de individuele trajectbegeleiding (ITB) mogelijk te maken voor
alle jongeren die hiervoor in aanmerking komen.
Daarover gaat paragraaf 4.3.2 van de nota;
– de motie Rietkerk/Van Heemst/Nicolaï (26 345 nr. 63)
inzake wijziging van de privacyregels ten behoeve van integralere samenwerking
tussen politie en andere instellingen.
Hierop wordt ingegaan in het onderdeel «informatie-uitwisseling»
in paragraaf 5.3 van de nota.
Met de nota «Vasthoudend en effectief» is een plan neergezet
om de effectiviteit van de aanpak van jeugdcriminaliteit te verbeteren. Om
de voortgang van de uitvoering van de verschillende maatregelen te bewaken
en om de interdepartementale afstemming op een hoog niveau te borgen, stelt
het kabinet voor een structureel overleg in het leven te roepen van de desbetreffende
departementen.
De Staatssecretaris van Justitie,
N. A. Kalsbeek