28 286 Dierenwelzijn

Nr. 616 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2013

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie van Economische Zaken van uw Kamer met betrekking tot de Besluiten Houders van dieren en Diergeneeskundigen (zie Kamerstuk 28 286, nr. 617).

Tevens wil ik u hierbij informeren over een wijziging in het proces van het ontwerpbesluit gezelschapsdieren. Bij brief van 22 december 2011 (Kamerstuk 28 286, nr. 539) is dit ontwerpbesluit aan uw Kamer toegestuurd. Daarin is gemeld dat het ontwerpbesluit gezelschapsdieren nadat het is vastgesteld, nogmaals aan het parlement wordt voorgelegd in het kader van de zogenoemde nahangprocedure op grond van artikel 110, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Gelet op het tijdsverloop zal echter het ontwerpbesluit gezelschapsdieren niet meer op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren worden vastgesteld, maar op grond van de Wet dieren. Daartoe zal het ontwerpbesluit houders van dieren worden gewijzigd. Gelet daarop zal er voor het ontwerpbesluit gezelschapsdieren geen nahangprocedure meer volgen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven