Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2010
Naar aanleiding van een artikel op de website agd.nl over het individueel testen van geiten, heeft u verzocht om onze reactie.
Zoals eerder met uw Kamer is gedeeld, betreuren de beide ministeries dat het nodig was om drachtige melkgeiten en melkschapen
op met Q-koorts besmette bedrijven te ruimen. Dit onderwerp is ook met uw Kamer besproken. We hebben daarbij geconcludeerd
dat het ruimen van drachtige melkgeiten en melkschapen op besmette bedrijven nodig was om de grootste risicobron uit te schakelen
en daarmee een einde te maken aan een groeiend aantal humane patiënten.
Daarbij is gezocht naar manieren om zoveel mogelijk dieren te sparen. De vraag over individueel testen van dieren en specifiek
het alleen doden van besmette dieren is veelvuldig met uw Kamer besproken. We hebben hierover diverse malen advies gevraagd
aan de deskundigen. Steeds was het advies van de deskundigen dat een positief resultaat betrouwbaar is, maar een negatief
testresultaat niet. Dit komt omdat besmette dieren niet continu de bacterie uitscheiden.
Volgens het artikel van agd.nl zijn er ruim 20 melkgeitenbedrijven die melk van individuele dieren hebben laten testen in
Frankrijk. Er is overigens geen wettelijke belemmering om monsters in het buitenland te laten testen. Er kan ook niet wettelijke
afgedwongen worden om deze uitkomsten bekend te maken.
Aan de hand van het bericht in de pers kan de individuele situatie op bedrijven niet worden vastgesteld. Dieren die besmet
zijn met Q-koorts scheiden niet continu de bacterie uit. De top van de uitscheiding ligt vlak na het lammeren. De meeste melkgeiten
geven vlak voor het lammeren nog geen melk. Melkschapen geven voor het lammeren sowieso geen melk. Individueel testen op melkmonsters,
zoals de bedrijven volgens het artikel hebben gedaan kan dan dus alleen als de dieren reeds hebben gelammerd. De bacterie
is bij het lammeren/aborteren al in enorme aantallen vrijgekomen. Met tankmelkmonitoring worden besmette bedrijven in een
vroeg stadium ontdekt, als nog geen of slechts enkele dieren hebben geworpen.
Door de (rest van de) drachtige dieren te ruimen, hebben we voorkomen dat in 2010 opnieuw veel bacteriën zijn uitgescheiden.
Beleid gericht op het testen van individuele melkmonsters en afvoer van positieve dieren, zoals beschreven in het persbericht,
had dus geen afdoende strategie opgeleverd ten behoeve van het voorkomen van opnieuw een grote uitstoot van bacteriën.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers