Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2010
Ter uitvoering van de motie Van Velzen (TK 28 286, nr. 109) bied ik u het rapport «Waterbuffel-, herten- en struisvogelhouderij in Nederland; Quickscan om risico’s op ongerief in te
schatten» aan.1
Het rapport is het resultaat van het in de motie gevraagde onderzoek naar de welzijnsaspecten van in Nederland voor productie
gehouden diersoorten.
Deze analyse beperkt zich tot de diersoorten waterbuffels, herten en struisvogels.
Het rapport voor de sectoren schapen, geiten, konijnen, kalkoenen en eenden heb ik op 17 april 2009 aan uw Kamer gezonden
(TK 28 286, nr. 286).
Ten algemene concludeert het rapport dat dierenwelzijnsrisico’s voor de waterbuffel-, herten- en struisvogelhouderij geringer
zijn dan voor andere sectoren.
Hieronder treft u een beknopte samenvatting van het rapport aan.
Waterbuffels
De waterbuffel, het type rivierbuffel, wordt in Nederland op acht bedrijven professioneel gehouden voor de melkproductie.
De melk wordt veelal gebruikt om mozzarella van te maken. De bedrijven variëren van 60–170 waterbuffels, waarbij een deel
van de koppels melkgevend is. De melk en de producten daarvan worden momenteel voornamelijk afgezet in Nederland. De bedrijven
huisvesten de waterbuffels hoofdzakelijk in aangepaste ligboxenstallen. Daarnaast zijn er twee bedrijven die de waterbuffels
op stro in een potstal houden.
De WUR-analyse wijst op eventuele problemen in de warmtehuishouding en de aanpassing van de huisvesting aan de specifieke
eigenschappen van de waterbuffel (bijvoorbeeld de hoorns). Het houderijsysteem moet rekening houden met deze specifieke behoeften.
Herten
Er zijn ongeveer 35 hertenbedrijven in Nederland. Het totaal aantal dieren is circa 3500. Het overgrote deel houdt de herten
voor de vleesproductie. Een deel verkoopt de slachtdieren levend aan een afnemer, een ander deel van de bedrijven verkoopt
vlees aan huis en regelt de slacht en verwerking zelf.
De Vereniging van Nederlandse Hertenhouders behartigt de belangen van ondernemers die herten houden. De vereniging heeft als
doel om kennis te verspreiden onder de leden en heeft in 2006 een handboek gemaakt in het kader van het project «Professionele
Duurzame Nederlandse Hertenhouderij».
Herten zijn schuwe dieren en hebben een natuurlijke neiging tot vluchten. De WUR geeft aan dat aanleidingen hiertoe zouden
moeten worden geminimaliseerd. Aandachtspunten zijn de mogelijkheden van het doden en verdoven op het bedrijf zelf, het transport
en het wachten bij de slachterij.
Struisvogels
Een aantal jaren geleden werden op ruim 200 bedrijven struisvogels gehouden.
Momenteel zijn er nog vier tot vijf bedrijven die struisvogels op een enigszins bedrijfsmatige manier houden. De zorg voor
de struisvogels luistert erg nauw, met name de zorg voor de jonge struisvogels en het faciliteren van een juiste huisvesting
waar de struisvogels hun sociale gedrag en exploratiegedrag kunnen uiten.
De WUR geeft aan dat de situatie waarin de meeste struisvogels nu gehouden worden, positief afsteekt bij de situatie tien
jaar geleden. De huidige bedrijven voldoen beter aan de natuurlijke behoeften van de struisvogels wat betreft gedrag, gezondheid
en het voorkomen van stress. De huidige struisvogelhouders zijn zeer ervaren. Deze ervaring en de kennis die vergaard is,
moet beschikbaar blijven.
Met de drie sectoren wordt naar aanleiding van de uitkomsten van deze quickscan momenteel besproken hoe het welzijn van de
dieren daar waar nodig verbeterd kan worden en geborgd kan blijven.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg