Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juli 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang rond cameratoezicht voor dierenwelzijn
in slachthuizen.
Naar aanleiding van de gewijzigde motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1008), die verzocht om in te zetten op cameratoezicht in alle slachthuizen, zijn gesprekken
met het bedrijfsleven gevoerd. Bij deze gesprekken is steeds benadrukt dat het cameratoezicht
niet in de plaats treedt van het reguliere toezicht door de NVWA, maar dat het een
toezichtondersteunend instrument is, dat de NVWA extra informatie en inzicht kan geven
over de situatie op een bepaald slachthuis. Mijn inzet is om op basis van vrijwillige
afspraken met het bedrijfsleven te komen tot het benutten van «Closed Circuit TV»
(CCTV) bij het toezicht door de NVWA.
In het plenaire debat van 6 september 2018 over dierenwelzijn (Handelingen II 2017/18,
nr. 106, item 8) heb ik u geïnformeerd over de pilot met cameratoezicht, die op dat moment was uitgevoerd
bij een drietal slachthuizen. Het ging om een pilot in de periode mei 2018-augustus
2018 bij een drietal bedrijven. Hierbij is bekeken hoe CCTV in slachthuizen benut
kan worden als aanvulling op het reguliere toezicht met als doel het welzijn van dieren
in slachthuizen te borgen.
Het betrof een pluimveeslachthuis met permanent NVWA-toezicht, een varkensslachthuis
met permanent NVWA-toezicht en een runderslachthuis met niet-permanent NVWA-toezicht.
Deze pilot is door de NVWA en het bedrijfsleven geëvalueerd en hieruit werd geconcludeerd
dat:
-
– bij het bezien van de camerabeelden één lichte onregelmatigheid is geconstateerd;
-
– cameratoezicht in deze eerste pilot beperkt toegevoegde waarde had als aanvullend
toezichtinstrument;
-
– cameratoezicht onderdeel zou moeten zijn van het bedrijfseigen kwaliteitsprogramma
van de slachthuizen;
-
– de voorwaarden voor cameratoezicht goed geborgd moeten zijn. Zoals de bescherming
van de privacy van de werknemers en de toezichthouders.
Tegelijk werd in de evaluatie aangegeven dat de bevindingen op de drie bedrijven niet
representatief hoeven te zijn voor de overige slachthuizen.
Zoals ik in het debat van 6 september 2018 (Handelingen II 2017/8, nr. 106, item 8) heb aangegeven is de pilot uitgebreid naar alle slachthuizen met permanent toezicht.
De NVWA heeft vanaf december 2018 alle ruim 40 slachthuizen met permanent toezicht
individueel bezocht en gesprekken gevoerd over de optimalisering van hun camerasystemen.
Zo is bezien of de aanwezige camera’s op de juiste positie hangen en of deze voldoende
in beeld brengen wat voor de beoordeling van het dierenwelzijn nodig is. De bezochte
slachthuizen gebruiken de bevindingen van de NVWA om hun camerasysteem te optimaliseren.
Brancheorganisaties COV en NEPLUVI hebben aangegeven dat hun slachterijleden die nog
geen camera’s op alle relevante processtappen hebben, in 2019 camera’s plaatsen conform
de uitkomsten van de individuele bezoeken. De brancheorganisaties hebben aangegeven
dat slachterijen deze camera’s zullen incorporeren in hun bedrijfssystematiek ten
aanzien van het borgen van het dierenwelzijn, waarbij ook de NVWA inzage heeft in
de beelden. De komende tijd gaat de NVWA het gesprek aan hoe de bedrijven cameratoezicht
in de praktijk (gaan) gebruiken. Daarbij zal de NVWA de risico’s betrekken op het
gebied van dierenwelzijn, zoals de Risicobeoordeling roodvleesketen 2015 en de Integrale
risicoanalyse pluimveevleesketen 2018 die benoemen.
Na de grote slachthuizen met permanent toezicht is de volgende stap uitbreiding van
cameratoezicht bij middelgrote en kleinere slachterijen (die gemiddeld 10 grootvee
eenheden per week slachten). Sinds mei 2019 is de NVWA gestart met gesprekken over
aanwezigheid of optimalisering van camerasystemen op deze bedrijven. Het gaat om ongeveer
60 slachterijen, die de NVWA de komende maanden individueel bezoekt om te komen tot
vergelijkbare afspraken als met de hierboven genoemde grote slachthuizen.
Ik zal uw Kamer van de voortgang op de hoogte houden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten