Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2018
Hierbij zend ik uw Kamer informatie in antwoord op de vraag naar de zorg voor dieren
in geval van een verkeersongeluk waarbij dieren betrokken zijn. Dit naar aanleiding
van het verzoek van het lid Ouwehand, gedaan in het ordedebat van 6 november 2018
(Handelingen II 2018/19, nr. 19, item 25), waarbij is gevraagd wat met dieren gebeurt als zo’n situatie zich voordoet en wat
de protocollen zijn voor de zorg voor de dieren en de besluitvorming over noodslachting.
De aanleiding hiervoor was een ongeval op 3 november jl. met een veewagen met varkens,
waarbij de wagen gekanteld was en dieren ter plaatse geëuthanaseerd werden.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is toezichthouder bij transport
en doden van dieren en heeft met Rijkswaterstaat een werkwijze afgesproken voor verkeersincidenten
op het hoofdwegennet waarbij dieren betrokken zijn. Rijkswaterstaat en de politie
schakelen een regionaal praktiserende dierenarts in om eventueel gewonde dieren te
behandelen of te euthanaseren als deze niet meer kunnen worden overgeladen in een
andere veewagen. Rijkswaterstaat maakt hierbij gebruik van dierenartsen die in de
betreffende diersoort zijn gespecialiseerd en die zijn geregistreerd in het Centraal
Kwaliteitsregister Dierenartsen van de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde
(KNMvD). Hiermee wordt gehandeld conform de eisen uit de transportverordening. Dieren
met ernstige open wonden of dieren die niet in staat zijn om op eigen kracht pijnloos
te bewegen of zonder hulp te lopen, mogen namelijk volgens de transportverordening
niet vervoerd worden en moeten ter plaatse worden geëuthanaseerd. De praktiserend
dierenarts met het juiste specialisme is bekwaam om de dieren de juiste zorg te verlenen
en in te schatten of het dier eventueel geëuthanaseerd moet worden. Dieren die niet
gewond zijn worden met een vervangend vervoermiddel vervoerd.
Tot het hoofdwegennet behoren nagenoeg alle Rijkswegen van Nederland, aangevuld met
een aantal provinciale wegen. Als er ongelukken buiten dit hoofdwegennet plaatsvinden
waar dieren bij zijn betrokken, schakelt de politie een bergingsbedrijf en indien
nodig een praktiserend dierenarts in. Ook hierbij kan de NVWA eventueel worden ingeschakeld.
Of de NVWA ter plekke moet komen, is afhankelijk van de omstandigheden en wordt in
overleg met de politie of Rijkswaterstaat bepaald. Indien nodig kan de NVWA bestuursrechtelijk
maatregelen afdwingen, zoals het regelen van vervangend vervoer of het inschakelen
van een dierenarts voor de nodige zorg en eventuele euthanasie van de dieren. In het
geval van de gekantelde veewagen met varkens van zaterdag 3 november jl. was er een
praktiserend dierenarts ter plaatse en kon er relatief snel vervangend vervoer voor
de dieren geregeld worden. De NVWA is niet ter plaatse geweest.
Er wordt in dit kader weleens ten onrechte gesproken over «noodslachtingen». Echter,
bij een noodslachting wordt het dier na een ongeval gedood waarna het naar het slachthuis
wordt afgevoerd met als doel verdere verwerking voor humane consumptie. Hiervoor is
voorafgaand aan het doden een ante mortem keuring nodig van een praktiserend dierenarts
en dient het protocol voor noodslachtingen gevolgd te worden. Dit is bij verkeersincidenten
niet aan de orde.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten