28 286 Dierenwelzijn

Nr. 1004 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2018

Hierbij zend ik uw Kamer informatie in antwoord op de vraag naar de zorg voor dieren in geval van een verkeersongeluk waarbij dieren betrokken zijn. Dit naar aanleiding van het verzoek van het lid Ouwehand, gedaan in het ordedebat van 6 november 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 19, item 25), waarbij is gevraagd wat met dieren gebeurt als zo’n situatie zich voordoet en wat de protocollen zijn voor de zorg voor de dieren en de besluitvorming over noodslachting. De aanleiding hiervoor was een ongeval op 3 november jl. met een veewagen met varkens, waarbij de wagen gekanteld was en dieren ter plaatse geëuthanaseerd werden.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is toezichthouder bij transport en doden van dieren en heeft met Rijkswaterstaat een werkwijze afgesproken voor verkeersincidenten op het hoofdwegennet waarbij dieren betrokken zijn. Rijkswaterstaat en de politie schakelen een regionaal praktiserende dierenarts in om eventueel gewonde dieren te behandelen of te euthanaseren als deze niet meer kunnen worden overgeladen in een andere veewagen. Rijkswaterstaat maakt hierbij gebruik van dierenartsen die in de betreffende diersoort zijn gespecialiseerd en die zijn geregistreerd in het Centraal Kwaliteitsregister Dierenartsen van de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). Hiermee wordt gehandeld conform de eisen uit de transportverordening. Dieren met ernstige open wonden of dieren die niet in staat zijn om op eigen kracht pijnloos te bewegen of zonder hulp te lopen, mogen namelijk volgens de transportverordening niet vervoerd worden en moeten ter plaatse worden geëuthanaseerd. De praktiserend dierenarts met het juiste specialisme is bekwaam om de dieren de juiste zorg te verlenen en in te schatten of het dier eventueel geëuthanaseerd moet worden. Dieren die niet gewond zijn worden met een vervangend vervoermiddel vervoerd.

Tot het hoofdwegennet behoren nagenoeg alle Rijkswegen van Nederland, aangevuld met een aantal provinciale wegen. Als er ongelukken buiten dit hoofdwegennet plaatsvinden waar dieren bij zijn betrokken, schakelt de politie een bergingsbedrijf en indien nodig een praktiserend dierenarts in. Ook hierbij kan de NVWA eventueel worden ingeschakeld. Of de NVWA ter plekke moet komen, is afhankelijk van de omstandigheden en wordt in overleg met de politie of Rijkswaterstaat bepaald. Indien nodig kan de NVWA bestuursrechtelijk maatregelen afdwingen, zoals het regelen van vervangend vervoer of het inschakelen van een dierenarts voor de nodige zorg en eventuele euthanasie van de dieren. In het geval van de gekantelde veewagen met varkens van zaterdag 3 november jl. was er een praktiserend dierenarts ter plaatse en kon er relatief snel vervangend vervoer voor de dieren geregeld worden. De NVWA is niet ter plaatse geweest.

Er wordt in dit kader weleens ten onrechte gesproken over «noodslachtingen». Echter, bij een noodslachting wordt het dier na een ongeval gedood waarna het naar het slachthuis wordt afgevoerd met als doel verdere verwerking voor humane consumptie. Hiervoor is voorafgaand aan het doden een ante mortem keuring nodig van een praktiserend dierenarts en dient het protocol voor noodslachtingen gevolgd te worden. Dit is bij verkeersincidenten niet aan de orde.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven