28 274
Goedkeuring van de op 29 oktober 2001 te Luxemburg totstandgekomen Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, met Bijlagen en Protocollen (Trb. 2002, 23)

A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 17 januari 2002 en het nader rapport d.d. 19 maart 2002, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 17 december 2001, no. 01.006031, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting houdende goedkeuring van de op 29 oktober 2001 te Luxemburg totstandgekomen Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, met Bijlagen en Protocollen.

Deze overeenkomst komt in sterke mate overeen met de Stabilisatie- en associatieovereenkomst met Macedonië.2 De Raad van State maakt naar aanleiding van het wetsvoorstel de volgende opmerkingen.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 december 2001, no. 01.006031, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 17 januari 2002, nr. W02.01 0672/II, bied ik U hierbij aan.

1. Het voorliggende verdrag geeft in artikel 47, dat gaat over sociale zekerheid, de mogelijkheid dat de Associatieraad regels stelt onder andere met betrekking tot de exporteerbaarheid van uitkeringen. Dit laat volgens deze bepaling de toepassing van bilaterale verdragen onverlet, maar uitsluitend voorzover die voorzien in een gunstiger behandeling.

Nederland heeft met Kroatië een sociaalverzekeringsverdrag gesloten, dat ook voorziet in handhavingsbepalingen. In het kader van de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU) is het bestaan van dergelijke bepalingen en het goede functioneren ervan noodzakelijk om de beperking van de exporteerbaarheid op te heffen. Het is de vraag of de eventuele beperking van de exporteerbaarheid op grond van het socialezekerheidsverdrag met Kroatië en de Wet BEU, toegestaan zal zijn in het licht van artikel 47 van het onderhavige verdrag.

De Raad adviseert in de toelichting nader in te gaan op dit aspect.

2. Het Verdrag voorziet ook in samenwerking op de terreinen justitie en binnenlandse zaken. Deze samenwerking kan de uitwisseling van justitiële gegevens met zich brengen. De Raad adviseert in de toelichting te verduidelijken op welke wijze en op grond van welke bepalingen de noodzakelijke bescherming van persoonsgegevens is gewaarborgd.

1 en 2. De memorie van toelichting is op de punten zoals aangegeven door de Raad van State aangepast.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

De op 9 april 2001 te Luxemburg totstandgekomen Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de EG en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (Kamerstukken II 2001/02, 28 066).

Naar boven