nr. 263a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 10 december
2001 en het nader rapport d.d. 1 maart 2002, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 29 oktober 2001, no. 01.005135, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst,
bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag inzake
sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Israël
betreffende de herziening van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Staat Israël ondertekend te Jeruzalem op 25 april 1984, met
Protocol inzake wederzijdse bijstand betreffende samenwerking inzake fraude
en hulpverlening aan uitkeringsgerechtigden, en Akkoord tussen de bevoegde
autoriteiten van Nederland en Israël betreffende herziening van het Administratief
Akkoord van 25 april 1984 voor de toepassing van het op 25 april
1984 te Jeruzalem ondertekende Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Israël; Jeruzalem, 17 juli
2001 (Trb. 2001, 141), met toelichtende nota.
Het Verdrag betreft een herziening van het Verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Staat Israël ondertekend te Jeruzalem op 25 april
1984. Het huidige Verdrag bestaat uit meer omvattende coördinatiebepalingen
op het gebied van de sociale zekerheid tussen Nederland en Israël. Het
omvat alle takken van sociale verzekering, met uitzondering van de verstrekkingen
bij ziekte, omdat er in Israël geen wettelijke ziektekostenverzekering
bestaat en er dus geen sprake kan zijn van coördinatie tussen stelsels.
De herzieningen betreffen tevens het bij het Verdrag behorende Protocol inzake
wederzijdse bijstand betreffende samenwerking inzake fraude en hulpverlening
aan uitkeringsgerechtigden, en het Administratief Akkoord.1 De Raad van State maakt de volgende opmerking bij het Verdrag, het
protocol en de toelichtende nota.
Het Protocol bevat onder meer een aantal bepalingen met betrekking tot
de verificatie van gegevens (artikelen 1 en 3). Artikel 6a, eerste lid, van
het gewijzigde Verdrag bepaalt dat het recht van het land waar
de persoon werkzaam is van toepassing is. De Raad merkt in dit verband op
dat gegevensverstrekking aan Israël dient te voldoen aan de criteria
die zijn vermeld in artikel 25 van de Richtlijn betreffende persoonsgegevens
van natuurlijke personen1 en wijst hierbij op
het advies van de Raad met betrekking tot het Verdrag inzake sociale zekerheid
met Zuid-Afrika. 2
Gelet op het voorgaande dient in de toelichtende nota te worden ingegaan
op de vraag of de bepalingen in het Verdrag voldoen aan de criteria van de
hiervoor bedoelde richtlijn. Zo niet, dan verdient het aanbeveling daar bij
de eerstvolgende gelegenheid alsnog zorg voor te dragen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 oktober
2001, no. 01 005135, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde verdrag en Akkoord rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 10 december 2001, nr. W12.01 0551/IV, bied ik U
hierbij aan.
Conform het advies van de Raad van State is de toelichtende nota met een
passage aangevuld.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag
en bedoeld Administratief Akkoord worden overgelegd aan de beide Kamers der
Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.F. Hoogervorst, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen
het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende
goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen
XNoot
1Administratief Akkoord van 25 april 1984 voor de toepassing van het op
25 april 1984 te Jeruzalem ondertekende Verdrag inzake sociale zekerheid tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Israël, Jeruzalem, 17 juli
2001 (Trb. 2001, 141).
XNoot
1Richtlijn nr. 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens
(PbEG L 281).
XNoot
2Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zuid-Afrika
inzake sociale zekerheid; 's-Gravenhage, 16 mei 2001. Advies Raad van State
en nader rapport, Kamerstukken II 2001/02, 28 073, nr. 85a en A, blz.
1 en 2.