nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet op de accijns, van de Wet belastingen op milieugrondslag en van
de Wet inkomstenbelasting 2001.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
11 maart 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wetgeving inzake de accijns
dient te worden aangepast aan richtlijn nr. 2002/10/EG van de Raad van de
Europese Unie van 12 februari 2002 (PbEG L 46) tot wijziging van
Richtlijn 92/79/EEG, Richtlijn 92/80/EEG en Richtlijn 95/59/EG wat de structuur
en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten betreft, dat in de wetgeving
inzake belastingen op milieugrondslag de tarieven van de regulerende energiebelasting
voor de glastuinbouw moeten worden aangepast overeenkomstig de beschikking
van de Europese Commissie van 13 december 2001 en voorts dat het wenselijk
is een inkomensgrens in de Wet inkomstenbelasting 2001 bij te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 30 van de Wet op de accijns komt te luiden:
Artikel 30
1. Onder sigaren worden verstaan voor roken geschikte tabaksrolletjes:
a. met een dekblad van natuurlijke tabak;
b. bestaande uit een gebroken melange, met een dekblad met normale sigaarkleur
van gereconstitueerde tabak dat het product volledig omhult, in voorkomend
geval met inbegrip van het filter maar met uitzondering van het mondstuk,
alsmede een omblad van gereconstitueerde tabak, en waarvan de massa, zonder
filter of mondstuk, ten minste 1,2 gram bedraagt en het dekblad schuin is
gewikkeld volgens een lijn die met de lengteas van het rolletje een scherpe
hoek van ten minste 30° maakt; of
c. bestaande uit een gebroken melange, met een dekblad met normale sigaarkleur
van gereconstitueerde tabak dat het product volledig omhult, in voorkomend
geval met inbegrip van het filter maar met uitzondering van het mondstuk,
alsmede een omblad van gereconstitueerde tabak, en waarvan de massa, zonder
filter of mondstuk, ten minste 2,3 gram bedraagt en de omtrek over ten minste
een derde van de lengte 34 mm of meer bedraagt.
2. Als sigaren worden mede aangemerkt producten die gedeeltelijk uit andere
stoffen dan tabak bestaan, doch overigens voldoen aan het bepaalde in het
eerste lid, mits deze producten zijn voorzien van een dekblad van natuurlijke
tabak of van gereconstitueerde tabak.
ARTIKEL II
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 24, eerste lid, onderdeel a, wordt «gewonnen»
vervangen door: gewonnen of vervaardigd.
B. In artikel 27, zevende lid, wordt «zevende lid» vervangen
door: achtste lid.
C. Artikel 36i wordt gewijzigd als volgt:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. In afwijking van het eerste lid, onderdelen a, b en c, bedraagt het
tarief voor halfzware olie, gasolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas als
bedoeld in post a 32 van de bij de Wet op de omzetbelasting 1968 behorende
Tabel I, onderscheidenlijk € 1,7329, € 1,7475 en € 2,0671,
indien geen aansluiting aanwezig is voor aardgas.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, bedraagt het tarief voor
aardgas als bedoeld in post a 32 van de bij de Wet op de omzetbelasting 1968
behorende tabel I, voor aardgas met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17
megajoule, voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode
van 12 maanden per aansluiting dat:
– niet hoger is dan 5000 m3, per m3 € 0,00165;
– hoger is dan 5000 m3, maar niet hoger dan 170 000
m3, per m3 € 0,00077;
– hoger is dan 170 000 m3, per m3 € 0,00014.
D. In artikel 37a wordt «en zevende lid» telkens vervangen
door: en achtste lid.
ARTIKEL III
Artikel 8.13, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt gewijzigd
als volgt:
1. In onderdeel a wordt «€ 25 704» vervangen
door: € 26 484.
2. In onderdeel b wordt «€ 25 704» vervangen
door: € 26 484.
ARTIKEL IV
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt
deze wet in werking met ingang van 1 juli 2002, met dien verstande dat
artikel II, onderdelen B, C en D, terugwerkt tot en met 1 januari 2002.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,