nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
Na onderdeel A worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
Aa
1. In artikel 2, vierde lid, wordt «Wet identiteitsvaststelling»
vervangen door: Wet identiteitsvaststelling bij financiële dienstverlening.
2. Artikel 2, zevende lid, komt te luiden:
7. Aan een vrijstelling als bedoeld in het vijfde lid en aan een ontheffing
als bedoeld in het zesde lid kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften
worden verbonden.
Ab
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid, aanhef, komt te luiden:
In afwijking van het eerste lid is geen afschrift dan wel nummer van het
document vereist:
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. Met uitzondering van het derde lid, onderdeel a, zijn het eerste en
derde lid niet van toepassing indien de financiële dienst betrekking
heeft op een transactie die als een ongebruikelijke transactie in de zin van
de Wet melding ongebruikelijke transacties dient te worden aangemerkt, of
indien artikel 5, vierde lid, van toepassing is.
B
Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL Ia
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt
de zinsnede met betrekking tot de Wet identificatie bij financiële dienstverlening
1993 vervangen door: de Wet identificatie bij dienstverlening, de artikelen
2, eerste, tweede en zevende lid, 5, 6, 7en 8.
Toelichting
De nota van wijziging bevat slechts technische wijzigingen.
Artikelsgewijze toelichting
A
Aa
Bij de wijziging van de Wet identificatie bij financiële dienstverlening
1993 van 2 november 2000 (Stb. 484) is het eerste lid van artikel 4 overgeheveld
naar artikel 2. De reden hiervan was dat deze bepaling minder goed binnen
het nieuwe artikel 4 paste. Er is destijds niet beoogd een materiële
wijziging te bewerkstelligen. Per abuis is toen «Wet identiteitsvaststelling
bij financiële dienstverlening» gewijzigd in «Wet identiteitsvaststelling».
Dit wordt door middel van deze wijziging hersteld.
Tevens worden enkele onjuiste verwijzingen, ontstaan door bovengenoemde
wetswijziging hersteld.
Ab
Deze wijziging behelst herstel van onbedoelde verzwaring van de voorschriften
door de laatste wijziging van de wet en eveneens het herstel van een onjuiste
verwijzing, ontstaan door wijziging van de wet.
B
De strafbaarstelling in de Wet op de economische delicten wordt aangepast
aan de wetswijzigingen van 2 november 2000 en 13 december 20011 (nieuwe citeertitel).
De Minister van Financiën,
G. Zalm