nr. 15
BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2002
Langs deze weg reageren wij instemmend op uw verzoek tot het uitvoeren
van een onderzoek naar mogelijk oneigenlijk gebruik en misbruik van bekostigingsregelingen
in het hoger onderwijs en de BVE-sector. (zie bijlage)
Zoals u bekend, hebben wij eerder eveneens instemmend gereageerd op het
verzoek van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om een onafhankelijk
reviewonderzoek uit te voeren naar het proces en de uitkomsten van een door
hem gestart onderzoek naar deze problematiek bij instellingen voor wetenschappelijk
onderwijs, hoger beroepsonderwijs en de instellingen in de BVE-sector.
Wij hebben een begin gemaakt met die werkzaamheden en zullen conform de
toezegging aan de minister uiterlijk zes weken na diens rapportage aan de
Tweede Kamer, de resultaten van ons onderzoek aan u rapporteren. Overigens
staat de termijn waarbinnen de minister zal rapporteren, naar ons is gebleken,
nog niet vast. De Kamer heeft evenwel verzocht over de conclusies van ons
onderzoek te beschikken voor Prinsjesdag 2002. In de eerste week van september
zullen wij u nader informeren over de publicatiedatum van ons rapport.
In ons rapport zullen zowel de uitkomsten worden opgenomen van onze review
op het onderzoek van de minister – waarbij ruimte is ingebouwd voor
het doen van eigen waarnemingen- en de resultaten worden opgenomen van het
door u verzochte onderzoek naar mogelijk oneigenlijk gebruik en misbruik van
bekostigingsregelingen in het hoger onderwijs en de BVE-sector, waarbij met
name aandacht zal worden besteed aan de door u aangegeven aspecten. Wel dient
hierbij het voorbehoud gemaakt te worden dat wij aan uw verzoek tegemoet komen
voorzover de deelvragen onderzoekbaar en binnen de beschikbare tijd te beantwoorden
zijn.
Uiteraard volgen wij voor het gehele rapport onze gebruikelijke werkwijze
(hoor/wederhoor etc.) tot en met de publicatie.
Afschriften van uw brief van 3 april 2002 en dit antwoord zenden wij aan
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Algemene Rekenkamer,
P. Zevenbergen, wnd. president
Jhr. mr. W.M. de Brauw, secretaris
BIJLAGE 's-Gravenhage, 3 april 2002
Aan de President van de Algemene Rekenkamer
Geachte mevrouw Stuiveling,
De Tweede Kamer heeft heden besloten om op grond van artikel 58 van de
Comptabiliteitswet, de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek uit
te voeren naar mogelijk oneigenlijk gebruik en misbruik van de bekostigingsregelingen
in het hoger onderwijs en de BVE-sector.
Bijgaand zend ik u de brieven die betrekking hebben op dit onderzoek (Kamerstuk
28 248, nr.12).
J. van Nieuwenhoven