nr. 14
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I komt te luiden:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 38j wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «met een jaar» vervangen door:
met een jaar, dan wel met twee jaren,.
2. In het tweede lid wordt «drie jaren» vervangen door:
negen jaren.
B
In artikel 38g, eerste lid, wordt «voor de tijd van een jaar»
vervangen door: voor de tijd van een jaar, dan wel voor de tijd van twee jaren,.
Toelichting
De wijzigingen die in deze nota zijn opgenomen, betreffen een aanvulling
van het wetsvoorstel dat er in voorziet om de rechter de mogelijkheid te geven
om in plaats van een verlenging met één jaar, te kiezen voor
een verlenging met twee jaar van de voorwaardelijke beëindiging van de
verpleging van overheidswege. Op deze manier kan gekozen worden voor een periode
die het beste past bij de individuele tbs-gestelde. De rechter kan nog steeds
kiezen voor een verlenging van één jaar. Indien alle feiten
en omstandigheden daartoe aanleiding geven en de rechter een verlenging van één
jaar te kort vindt, kan worden gekozen voor een periode van twee jaar.
De verlengingsbevoegdheid is opgenomen in artikel 38j, eerste lid, van
het Wetboek van Strafrecht. In artikel 38g, eerste lid, is een verwijzing
opgenomen naar deze bevoegdheid. Om die reden wordt dit artikel dienovereenkomstig
aangepast.
De Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming heeft in oktober
2006 geadviseerd om het wetsvoorstel op deze wijze aan te passen. Zeer recent
heeft ook de Raad voor de rechtspraak positief geadviseerd omtrent een dergelijke
aanvulling in onderhavige wetsvoorstel.
De verlenging van de maximumduur van de voorwaardelijke beëindiging
zal consequenties kunnen hebben voor de werklast van de rechterlijke macht.
De mogelijkheid om met twee jaar te kunnen verlengen, kan deze werklast beperken.
De Staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak